98
Kritieke afstand vooruit en Kritieke diepte
Kritieke afstand vooruit en Kritieke diepte zijn door de gebruiker ingestelde drempelwaarden
waarmee u een kritieke zone vooruit kunt definiëren.
Als u in water vaart dat ondiep genoeg is om in de kritieke zone te belanden, wordt het
alarm Kritieke zone geactiveerd. U kunt de kritieke waarschuwingszones weergeven door de
menuoptie Zones tonen te activeren.
ForwardScan-beeld met geactiveerde weergave van zones
1
Kritieke zone
2
Kritieke zone
De waarden voor Waarschuwing afstand vooruit en Waarschuwing diepte zijn gebaseerd op
de geselecteerde waarden voor Kritieke afstand vooruit en Kritieke diepte.
Ú Notitie:
Om waarschuwingen over kritieke zones te krijgen, schakelt u het ForwardScan-
alarm in het dialoogvenster Alarminstellingen in. Voor meer informatie over het
inschakelen van alarmen raadpleegt u Alarmen.
Transducerhoek
We raden u aan om de transducer verticaal op de waterlijn te installeren. Mocht dit niet
mogelijk zijn, dan kunt u het verschil tussen de transducerhoek en de waterlijn aanpassen via
de instelling Transducerhoek.
De hoek kan worden aangepast van 0 (verticaal) tot 20 graden.
Waarschuwing:
Aanpassingen aan de transducerhoek dienen met zorg te
worden uitgevoerd. Grote variaties in de transducerhoek kunnen de
dieptegegevens vervormen, waardoor obstakels onderwater sneller geraakt
kunnen worden.
Diepte-offset
Alle transducers meten de waterdiepte van de transducer tot de bodem. Daardoor tellen de
waterdieptewaarden voor de afstand tussen de transducer en het laagste punt van de boot
(bijvoorbeeld: de onderkant van de kiel, het roer of de scheg) in het water of vanaf de
transducer tot het wateroppervlak niet mee.
Meet voorafgaand aan het instellen van de offset de afstand van de transducer naar het
laagste punt van de boot in het water, of van de transducer naar het wateroppervlak.
ForwardScan
| NSS evo3 Gebruikershandleiding