Controlelampje
Naam
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
Controlelampje
laag laadniveau
(amber)
Aan/Knipperend
•
Gaat branden als u geen
veiligheidsgordel om heeft wanneer u
de voedingsmodus op AAN zet.
•
Draagt de voorpassagier de
veiligheidsgordel niet, dan gaat het
controlelampje een paar seconden later
branden.
•
Blijft enige tijd branden wanneer de
veiligheidsgordel achter wordt
losgeklikt terwijl de voedingsmodus is
ingeschakeld.
•
Knippert tijdens het rijden als u en/of
een van de passagiers de
veiligheidsgordel niet draagt. Er klinkt
een zoemer en het
waarschuwingslampje knippert met
regelmatige intervallen.
●
Gaat branden wanneer het laadniveau
van de hoogspanningsaccu laag is
(ongeveer 15%).
Uitleg
•
De zoemer stopt en het controlelampje gaat uit wanneer u en de
passagier de veiligheidsgordels vastgespen.
•
Blijft branden nadat u en/of de passagiers de
veiligheidsgordel(s) hebben vastgespt - Er kan zich een
detectiefout in de sensor hebben voorgedaan. Laat het voertuig
door een dealer controleren.
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel
2
●
Gaat branden - Het acceleratievermogen neemt af.
Laad de hoogspanningsaccu zo snel mogelijk op.
uuControlelampjesu
BLZ. 48
Wordt vervolgd
111