Houd u altijd aan de wegcode, wan-
neer u zich met uw voertuig op de
openbare weg begeeft, zelfs op
een aardeweg of grindpad.
Rijd nooit met dit voertuig zonder
een goed passende, goedgekeur-
de helm op. De bestuurder en de
passagier (2-UP modellen) moeten
altijd oogbescherming (bril of ge-
laatsscherm), handschoenen, laar-
zen, een hemd of jack met lange
mouwen en een lange broek dra-
gen. De passagier van een 2-UP
model moet een goedgekeurde
helm met harde kinbeschermer
dragen.
Gebruik nooit alcohol of drugs voor
of tijdens het rijden met dit voer-
tuig.
Probeer nooit op twee wielen te rij-
den, te springen of andere stunts
uit te voeren.
Rijd altijd traag en wees extra voor-
zichtig wanneer u op onbekend ter-
rein rijdt. Wees altijd alert voor ver-
anderingen in het terrein wanneer u
met dit voertuig rijdt. Vergeet nooit
dat u een passagier vervoert, wan-
neer u een 2-UP model bestuurt.
Rijd nooit op te ruige, gladde of los-
se ondergrond, tot u de nodige vaar-
digheden heeft verworven om uw
voertuig onder controle te houden
op dergelijk terrein. Wees altijd ui-
terst voorzichtig op dergelijk terrein.
Vergeet nooit dat u een passagier
vervoert, wanneer u een 2-UP mo-
del bestuurt.
Volg altijd de juiste procedures om
te draaien, die u verder in deze Ge-
bruikershandleiding vindt. Oefen
het draaien met lage snelheid voor-
dat u het sneller probeert. Draai
nooit met te hoge snelheid. Een
passagier meenemen op een 2-UP
model kan de stabiliteit en bestu-
ring van het voertuig ingrijpend
beïnvloeden.
__________
14
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Begeef u met dit voertuig nooit op
hellingen die te steil zijn voor het
voertuig of voor uw rijvaardigheid.
Vergeet niet dat de bestuurder van
een 2-UP model verantwoordelijk is
voor de veiligheid van zijn passagier.
Laat hem in geval van twijfel afstap-
pen voordat u bergop rijdt. Denk
eraan: wanneer u met een passa-
gier rijdt heeft dit een grote invloed
op de besturing van uw voertuig, de
stabiliteit en de remafstand.
Volg altijd de juiste procedures om
bergop te rijden, die u verder in
deze Gebruikershandleiding vindt.
Controleer het terrein aandachtig
voordat u een helling begint op te
rijden. Rijd nooit een helling op met
een te gladde of losse ondergrond.
Bestuurder en passagier (2-UP mo-
dellen) moeten hun gewicht naar
voor verplaatsen. Open de gasklep
niet plots en schakel niet bruusk.
Rijd nooit met hoge snelheid over
de top van een heuvel. Vergeet
nooit dat u een passagier vervoert,
wanneer u een 2-UP model be-
stuurt.
Volg altijd de juiste procedures om
bergaf te rijden en te remmen op
een helling, die u verder in deze
Gebruikershandleiding vindt. Con-
troleer het terrein aandachtig voor-
dat u een helling begint af te rijden.
Bestuurder en passagier (2-UP mo-
dellen) moeten hun gewicht naar
achter verplaatsen. Rijd nooit met
hoge snelheid van een heuvel. Rijd
niet van een heuvel met een hoek
waarin het voertuig sterk naar één
kant gaat overhellen. Rijd liefst
recht naar beneden. Vergeet nooit
dat u een passagier vervoert, wan-
neer u een 2-UP model bestuurt.
__________