doende grip hebben om de controle
over het stuur te behouden. Dit
voertuig zal eerder slippen op
gladde oppervlakken dan een auto.
Grind, vuil en zand
Wees extra voorzichtig op grind,
grond of op zandige wegen en
verminder uw snelheid, zeker in
bochten. Deze oppervlakken geven
minder grip dan een verhard weg-
dek en zelfs met VSS kunt u de
controle over het stuur verliezen.
Nat wegdek en plassen
Normaal hebt u op een wegdek dat
vochtig of nat is voldoende tractie
om de controle over het stuur te
behouden, zolang er geen laag
water op het wegdek ligt (zoals bij
plassen of water dat over de weg
stroomt). Net als andere voertuigen
kan dit voertuig aquaplanen als u
te snel door water op de weg rijdt,
maar aquaplaning gebeurt bij lagere
snelheden dan bij de meeste auto's
of motorfietsen. In dieper water is
het risico op aquaplaning groter.
Let op het opspattende water van
andere voertuigen die door water
rijden om een idee te krijgen van
hoe diep het water is.
Bij aquaplaning gaan één of meer
wielen op een laag water omhoog,
zodat die het contact met de weg
verliezen. Als dat met het achter-
wiel gebeurt, kunt u voelen dat het
opzij schuift. Bij aquaplaning krijgen
de wielen niet de tractie die vereist
is om de controle over het voertuig
te behouden. U kunt de controle
over het voertuig verliezen en gaan
slippen. VSS kan u dan niet helpen.
Vermijd grote waterplassen of
stromend water, en rijd trager of
ga aan de kant staan bij zware re-
gen. Vertraag vooraf zoveel moge-
lijk als u door water moet.
Test uw remmen als u door water
hebt gereden. Rem eventueel
meerdere keren om de remblokjes
te laten drogen door wrijving.
Met goed onderhouden banden
loop u minder risico op aquapla-
ning. Houd steeds de aanbevolen
druk aan:
Raadpleeg BANDENSPANNING in
het gedeelte ONDERHOUDSPRO-
CEDURES .
OPMERKING: Het drukverschil
tussen de linker- en rechterband
mag niet groter zijn dan 3,4 kPa.
Vervang banden waarop de maxi-
male
loopvlakslijtage-indicator
zichtbaar is om het risico op aqua-
planing zo klein mogelijk te houden.
In het midden van een rijvak kan
het bijzonder glad zijn als het pas
is beginnen regenen, omdat olie en
stof zich daar met het water ver-
mengen. Als het wat langer heeft
geregend, kan het water op een
versleten wegdek in groeven sa-
menstromen. Vermijd die twee zo-
nes met weinig tractie. Houd uw
voorbanden zoveel mogelijk in de
zones met het meeste grip.
Gebruik off-road
Gebruik dit voertuig niet off-road.
Het voertuig kan ruwe, oneffen
oppervlakken met weinig tractie,
zoals die bij rijden off-road voorko-
men, niet aan. U kunt makkelijk
vast komen te zitten, de controle
over het stuur verliezen of omkan-
telen. Bovendien kan dat in bepaal-
de regio's illegaal zijn.
Obstakels, gaten en bulten
Probeer zo weinig mogelijk over
obstakels, gaten en bulten te rijden.
Als u er toch over moet rijden, ver-
traag dan zoveel mogelijk van tevo-
ren en laat de rem los terwijl u er-
overheen gaat. Benader brede ob-
stakels of bulten zo recht mogelijk
zodat de twee voorbanden er tege-
lijk overgaan. Bestuurders staan
VERKEERSSTRATEGIEEN
91