Als het antidiefstalslot is
●
gedeactiveerd, drukt u op de
mechanische knop van de
laadconnector of trekt u de
laadconnector eruit.
Als het antidiefstalslot actief is,
●
drukt u op de ontgrendelknop op
de sleutel of drukt u op de
microschakelaar van de
deurgreep (wanneer de sleutel
zich in de buurt bevindt) en trekt
u vervolgens de laadconnector
eruit.
HERINNERING
• Om het voertuig te ontgrendelen,
drukt u op de ontgrendelknop op
de sleutel (bij het opladen van
het voertuig met uitgeschakeld
contact) of drukt u op de
microschakelaar op de
deurgreep (wanneer de sleutel
zich in de buurt bevindt).
• Ontgrendel het voertuig om de
antidiefstalslot uit te schakelen
voordat u de laadaansluiting
eruit trekt. De connector moet
binnen 30 seconden worden
uitgetrokken, anders wordt de
poort weer vergrendeld.
• U kunt de antidiefstalslot
activeren op het touchscreen
voor infotainment, zoals
beschreven in het deel
"Antidiefstalvergrendeling van de
oplaadpoort" in dit hoofdstuk.
• Als de oplaadconnector niet kan
worden verwijderd na het
ontgrendelen, probeer dan nog
een paar ontgrendelpogingen.
Als dat niet werkt, probeer dan
het ontgrendelen in een
noodgeval. Zie voor de
bedieningsprocedure
"Ontgrendelen van de laadpoort
in noodgevallen" in
HERINNERING
"Antidiefstalvergrendeling van de
oplaadpoort".
• Als de antidiefstalmodus van de
oplaadpoort is gedeactiveerd en
u de oplaadconnector niet
rechtstreeks uit kunt trekken,
probeer dan het voertuig te
ontgrendelen en opnieuw te
trekken.
Koppel de stekker los.
●
Sluit de dop van de oplaadpoort en
●
de poortdeur.
Bewaar de laadapparatuur op de
●
juiste wijze.
HERINNERING
• Sluit de klep van de laadpoort
niet wanneer de poortdop
volledig open is.
WAARSCHUWING
• Laat de Mode 2-oplaadkabel
nooit vallen en trek er nooit
direct aan. Wees voorzichtig bij
het verplaatsen van de
apparatuur. Bewaar de
apparatuur na gebruik op een
koele plaats.
04
91