Panoramische weergave
Schakelt de panoramische weergave
●
uit als deze al in de panoramische
weergavemodus staat, of aan als
deze niet in de panoramische
weergavemodus staat.
Scherm-modus
Schakelt tussen de liggende en
●
staande modus van de touchscreen
van het infotainmentsysteem.
+/Reset
Activeert het adaptieve cruisecontrol
●
(ACC)-systeem en gebruikt de vorige
systeeminstellingen.
ACC-schakelaar
Schakelt het adaptieve cruisecontrol-
●
systeem in of uit.
-/Set
Stelt de huidige snelheid in op de
●
beoogde cruisesnelheid.
Afstand +
Vergroot de afstand met één stap
●
wanneer de ACC-functie is
ingeschakeld. Er zijn in totaal vier
stappen beschikbaar.
Afstand -
Vermindert de afstand tot het
●
voertuig voor u met één stap
wanneer de ACC-functie is
ingeschakeld. Er zijn in totaal vier
stappen beschikbaar.
Intelligente cruisecontrol
Schakelt intelligente cruisecontrol in
●
of uit.
HERINNERING
• Voor instructies over het gebruik
van de cruisecontrol, zie P118 .
Knoppen aan de rechterkant
Scrollen-knop
Het volume van het
●
infotainmentsysteem aanpassen
wanneer het instrumentenpaneel
zich niet in de menumodus bevindt:
Rol de knop omhoog om het
●
volume te verhogen.
Rol de knop omlaag om het
●
volume te verlagen.
Druk op de knop om het geluid te
●
dempen.
Wanneer het instrumentenpaneel in
●
de menumodus staat:
Rol de knop omhoog om de
●
menu-items van het bovenste
niveau-2 of niveau-3 te
selecteren.
Rol de knop omlaag om de menu-
●
items van lagere niveau-2 of -3
lager te selecteren.
Druk op de knop om naar het
●
menu op het volgende niveau te
gaan of bevestig de huidige
instelling.
VOORZICHTIG
• Het infotainmentsysteem wordt
gedempt zodra het
instrumentenpaneel is ingesteld
op de menumodus. Om het
volume van het
infotainmentsysteem aan te
passen, verlaat u eerst het
instrumentenpaneelmenu.
Links/rechts
Wanneer het infotainmentsysteem in
●
de radiomodus staat:
Druk op de
knop om het
●
vorige radiostation te selecteren.
03
67