uuControlelampjesu
Controlelampje
Controlelampje
veiligheidsondersteuning
(amber)
* Niet beschikbaar op alle modellen
122
Naam
Aan/Knipperend
•
Gaat branden als het Road Departure
Mitigation-systeem en/of CMBS
zichzelf uitschakelt.
●
Gaat branden wanneer modder,
sneeuw of ijs zich ophoopt in de buurt
van de sensor van het dode hoek-
informatiesysteem.
●
Gaat branden wanneer de temperatuur
van de sensor van het dode hoek-
informatiesysteem hoog is.
Uitleg
•
Blijft branden - De temperatuur in de camera is te hoog.
Gebruik het klimaatregelsysteem om de camera af te koelen.
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur in de
camera is gedaald.
Groothoekcamera voorzijde
2
•
Blijft branden - Het gebied rondom de camera is bedekt met
vuil, modder, enz. Stop op een veilige plek en veeg het vuil weg
met een zachte doek.
•
Laat het voertuig door een dealer controleren als het
controlelampje en het bericht niet verdwijnen nadat u het
gebied rondom de camera hebt gereinigd.
Groothoekcamera voorzijde
2
•
Dit kan gaan branden bij weinig omgevingslicht, zoals tijdens
het rijden in een tunnel, 's nachts, bij zonsopgang of bij
schemering.
•
Gaat branden tijdens het rijden - Er kan iets zijn dat de
sensor van het dode hoek-informatiesysteem verstoort.
Controleer de omgeving van de sensor van het dode hoek-
informatiesysteem en verwijder eventuele obstakels.
•
Het systeem keert terug naar normale werking wanneer de
temperatuur afneemt.
Dode hoek-informatiesysteem
2
BLZ. 478
BLZ. 478
*
BLZ. 402