Helderheidsregeling
Knop
a
+
(
Knop
-
(
b
De helderheid van de meter wordt automatisch
aangepast, afhankelijk van de hoeveelheid
omgevingslicht.
•
De helderheid wordt donkerder wanneer er
weinig omgevingslicht is.
•
De helderheid wordt helderder wanneer er veel
omgevingslicht is.
■
De helderheid handmatig aanpassen
Wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat,
kunt u de knop voor de helderheidsregeling
gebruiken om de helderheid van het
instrumentenpaneel aan te passen.
(
+
Helderder: Druk op de knop
(
-
Dimmen: Druk op de knop
.
U kunt de instelling zelfs wijzigen als er veel
u
omgevingslicht is, maar de helderheid van de
meter verandert niet.
■
Controlelampje helderheidsniveau
Het helderheidsniveau wordt tijdens het afstellen
aangegeven op de interface voor
bestuurdersinformatie.
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuHelderheidsregeling
1Helderheidsregeling
Enkele seconden nadat u de helderheid hebt ingesteld, gaat
u terug naar het vorige scherm.
.
205