Pagina 1
NSS evo3S Gebruikershandleiding NEDRELANDS www.simrad-yachting.com...
Pagina 3
Yamaha. Productreferenties Navico Deze handleiding heeft betrekking op de volgende producten van Navico: • Broadband Radar™ (Broadband Radar) • Broadband 3G™ (Broadband 3G Radar) • Broadband 4G™ (Broadband 4G Radar) Voorwoord | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 4
Deel 15 van de FCC-regels. Deze apparatuur genereert, gebruikt en veroorzaakt mogelijke straling van radiofrequente energie en kan, indien niet geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies, schadelijke interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde Voorwoord | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 5
Wordt gebruikt om de aandacht van de lezer op een opmerking of belangrijke informatie te richten. Waarschuwing: Wordt gebruikt als het noodzakelijk is personen te waarschuwen voorzichtig te werk te gaan om letsel en/of schade aan personen/apparatuur te voorkomen. Voorwoord | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 6
U wordt tijdens het opstarten gevraagd om uw apparaat te registreren. U kunt het apparaat ook registreren door de instructies te volgen bij het selecteren van de registratieoptie in het dialoogvenster met systeeminstellingen of het dialoogvenster met systeembesturingselementen. Voorwoord | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 7
De functie Search and Rescue (SAR) 3D kaarten Tracks Tracks kleuren op basis van gegevens Kaartoverlay C-MAP kaarten Navionics-kaarten Kaartinstellingen 40 Waypoints, routes en tracks Dialoogvensters Waypoints, Routes en Tracks Het dialoogvenster Plot Waypoints Routes Tracks C-MAP Embark Inhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 8
Boot met AIS oproepen DSC-vaartuigtracering AIS SART Vaartuigalarmen Symbolen AIS doelen Vaartuiginstellingen 71 Echosounder Info over Vereisten Het beeld Meerdere bronnen Het beeld zoomen Gebruik van de cursor op het paneel Historie weergeven Loggegevens opnemen Opgenomen gegevens weergeven Inhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 9
Meer opties Echosounderinstellingen 93 StructureMap Over StructureMap Het StructureMap beeld StructureMap bronnen StructureMap tips StructureMaps gebruiken met topografische kaarten Structuuropties 96 ForwardScan Informatie over ForwardScan Het ForwardScan beeld Het ForwardScan-beeld instellen Meer opties Voorl. koers verlenging Inhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 10
130 Een audiobron selecteren 130 Een AM/FM-radio gebruiken 130 Sirius radio 131 DVD video bekijken 132 Weer 132 Informatie over de weerfunctie 132 Windveren 132 Weerdetails tonen 132 GRIB weer 134 SiriusXM weer 137 Weeralarmen Inhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 11
158 Integratie van apparaten van derden 158 Integratie SmartCraft VesselView 158 Bediening FLIR camera 159 Suzuki motorintegratie 159 Yamaha Motor integratie 160 Evinrude 160 Integratie FUSION-Link 160 Integratie BEP CZone 160 Power-Pole-ankers 161 Power-Pole oplaadmodule 162 Naviop Inhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 12
163 Bijlage 163 Bediening via het aanraakscherm 164 Bediening met een toetsenbord 165 Bediening met een muis 165 Statusbalkpictogrammen Inhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 13
Pijlknoppen • Indrukken om de cursor te activeren of te verplaatsen. • Menubediening: indrukken om door de menu-items te navigeren en een waarde aan te passen. Inleiding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 14
Home pagina De Home pagina is op elk moment toegankelijk door de knop Home te selecteren. Knop Instellingen Werkbalk Statusbalk Knoppen voor toepassingspagina's Brug bediening Knop Sluiten, sluit het huidige paneel. Inleiding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 15
De knop Pagina’s op een externe bedieningsunit ingedrukt te houden • Tegelijkertijd op de toetsen Ctrl en puntkomma (;) op een toetsenbord drukken MOB-waypoint In een noodsituatie kunt u een Man Overboord (MOB)-waypoint opslaan op de huidige positie van het vaartuig. Inleiding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 16
Een vooraf gedefinieerde gesplitste pagina toont meer dan één applicatiepagina op een paneel. U kunt de splitsing op een vooraf gedefinieerde gesplitste pagina aanpassen. Zie "De splitsing aanpassen op pagina’s met meerdere panelen" op pagina 23. Inleiding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 17
