2.
Til het lipje op aan de voorste rand van de ADF.
3.
Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan.
VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en
wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet
alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen.
4.
Sluit de printerkap van de automatische documentinvoer door het stevig naar beneden te duwen tot het
op zijn plek wordt vergrendend.
Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade.
●
Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
●
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te
●
bewaren.
Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer.
●
Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Ga voor meer informatie naar Plaats
●
papier op pagina 16.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Plaats niet teveel papier in de documentinvoerlade. Zie Papierspecificaties op pagina 165 voor
●
informatie over het maximale aantal vellen dat de automatische documentinvoer kan bevatten.
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al het papier in de
●
invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
Verschuif de papiergeleiders in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanliggen. Zorg dat de
●
papiergeleiders het papier in de papierlade niet buigen.
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
●
Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen op licht papier af.
●
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Raadpleeg Papierspecificaties
●
op pagina 165 voor meer informatie.
NLWW
Papierstoringen oplossen 157