Het voertuig schuift onder een
vrachtwagen of een ander groot
voertuig.
De achterzijde van het voertuig wordt
geraakt door een ander voertuig.
Het voertuig slaat over de kop.
24
Het voertuig raakt een muur of een
voertuig aan een andere zijde dan de
voorzijde.
Andere delen dan het
passagierscompartiment wordt
zijdelingse gebotst.
De zijkant van het voertuig wordt
diagonaal geraakt.
De zijkant van het voertuig raakt een
zuilvormig object.