Wielstopper
a
Parkeerbeugel
b
Ander niveau
c
■
Staat van het voertuig
•
Het voertuig is in een hoek ten opzichte van het parkeervak tot stilstand gebracht.
•
De voorkant van de camera is bedekt met vuil, mist, regen, modder, natte sneeuw,
afdichtingen, accessoires, stickers of een laagje op de cameralens.
•
De sonarsensoren zijn vuil (bedekt met sneeuw, ijs, modder, enz.).
•
De sonarsensoren zijn beschadigd of in de verkeerde richting geplaatst.
•
Het voertuig is te warm of te koud.
•
Het voertuig kantelt als gevolg van zware bagage in de bagageruimte of op de achterbank.
•
Een abnormale band- of wielconditie (onjuiste maat, verschillende maten of constructie,
onjuiste bandenspanning enz.).
Wordt vervolgd
uuHonda Parkeerassistent
*
u
541