Bergaf rijden
Dit voertuig kan steilere hellingen beklimmen dan het veilig kan afdalen. Daarom
dient u er zeker van te zijn dat er een veilige weg naar beneden is, voordat u aan
een beklimming begint.
Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig gaan
schuiven. Houd een constante snelheid aan en/of versnel iets om het voertuig
opnieuw onder controle te krijgen.
Dwars op een helling rijden
Dit moet zoveel mogelijk worden vermeden. Is het toch noodzakelijk, wees dan
uiterst voorzichtig. Laat uw passagier altijd afstappen voordat u dit doet. Wan-
neer u dwars op een steile helling rijdt kunt u kantelen. Bovendien kunt u op
gladde of onvaste oppervlakken oncontroleerbaar wegschuiven. Probeer nooit
uw voertuig bergafwaarts te draaien door te schuiven. Vermijd alle voorwerpen
of inzinkingen die de overhelling van het voertuig naar één zijde nog versterken,
om te voorkomen dat het voertuig kantelt.
Steile dalingen
Dit voertuig zal gewoonlijk stoppen wanneer de voor- of achterwielen over een
steile daling rijden. Als het om een steile, diepe afgrond gaat zal het voertuig
met zijn neus naar beneden duiken en kantelen.
Vermijd steile dalingen. Keer om en kies een alternatieve route.
Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden
tot ernstige of dodelijke verwondingen.
___________
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSINFORMATIE
__________
57