In dit hoofdstuk wordt de werking uitgelegd van de verschillende bedieningselementen voor het
Portieren vergrendelen en ontgrendelen
Sleutel.................................................. 158
Lage signaalsterkte
afstandsbediening .............................. 160
Portieren van buitenaf vergrendelen/
ontgrendelen ..................................... 161
Portieren van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ..................................... 168
Kinderslot ............................................ 170
Achterklep ............................................. 171
Beveiligingssysteem
Startblokkeringssysteem....................... 182
Beveiligingssysteemalarm ..................... 183
* Niet beschikbaar op alle modellen
Bedieningselementen
Ultrasone sensoren
*
............................ 185
Kantelsensor
*
...................................... 186
Supervergrendeling
*
............................ 187
Ruiten .................................................... 188
Schakelaars rondom het stuurwiel
bedienen
Knop POWER....................................... 190
Verlichting ........................................... 192
Koplampverstelling .............................. 197
Automatisch grootlicht ........................ 198
Ruitenwissers en -sproeiers .................. 201
Knop achterruitverwarming/verwarmde
buitenspiegel.............................. 204
Helderheidsregeling..............................205
Het stuurwiel verstellen ........................206
Spiegels
Achteruitkijkspiegel ..............................207
Elektrisch bediende buitenspiegels........208
Stoelen ...................................................210
Comfortvoorzieningen interieur ..........221
Klimaatregelsysteem.............................240
rijden.
157