Druk op de AVH-schakelaar om
●
automatische stilstand voertuig in te
schakelen. Een grijze indicator voor
AVH standby wordt weergegeven op
het instrumentenpaneel en wordt
groen wanneer automatische
stilstand voertuig kan worden
ingeschakeld.
Druk nogmaals op de AVH-
●
schakelaar om de automatische
stilstand voertuig uit te schakelen.
VOORZICHTIG
• Door op het gaspedaal te
drukken, naar Parkeren te
schakelen of de elektronische
parkeerrem in te schakelen,
wordt automatische stilstand
voertuig in de stand-by-status
gezet. De automatische stilstand
voertuig wordt ook uitgeschakeld
als niet aan de stand-by
voorwaarden van automatische
stilstand voertuig wordt voldaan.
Standby-voorwaarden voor
automatische stilstand voertuig (aan
alle moet worden voldaan)
Met de AVH-functie ingeschakeld:
De veiligheidsgordel van de
●
bestuurder is vastgemaakt.
De deur van de bestuurder is
●
gesloten.
Het voertuig is gestart.
●
116
De elektronische stabiliteitsregelaar
●
heeft geen storing.
VOORZICHTIG
• De automatische stilstand
voertuig staat standaard uit
zodra het voertuig is
ingeschakeld. Wanneer
automatische stilstand voertuig
in stand-bymodus staat,
wordt
weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Bedrijfsvereisten van automatische
stilstand voertuig (aan alle moet
worden voldaan)
De AVH-functie staat stand-by.
●
Het rempedaal is ingedrukt om het
●
voertuig tot stilstand te brengen.
Na het hard indrukken van het
●
rempedaal is de AVH-functie
geactiveerd en is de AVH-indicator
groen geworden.
Het voertuig vraagt automatisch om
●
de elektronische parkeerrem 10
minuten na activering van
automatische stilstand voertuig in te
schakelen. Nadat de elektronische
parkeerrem is ingeschakeld, keert de
AVH-functie terug naar de stand-
bymodus.
VOORZICHTIG
• Om automatische stilstand
voertuig te activeren, moet aan
alle voorwaarden van de
automatische parkeerfunctie
worden voldaan.
• De functie automatische stilstand
voertuig kan niet worden
geactiveerd wanneer het
voertuig in de "R"-versnelling
staat.