Inhoudsopgave
Advertenties
6. Als de parameters voor meer dan één assay moeten worden gewijzigd, herhaal dan stappen
2-5 voor de andere assay(s).
7. Kies het benodigde elutievolume uit de lijst Eluate Volume
(Eluaatvolume) aan de linkerzijde van het scherm door op de juiste
knop te drukken, om het standaard elutievolume te overschrijven.
8. Druk op OK om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het
scherm Assay Assignment (Assaytoewijzing).
Opmerking: als de parameters zijn gewijzigd, worden de wijzigingen niet opgeslagen in de
assays. Ze worden alleen voor de huidige run gebruikt. Om parameters in een assay voor
toekomstige runs te wijzigen, gebruik dan het editorhulpmiddel Process Definition (Procesdefinitie)
van de QIAsymphony Management Console.
Assays toewijzen met behulp van werklijsten
Als een werklijst wordt gebruikt, worden assays automatisch toegewezen aan monsters via hun
geschreven streepjescode(s), zoals ze zijn gedefinieerd in de werklijst(en). De batches waaraan
assays zijn toegewezen door middel van werklijsten, zijn gemarkeerd met een werklijstsymbool in
de kolom Assays (Assays) (omcirkeld in onderstaande afbeelding). Afhankelijk van de configuratie
kunnen de toewijzingen worden bewerkt in het scherm Assay Assignment (Assaytoewijzing) door
op de knop Define Assays (Definieer Assays) te drukken.
QIAsymphony SP/AS Geconsolideerde bedieningshandleiding
05/2022
124
Advertenties
Inhoudsopgave
