Overbelast het voertuig niet
●
onnodig. Overmatige gewichten
verhogen de belasting van het
voertuig, waardoor het
energieverbruik toeneemt.
4. Andere tips:
Zorg ervoor dat de bandenspanning
●
correct is. Lage bandenspanning
verhoogt het energieverbruik en de
slijtage.
Houd de voorwielen goed uitgelijnd,
●
rijd niet tegen trottoirbanden en rijd
langzaam op ruw terrein. Een
verkeerde uitlijning van de
voorwielen verhoogt niet alleen de
bandenslijtage, maar verhoogt ook
de belasting van de aandrijflijn en
het stroomverbruik.
Houd de onderkant van het voertuig
●
schoon en moddervrij. Dit
vermindert het gewicht van het
voertuig en voorkomt corrosie.
HERINNERING
• Laat niet uitrollen in neutraal.
Starten en rijden
Starten van het voertuig
In normale gevallen start u het
voertuig als volgt:
Schakel alle lichten en accessoires
●
uit.
Draag de juiste smartkey bij u.
●
Druk op de knop START/STOP terwijl
●
u het rempedaal indrukt.
Het voertuig is rijklaar als de OK-
●
indicator op het instrumentenpaneel
gaat branden.
Als het voertuig niet kan worden
●
gestart:
Nadat u op de START/STOP-knop
●
heeft gedrukt, gaat het
waarschuwingslampje van de
smartkey branden, klinkt er een
pieptoon en wordt het bericht
"No key detected" (Geen sleutel
gedetecteerd) weergegeven op
het instrumentenpaneel. Dit
betekent dat de sleutel zich niet
in het voertuig bevindt of niet kan
worden gedetecteerd als gevolg
van interferentie.
De elektronische smartkey
●
bevindt zich mogelijk op de vloer
of in de kofferruimte of het
handschoenenkastje.
Om het voertuig in een noodgeval te
starten als het remsignaal niet kan
worden gedetecteerd of onjuist is:
04
109