Interne controles laden
Als voor een protocol het gebruik van een interne controle nodig is, moet deze interne controle
worden gedefinieerd in de corresponderende assaycontroleset. Als een assaycontroleset wordt
toegewezen aan een monster, wordt niet alleen gespecificeerd welk protocol moet worden
gebruikt, maar ook welke interne controles aan het monster moeten worden toegevoegd.
De QIAsymphony SP ondersteunt het gebruik van interne controles, maar uitsluitend in combinatie
met monsters die in de buizendrager zijn geladen.
Opmerking: interne controles moeten met een buizendrager in 'Slot A' worden ingeladen.
Opmerking: laad geen interne controles in 'Slots 1-4'.
Per batch van 24 monsters kunnen er acht verschillende interne controles worden gebruikt en voor
één run kunnen er maximaal 24 verschillende interne controles worden gebruikt. Buizen met een
interne controle moeten in het juiste inzetstuk worden geplaatst voordat ze in de buizendrager
worden gezet.
Het laden van de benodigde interne controles voor (een) opgevraagde batch(es) wordt gevalideerd
voordat de run van start gaat.
Als de buizen met een interne controle zijn voorzien van een streepjescode en identificatie van de
buizen is gedefinieerd in een assaycontroleset, detecteert de QIAsymphony SP automatisch welke
interne controle op welke positie staat.
Als de buizen niet zijn voorzien van een streepjescode, moet informatie over de interne controle
handmatig worden ingevoerd.
Nadat de buizendrager in 'Slot A' is geplaatst, dient u onderstaande stappen te volgen om
informatie over de interne controle in te voeren.
1. Druk op de knop IC om interne controles te controleren of te
2. Selecteer de positie waarvoor een interne controle nodig is,
QIAsymphony SP/AS Geconsolideerde bedieningshandleiding
wijzigen.
Het scherm Internal Controls (Interne Controles) verschijnt.
handmatig door op de knop te drukken.
05/2022
93