VLOEISTOFFEN
Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden
tot ernstige of dodelijke verwondingen.
OPMERKING: In dit hoofdstuk ver-
neemt u alles over de aanbevolen
vloeistoffen en de juiste werkwijze
om het vloeistofpeil te controleren.
Voor het vervangen van vloeistoffen
zie ONDERHOUD.
Brandstof
Aanbevolen brandstof
Gebruik gewone loodvrije benzine van
de pomp of geoxygeneerde brandstof
met maximaal 10% ethanol of metha-
nol of beide. De gebruikte benzine
met het volgende aanbevolen minima-
le octaangetal hebben.
OCTAANGETAL
92 RON
LET OP: Experimenteer nooit met
andere brandstoffen. Het gebruik
van niet-aanbevolen brandstoffen
kan leiden tot slechte rijprestaties
en beschadiging van belangrijke
onderdelen van het brandstofsys-
teem en de motor.
LET OP: Meng nooit olie door de
brandstof. Dit voertuig heeft een
4-taktmotor. Er moet alleen olie
aan de motor worden toegevoegd.
WAARSCHUWING
Brandstofpeil
Stop de motor altijd voor u tankt.
Draai de dop langzaam open. Als
u een drukverschil vaststelt (flui-
tend geluid terwijl u de dop los-
draait), laat uw voertuig dan na-
kijken en/of repararen voordat u
er opnieuw mee rijdt. Brandstof
is ontvlambaar en explosief in
bepaalde omstandigheden. Con-
troleer het brandstofpeil nooit met
behulp van een open vlam. Rook
niet en vermijd vuur en vonken in
de buurt van de brandstof. Werk
altijd in een goed verluchte ruim-
te. Vul de brandstoftank nooit bij
voordat u het voertuig naar een
warme plaats verplaatst.
mate de temperatuur stijgt, zet
de brandstof uit en kan uw tank
overlopen. Wis op het voertuig
gemorste brandstof onmiddellijk
weg.
Motorolie
Aanbevolen olie
Gebruik minerale 4-taktolie die voldoet
aan de vereisten van de API-classifi-
catie SM, SL of SJ of deze overtreft.
Controleer altijd of het API-label op de
oliebus minstens één van deze nor-
men bevat.
_____________________
WAARSCHUWING
Naar-
105