Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is mislukt
Steek het telefoonsnoer in de juiste poort.
1.
Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en
het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: Indien u de 2-EXT-poort gebruikt om de printer aan te sluiten op de telefoonaansluiting
op de wand, kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. De 2-EXT-poort moet alleen worden gebruikt
om andere apparatuur aan te sluiten, zoals een antwoordapparaat.
Afbeelding 8-1 Achteraanzicht van de printer
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
2.
Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te
controleren of de printer klaar is om te faxen.
3.
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
●
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die
●
wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt
●
gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de
achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
NLWW
Faxproblemen oplossen 121