Opmerking: blijf de buizendrager met uw andere hand ondersteunen tijdens het laadproces. Anders
kan het handvat afbreken.
Opmerking: zorg ervoor dat u de drager soepel in het slot schuift, omdat er anders fouten kunnen
optreden.
Opmerking: er kan alleen een buizendrager met interne controles in 'Slot A' worden geladen.
Buizendrager met monsters moeten in 'Slot 1', 'Slot 2', 'Slot 3' of 'Slot 4' worden geladen.
Opmerking: als u twee buizen moet laden met dezelfde streepjescode/ID in dezelfde buizendrager,
zet ze dan niet direct naast elkaar. Anders treedt er een fout op.
Opmerking: als u monsterbuizen gebruikt die niet zijn voorzien van streepjescodes en in
verschillende inzetstukken staan, gebruik dan of één type inzetstuk per buizendrager of laat ten
minste één positie leeg tussen de verschillende inzetstuktypen.
Opmerking: als u monsterbuizen gebruikt die niet met streepjescodes zijn gelabeld en de
QIAsymphony SP maakt gebruik van een andere configuratie dan configuratie 3, kunnen buizen
met kleine vloeistofvolumes of doorzichtige vloeistoffen wellicht niet worden waargenomen.
Gebruik in dit geval een blanco streepjescodelabel om waarneming van de monsterbuis mogelijk
te maken.
Opmerking: duw de buisjes naar de bodem van de buizendrager of het inzetstuk (als dit worden
gebruikt) om een goede vloeistofpeildetectie mogelijk te maken.
Continu laden
Het is ook mogelijk om aanvullende monsters te laden en in de wachtrij te zetten als een run al
bezig is. In deze modus kunt u alleen assaycontrolesets toewijzen die compatibel zijn met de
ingeladen reagenscartridge.
Continu laden van de QIAsymphony SP is mogelijk voor tot 96 monsters in een willekeurig aantal
batches, mits de lade met verbruiksartikelen volledig is geladen voordat de eerste batch wordt
gestart.
Nadat monsters zijn geladen, mogen gebruikers leesfouten van streepjescodes corrigeren, labware
veranderen, assaycontrolesets toewijzen en het elutieslot en het elutievolume definiëren.
QIAsymphony SP/AS Geconsolideerde bedieningshandleiding
05/2022
91