* Niet beschikbaar op alle modellen
uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken
1Afstandsbediende klimaatvoorconditionering
De volgende functies werken ook afhankelijk van de
temperatuur:
Wanneer het warm is buiten:
•
Wordt de airconditioning geactiveerd in de
recirculatiemodus.
Wanneer het koud is buiten:
•
De voorruitverwarming wordt zo nodig geactiveerd
wanneer automatisch ontwasemen is geselecteerd.
•
De achterruitverwarming wordt geactiveerd.
•
De verwarming van de voorstoelen wordt geactiveerd.
Verwarming voorstoelen
2
•
De stuurwielverwarming
Stuurwielverwarming
2
Afhankelijk van de omstandigheden, wordt het laden van de
hoogspanningsaccu beperkt, zelfs als de oplaadstekker is
aangesloten.
U kunt de temperatuur voor de klimaatvoorconditionering
aanpassen, de bedrijfstijd wijzigen en de automatische
ontwasemer uitschakelen via het audio-/informatiescherm.
EV-menu
2
U kunt de instellingen van het klimaatregelsysteem
aanpassen.
EV-menu
2
Wordt vervolgd
BLZ. 237
*
wordt geactiveerd.
*
BLZ. 236
BLZ. 312
BLZ. 312
247