De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door te drukken op de knop
u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
VOORZICHTIG: Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet
op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
VOORZICHTIG: HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met
de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de
printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
2
Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch afgehandeld. Wijzig de
instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale
papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Zie Papierformaat selecteren op pagina 11 voor meer
informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten.
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
NLWW
(Aan/uit) op de printer. Wacht tot het lampje uitgaat voor
Documenten afdrukken op pagina 28
Brochures afdrukken op pagina 29
Afdrukken op enveloppen op pagina 31
Foto's afdrukken op pagina 33
Afdrukken op speciaal en aangepast papier op pagina 35
Documenten of foto's zonder rand afdrukken op pagina 37
De printer uitschakelen
27