3.
Controleer de voorkant van de printer.
a.
Open de toegangsklep van de inktcartridges.
b.
Als er papier is achtergebleven in de printer, controleert u of de wagen met inktcartridges helemaal
rechts in de printer staat, verwijdert u papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u het
papier naar u toe langs de voorkant van de printer.
c.
Verplaats de wagen naar links, zoek naar vastgelopen papier in de printer aan de rechterkant van
de wagen, verwijder papiersnippers of verkreukeld papier, en trek het papier langs de voorzijde van
de printer naar u toe.
WAARSCHUWING! Kom niet met uw handen in de printer als de printer aanstaat en de wagen vastzit.
Als u de toegangsklep voor inktcartridges opent, moet de wagen terugkeren naar de rechterkant van de
printer. Als dit niet gebeurt, schakelt u de printer uit voordat u het vastgelopen papier verwijdert.
4.
Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen. Vervolgens zet u de printer aan (als
u de printer had uitgezet) en verzendt u de afdruktaak opnieuw.
Een papierstoring in de automatische documentinvoer verhelpen
1.
Til de kap van de automatische documentinvoer omhoog.
156 Hoofdstuk 8 Een probleem oplossen
NLWW