Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Videovoorkeuzes Gebruiken Op Videocamera's In Het Netwerk; Videovoorkeuzes Opslaan Op Een Videocamera In Het Netwerk; Videovoorkeuzes Een Naam Geven Op Een Videocamera In Het Netwerk; Videovoorkeuzes Activeren Op Een Videocamera In Het Netwerk - Volvo Penta Glass Cockpit Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Glass Cockpit:
Inhoudsopgave

Advertenties

PoE-camera, zoals FLIR
Marine Network-toestellen. Als u een camera van een
andere fabrikant rechtstreeks aansluit op een oudere
Garmin Marine Network kaartplotter, beschadigt u de
Garmin kaartplotter en kunt u de camera beschadigen.
Deze isolatiekoppeling is niet nodig wanneer u een
camera van een andere fabrikant aansluit op een Garmin
BlueNet netwerk.
In sommige rechtsgebieden kan het als een inbreuk
van privacyrechten worden beschouwd om zonder
toestemming personen vast te leggen op foto of video
of deze beelden te tonen. Het is uw verantwoordelijkheid
om de privacywetten en -rechten binnen de toepasselijke
rechtsgebieden te kennen en na te leven.
Voordat u videotoestellen zoals IP-camera's en
warmtebeeldcamera's kunt weergeven en bedienen met
uw kaartplotter, moet u een compatibel videotoestel
hebben aangesloten op uw kaartplotter. Wanneer u een
PoE-camera aansluit op een Garmin Marine Network,
moet u een Garmin Marine Network PoE-isolatiekoppeling
plaatsen. Bij het aansluiten van een PoE-camera op
een Garmin BlueNet netwerk is de isolatiekoppeling niet
nodig. Ga naar
garmin.com
toestellen of om een PoE Isolation Coupler aan te
schaffen. Ga naar
garmin.com/manuals/bluenet
informatie over Garmin BlueNet technologie.
U kunt meerdere ondersteunde videocamera's aansluiten
op het Garmin netwerk. U kunt maximaal vier
videobronnen tegelijk selecteren en weergeven. Als de
camera's zijn aangesloten, worden ze automatisch door
het netwerk gedetecteerd en weergegeven in de lijst met
bronnen.
Videovoorkeuzes gebruiken op videocamera's in het
netwerk
U kunt videovoorkeuzes voor elke videobron in het
netwerk opslaan, een naam geven en activeren.
Videovoorkeuzes opslaan op een videocamera in het
netwerk
1 Tik in een videoscherm op het scherm.
De videoknoppen worden op het scherm
weergegeven.
2 Houd een videovoorkeuzeknop ingedrukt.
Een groen lampje geeft aan dat de instelling is
opgeslagen.
Videovoorkeuzes een naam geven op een
videocamera in het netwerk
1 Selecteer in het videoscherm Opties > Video-
instellingen > Voorinstellingen.
2 Selecteer een voorkeuze.
3 Selecteer Wijzig naam.
4 Voer de naam voor de voorkeuze in.
90
camera's, op oudere Garmin
®
voor een lijst met compatibele
voor meer
Videovoorkeuzes activeren op een videocamera in het
netwerk
U kunt camera's in het netwerk snel terugzetten op de
vooraf ingestelde waarden.
1 Tik in een videoscherm op het scherm.
De videoknoppen worden op het scherm
weergegeven.
2 Selecteer een videovoorkeuze.
De camera herstelt de voor die voorkeuze opgeslagen

video-instellingen.

TIP: U kunt voorkeuzes ook via het videomenu
opslaan en activeren.

Camera-instellingen

Sommige camera's beschikken over aanvullende
mogelijkheden om de cameraweergave te bedienen.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op
alle camera- en kaartplottermodellen. Raadpleeg de
camerahandleiding voor een lijst met beschikbare
functies. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet de
camerasoftware mogelijk worden bijgewerkt.
Selecteer Opties in het infrarood videoscherm.
IR-blend: Hiermee selecteert u het infraroodeffect in de
modus MSX
®
(Multi-Spectral Dynamic Imaging) of de
modus CTV (Color Thermal Vision
effecten mengen.
IR/Zichtbaar: Hiermee geeft u een infraroodbeeld of
zichtbaar camerabeeld weer.
Scannen: Hiermee bekijkt u het omliggende gebied.
Vorst: Pauzeert het camerabeeld.
Wijzig kleuren: Hiermee selecteert u het kleurenschema
van het infraroodbeeld.
Wijzig scène: Hiermee selecteert u de modus voor
infraroodweergave, bijvoorbeeld dag, nacht, MOB of
afmeren.
Video-instellingen: Hiermee opent u meer video-
mogelijkheden.
Video-instellingen
Sommige camera's beschikken over aanvullende
instelmogelijkheden.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
camera- en kaartplottermodellen. Om deze functie te
kunnen gebruiken, moet de camerasoftware mogelijk
worden bijgewerkt.
Selecteer in het videoscherm Opties > Video-
instellingen.
Stel invoer in: Koppel de camera met een videobron.
Achteruitkijken: Hiermee keert u het beeld om als in een
achteruitkijkspiegel.
Standby: Hiermee plaatst u de camera in stand-bymodus
om stroom te besparen en de lens te beschermen
wanneer u de camera niet gebruikt.
Beginpositie: Hiermee gaat u terug naar de beginpositie
van de camera.
) en kunt u de
Video weergeven

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave