Opmerking: zorg ervoor dat de sensor toegang heeft tot alle 2D-streepjescodes.
2D-streepjescodes op reagenstroggen, de trog voor magnetische deeltjes en het enzymrek worden
gecontroleerd. Daarnaast wordt de doorprikstatus van de reagenscartridge gecontroleerd.
2D-streepjescodes.
Als de reagenscartridge is afgesloten en niet doorgeprikt, wordt het vloeistofniveau van alle
reagentia in de reagenscartridge op de oorspronkelijke waarde vastgesteld. Een extra
vloeistofniveaucontrole wordt niet uitgevoerd.
Beide reagenscartridgeslots worden gescand.
Opmerking: zorg ervoor dat buffertroggen goed passen binnen de reagenscartridge, anders
kunnen er vloeistofniveaudetectiefouten optreden.
Opmerking: voorkom schudden met de reagenscartridge, omdat buffers hierdoor kunnen gaan
schuimen. Dit kan leiden tot detectiefouten van vloeistofniveaus.
Opmerking: vul gedeeltelijk gebruikte reagenscartridges niet bij en vervang de reagenscartridge
van een lopende batch niet, omdat dit kan leiden tot fouten tijdens de werking of pipetteren.
Opmerking: meng geen enzymrekken of troggen voor buffers of magnetische deeltjes van
verschillende reagenscartridge en/of verschillende partijnummers.
Laserscan – tiprekslots
Alle 18 tiprekslots worden gescand om te bepalen welk type tiprek is geladen.
Alle tiprekslots waarin een tiprek werd gedetecteerd, worden gescand om het aantal tips te
bepalen. Als een tip is gedetecteerd in de eerste en laatste positie van het tiprek, wordt het
tiprek gecategoriseerd als vol. Als de eerste of laatste tip ontbreken, wordt een volledige scan
uitgevoerd om het aantal tips in het tiprek te bepalen.
QIAsymphony SP/AS Geconsolideerde bedieningshandleiding
05/2022
97