ONDERHOUDSPROCEDURES
Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen
voor de elementaire onderhouds-
procedures.
Vanwege de complexiteit van
sommige onderhoudsprocedures
is goede mechanische deskundig-
heid vereist.
Diverse procedures moeten wor-
den uitgevoerd door een erkende
Can-Am On-Road dealer, reparatie-
bedrijf of persoon van uw keuze.
Als u niet comfortabel bent met de
mechanica, neem dan contact op
met een erkende Can-Am On-Road
dealer, reparatiebedrijf of persoon
van uw keuze.
WAARSCHUWING
Schakel de motor uit en volg
deze procedures wanneer u het
onderhoud uitvoert. Als u de
onderhoudsprocedures
precies opvolgt, kunt u letsel
oplopen door hete of bewegen-
de
onderdelen,
chemicaliën of andere gevaren.
Motorolie
Aanbevolen motorolie
Op model SE6 wordt de motor, de
versnellingsbak, de koppeling en
de
hydraulische
(HCM) met dezelfde olie gesmeerd.
®
Rotax
motoren werden ontwik-
keld en gevalideerd met de XPS
olie.
BRP raadt u aan altijd XPS-motor-
olie of een gelijkwaardig middel te
gebruiken.
OPMERKING
Voeg geen additie-
ven aan de aanbevolen motorolie
toe.
Schade veroorzaakt door het ge-
bruik van een olie die niet geschikt
is voor de motor of door het toevoe-
gen van een additief, wordt wellicht
120
niet
elektriciteit,
regelmodule
niet gedekt door de beperkte garan-
tie van BRP.
XPS
AANBEVOLEN MOTOROLIE
4T 5W40 synthetische gemengde olie
Als DE AANBEVOLEN XPS MOTOROLIE
NIET BESCHIKBAAR IS
Gebruik een 5W40 4-takt SAE synthetische
motorolie die aan de volgende specificaties
van de smeermiddelindustrie voldoet of deze
overtreft:
API-serviceklassificatie SJ, SL, SM
of SN
Controleer altijd de certificering op het
API-servicelabel van de olieflacon. Die moet
minstens over een van de vermelde
specificaties beschikken.
Het motoroliepeil controleren
OPMERKING
Een incorrect olie-
peil kan ernstige schade aan de
motor aanrichten. Volg deze
procedure voor een nauwkeurige
controle van het motoroliepeil.
Voor het controleren van het motor-
oliepeil moet de motor op normale
bedrijfstemperatuur zijn.
OPMERKING
de olie bij een koude motor resul-
teert in overvullen.
1.
Maak een rit van minimaal
15 km.
2.
Parkeer het voertuig op een
vlak oppervlak.
3.
Laat de motor minstens 20
seconden stationair draaien.
Het bijvullen van