automatisch overgenomen. In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen, zodat de printer
geen faxoproepen kan ontvangen.
Als u naast de printer een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde telefoonlijn, kan een van de volgende
●
problemen zich voordoen:
Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor de printer.
—
Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of te luid zijn, waardoor de
—
printer geen faxtonen kan detecteren en het verzendende faxapparaat de verbinding verbreekt.
Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor de printer geen faxtonen kan
—
detecteren. Dit probleem komt het vaakst voor bij digitale antwoordapparaten.
De volgende handelingen kunnen helpen bij het oplossen van deze problemen:
Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om
—
het antwoordapparaat rechtstreeks met de printer te verbinden, zoals is beschreven in Situatie I:
Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat op pagina 218.
Controleer of de printer is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. Raadpleeg Een fax
—
ontvangen op pagina 60 voor meer informatie over het instellen van de printer voor het
automatisch ontvangen van faxen.
Controleer of bij de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon is ingesteld op een groter aantal
—
beltonen dan het antwoordapparaat. Raadpleeg Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen
instellen op pagina 71 voor meer informatie.
Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt
—
faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat.
Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van
—
ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een
niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht.
Laat geen achtergrondgeluid toe tijdens het opnemen van deze stilte. Probeer opnieuw een fax te
ontvangen.
OPMERKING: Sommige digitale antwoordapparaten nemen de opgenomen stilte aan het eind van
uw uitgaande bericht niet op. Speel uw uitgaande bericht af om dit te controleren.
Als de printer de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur, zoals een antwoordapparaat, een
●
computermodem of een schakelkast met meerdere poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk. Het
faxsignaal kan ook minder sterk zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren aansluit om het bereik
van de telefoon te vergroten. Een zwakker faxsignaal kan problemen met de ontvangst van faxen
veroorzaken.
Als u wilt weten of andere apparatuur een probleem veroorzaakt, koppelt u alles van de telefoonlijn los
behalve de printer en probeert u opnieuw een fax te ontvangen. Indien u zonder de andere apparatuur
goed faxen kunt ontvangen, worden de problemen veroorzaakt door een of meer andere apparaten.
Voeg de apparaten een voor een toe en ontvang na elk toegevoegd onderdeel een fax, totdat u kunt
vaststellen welk apparaat het probleem veroorzaakt.
Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de service voor specifieke belsignalen
●
van uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op de
printer overeenkomt. Zie Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen op pagina 71
voor meer informatie.
NLWW
Faxproblemen oplossen 127