NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
9) Achteruitrijden
Doel
-
Vertrouwd raken met de bestu-
ring van het voertuig en de
draaicirkel in achteruit.
Aanwijzingen
In Achteruit schakelen. Zie BA-
-
SISPROCEDURES .
-
Controleer of de ruimte achter
u vrij is. Blijf achteruit kijken. Let
op dat u met uw voorwielen
nergens tegenaan botst terwijl
u achteruit rijdt. Laat de gas los
en druk de rem in om te vertra-
gen en te stoppen, net als
wanneer u gewoon rijdt.
-
Rijd telkens een meter achteruit
en stop tussendoor.
-
Beperk uw snelheid en rijd nooit
langere afstanden achteruit.
-
Hebt u het achteruitrijden goed
onder de knie, probeer dan
achterwaarts een parkeerplaats
in te rijden, als aangegeven op
het onderstaande schema.
1. Start
2. Achteruit
3. Stop
4. Vooruit
84
Rijvaardigheden voor
gevorderden
Zodra u de basisvaardigheden on-
der de knie hebt, kunt u zich toeleg-
gen op de meer gevorderde rijvaar-
digheden. Leer eerst de VERKEERS-
STRATEGIEEN in het volgende
hoofdstuk. Daarna kunt u zich met
uw voertuig op de weg begeven in
weinig risicovolle situaties.
Begin te rijden in minder uitdagen-
de situaties:
-
Korte afstanden
-
Mooi weer
-
Weinig verkeer
-
Overdag
-
Lage snelheden
-
Geen passagier.
Naarmate uw vaardigheden verbe-
teren, kunt u geleidelijk overgaan
naar meer uitdagende rijsituaties.