Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden
tot ernstige of dodelijke verwondingen.
OPMERKING: In dit deel worden de
basisfuncties van de diverse bedie-
ningselementen van uw voertuig toe-
gelicht. Meer details over het gebruik
van individuele bedieningselementen
in combinatie met andere vindt u in de
BEDIENINGSINSTRUCTIES verder in
dit deel.
1) Gashendel
Bevindt zich rechts van het stuur.
Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt
het motortoerental tot het juiste ni-
veau om de schakeling naar de geko-
zen versnelling toe te laten.
Zodra de hendel wordt losgelaten
keert de motor automatisch terug
naar stationair toerental en vertraagt
het voertuig geleidelijk.
TYPISCH
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
______________________
82
WAARSCHUWING
2) Keuzeschakelaar
Bevindt zich bovenaan op de gashen-
del. Deze keuzeschakelaar heeft geen
functie bij de modellen in de Europese
Gemeenschap.
3) Remhendel
Bevindt zich links van het stuur. Wan-
neer de remhendel wordt ingedrukt,
worden de voor- en achterremmen
geactiveerd. Wanneer hij wordt los-
gelaten moet de hendel automatisch
terugkeren naar zijn oorspronkelijke
stand. Het remeffect is afhankelijk
van de kracht die op de hendel wordt
uitgeoefend en van het type en de
toestand van het terrein.
OPMERKING: Net als bij andere voer-
tuigen op wielen verschuift het ge-
wicht bij het remmen naar de voor-
wielen. Om efficiënter te kunnen
stoppen, verdeelt het remsysteem
meer remkracht naar de voorwielen.
Dit beïnvloedt het rijgedrag en de be-
sturing van het voertuig wanneer u
bruusk remt. Houd hier rekening mee
bij het remmen.
TYPISCH
1. Remhendel
2. Om te remmen
2WD/4WD