■
Alle sensoren achter uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de sensoren achter uit te schakelen:
1. Verzeker u ervan dat het parkeersensorsysteem niet is geactiveerd.
u
Het controlelampje in de knop gaat uit.
2. Zet de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT.
3. Houd de knop van het parkeersensorsysteem ingedrukt en zet de voedingsmodus in de
stand AAN.
4. Blijf 10 seconden op de knop drukken. Laat de knop los wanneer het controlelampje op de
knop knippert.
u
De zoemer klinkt eenmaal.
5. Terwijl het controlelampje knippert, drukt u nogmaals op de knop. Het controlelampje in de
knop gaat uit.
u
De zoemer klinkt tweemaal. De sensoren achter zijn nu uitgeschakeld. Ze blijven
uitgeschakeld totdat ze handmatig weer worden ingeschakeld. Volg de bovenstaande
procedure om de sensoren achter weer in te schakelen. De zoemer klinkt drie keer
wanneer de sensoren achter weer worden ingeschakeld.
uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem
1Alle sensoren achter uitschakelen
Wanneer u de transmissie in de stand
controlelampje in de knop van het parkeersensorsysteem ter
herinnering dat de sensoren achter uitgeschakeld zijn.
R
(
zet, knippert het
497