uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuVerlichting
■
Dagrijlicht
Het dagrijlicht gaat aan wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
•
De voedingsmodus op AAN staat.
•
De koplampschakelaar staat in de stand AUTO.
•
Er is veel omgevingslicht.
Als u de lichtschakelaar tijdens stilstand van het voertuig naar OFF zet en vervolgens loslaat,
gaat het dagrijlicht uit. Wanneer de transmissie uit de stand
parkeerrem wordt vrijgezet, gaan de lichten weer aan. Ook als u de verlichtingsschakelaar
nogmaals naar OFF draait, gaan de lichten weer aan.
196
(
P
wordt gehaald en de
1Dagrijlicht
Dagrijlicht en parkeerlichten delen dezelfde lichtbron.
Dagrijlicht is helderder dan de parkeerlichten.
Het dagrijlicht wordt niet ingeschakeld als de parkeerlichten
handmatig zijn ingeschakeld.