Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Scherm Schoonmaken; Afbeeldingen Op Een Geheugenkaart Bekijken; Schermafbeeldingen; Schermafbeeldingen Vastleggen - Volvo Penta Glass Cockpit Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Glass Cockpit:
Inhoudsopgave

Advertenties

3 Selecteer Opties > Aanraakscherm-uitvoer via USB.
U kunt nu uw computer op het kaartplotterscherm
bedienen via aanraakgebaren met twee vingers.
4 Selecteer indien nodig Opties > Volledig scherm als
u het computerscherm in de modus volledig scherm
wilt weergeven.
TIP: Druk op als
de modus volledig scherm wilt
verlaten.

Het scherm schoonmaken

Schoonmaakmiddelen met ammoniak beschadigen de
antispiegelende coating.
Het toestel is voorzien van een speciale antispiegelende
coating die gevoelig is voor was en schurende
reinigingsmiddelen.
1 Breng lenzenvloeistof (die specifiek geschikt is voor
antispiegelende coatings) aan op de doek.
2 Veeg het scherm voorzichtig met een schone, pluisvrije
doek schoon.
Afbeeldingen op een geheugenkaart bekijken
U kunt afbeeldingen bekijken die zijn opgeslagen op
een geheugenkaart. U kunt .jpg, .png, en .bmp bestanden
weergeven.
1 Plaats een geheugenkaart met afbeeldingsbestanden
in de kaartuitsparing.
2 Selecteer Info > Fotoalbum.
3 Selecteer de map met de afbeeldingen.
4 Wacht enkele seconden totdat de
miniatuurafbeeldingen zijn geladen.
5 Selecteer een afbeelding.
6 Gebruik de pijltjes om door de afbeeldingen te
bladeren.
7 Selecteer zo nodig Opties > Start diavoorstelling.

Schermafbeeldingen

U kunt een opname maken van elk scherm dat
op uw kaartplotter wordt weergegeven en deze
opslaan als een .png-bestand. Vervolgens kunt u de
schermafbeelding overzetten naar uw computer. U
kunt de schermafbeelding ook weergeven in het
fotoalbum
(Afbeeldingen op een geheugenkaart bekijken,
pagina
111).

Schermafbeeldingen vastleggen

1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
2 Selecteer Instellingen > Voorkeuren >
Schermafdruk opslaan > Aan.
3 Ga naar een scherm waarvan u een opname wilt
maken.
4 Houd de knop
of het symbool
seconden ingedrukt.
Appendix
LET OP
ten minste zes
Schermafbeeldingen naar een computer kopiëren
1 Verwijder de geheugenkaart uit de kaartplotter en
plaats deze in een kaartlezer die is aangesloten op een
computer.
2 Open in Windows Verkenner de map Garmin\scrn op
de geheugenkaart.
3 Kopieer het afbeeldingsbestand van de kaart en plak
dit in een willekeurige locatie op de computer.

Problemen oplossen

Mijn toestel ontvangt geen GPS-signalen
Als het toestel geen satellietsignalen ontvangt, kan
dit verschillende oorzaken hebben. Als het toestel
over een grote afstand is verplaatst sinds de laatste
keer dat satellietsignalen werden ontvangen of als
het toestel langer dan een paar weken of maanden
uitgeschakeld is geweest, kan het voorkomen dat het
toestel satellietsignalen niet meer goed ontvangt.
• Controleer of de nieuwste softwareversie op het toestel
is geïnstalleerd. Als dat niet het geval is, werkt u
de software van het toestel bij
pagina
109).
• Zorg dat het toestel zich in de open lucht bevindt, zodat
de antenne het GPS-signaal kan ontvangen. In een
cabine moet het toestel dichtbij een venster worden
gemonteerd, zodat het GPS-signaal kan worden
ontvangen.
Ik kan mijn toestel niet inschakelen of mijn toestel
gaat steeds uit
Als uw toestel steeds uitgaat of niet kan worden
ingeschakeld, kan dit wijzen op een probleem met de
voeding. Controleer het volgende om te proberen de
oorzaak van het voedingsprobleem te vinden en het
probleem te verhelpen.
• Controleer of de voedingsbron stroom geeft.
U kunt dit op verschillende manieren controleren. U
kunt bijvoorbeeld controleren of andere toestellen op
dezelfde voedingsbron wel goed functioneren.
• Controleer de zekering in de voedingskabel.
De zekering bevindt zich in een houder die deel
uitmaakt van de rode draad van de voedingskabel.
Controleer of de geïnstalleerde zekering de juiste
capaciteit heeft. Op het label op de kabel of in
de installatiehandleiding staat aangegeven welke
capaciteit de zekering moet hebben. Controleer of de
zekeringsdraad in de zekering niet kapot is. U kunt de
zekering testen met een multimeter. Als de zekering in
orde is, geeft de multimeter 0 ohm aan.
• Controleer of het toestel ten minste 12 V ontvangt.
U kunt het voltage controleren door de
gelijkstroomspanning te meten tussen het contrabusje
en de aarde van de voedingskabel. Als de spanning
minder bedraagt dan 12 Volt, gaat het toestel niet aan.
• Als het toestel voldoende stroom krijgt, maar niet kan
worden ingeschakeld, kunt u contact opnemen met
Garmin productondersteuning.
(Software-updates,
111

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave