Tips voor de keuze en het gebruik van papier
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd papier dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie Papierspecificaties op pagina 165
●
voor meer informatie.
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische documentinvoer (ADF).
●
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie Plaats papier op pagina 16 of
●
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie Plaats papier op pagina 16 of Een origineel in de
●
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen op pagina 15 voor meer informatie.
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, kunt u de
●
volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
—
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
—
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
—
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert
—
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
—
Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
—
NLWW
Papierformaat selecteren
13