21. Bedieningsbalk De bedieningsbalk bevat knoppen voor het starten van de controllers of functies die in uw systeem zijn ingeschakeld. De verschillende controllers worden verderop in de handleiding beschreven in de desbetreffende hoofdstukken. Inleiding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 18
Functies activeren Selecteer de knop van de functie die u wilt openen, instellen of in- of uitschakelen. Voor functies die in- en uitgeschakeld kunnen worden, geeft een gemarkeerde knop aan dat de functie is geactiveerd. Basisbediening | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 19
Hiermee schakelt u de instrumentenbalk in/uit voor alleen de huidige pagina. Registratie U wordt gevraagd uw apparaat te registreren. Schermafdruk Het maken van een schermafdruk: • Druk de knop Pagina's en de Aan/uit-knop tegelijk in Schermafdrukken worden in het interne geheugen opgeslagen. Basisbediening | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 20
Op een pagina met meerdere panelen kan er slechts een paneel tegelijk actief zijn. Het actieve paneel heeft een rand. U hebt alleen toegang tot het menu van het actieve paneel. Pagina met 2 panelen Pagina met 3 panelen Aanpassen van uw systeem | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 21
U moet de instrumentenbalk in de toepassing activeren om het menu van de instrumentenbalk te openen. De instrumentenbalk in- of uitschakelen De instrumentenbalk wordt standaard op het paneel getoond. U kunt de instrumentenbalk aan-/uitzetten in het dialoogvenster Systeem regelingen. Aanpassen van uw systeem | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 22
Als het u lukt om een hogere efficiëntie te bereiken dan uw nominale efficiëntie, dan bevindt u zich ergens in het bovenste deel van de groene zone. Aanpassen van uw systeem | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 23
Functies en applicaties beheren U kunt de functies en apps beheren en installeren/verwijderen. Wanneer een functie/app wordt verwijderd, wordt het pictogram van de home pagina verwijderd. De functie/app kan opnieuw worden geïnstalleerd. Aanpassen van uw systeem | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 24
Wijzig de naam van de brug, indien gewenst Sla de configuratie op De knop Brug bediening wordt weergegeven op de startpagina van alle displays die voor een brug zijn geconfigureerd. Aanpassen van uw systeem | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 25
U kunt een overzicht van beschikbare brugvoorinstellingen weergeven door de optie Brug bediening op de Home pagina te openen. Wanneer u een van de vooraf ingestelde configuraties selecteert, schakelen alle apparaten in die brug over naar de vooraf geconfigureerde pagina's. Aanpassen van uw systeem | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 26
Als er geen GPS-positie beschikbaar is, staat er een vraagteken in het vaartuigsymbool. Als er geen informatie over de koers beschikbaar is, oriënteert het vaartuigpictogram zich met behulp van de grondkoers (COG). Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 27
Verplaatst het vaartuigpictogram op het paneel om uw zicht vóór het vaartuig te maximaliseren. Informatie over kaartitems weergeven Wanneer u een kaartitem, waypoint, route of doel selecteert, wordt de basisinformatie voor het geselecteerde item getoond. Selecteer het pop-upvenster van het kaartitem om alle Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 28
De meetfunctie kan ook worden gestart zonder een actieve cursor. Beide meetpictogrammen zijn dan in eerste instantie op de positie van het vaartuig geplaatst. Het grijze pictogram volgt het vaartuig als het in beweging is, en het blauwe pictogram blijft op Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 29
Geavanceerde functies. Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van een SAR-gebied op de kaart. Het paarse gebied is het door u gedefinieerde gebied. Het licht oranje gearceerde gebied is het gebied dat door het systeem wordt berekend. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 30
Een SAR omzetten naar een route Met de optie Converteren naar route kunt u de SAR een naam geven, bewerken en opslaan in uw routebibliotheek. 3D kaarten De 3D optie geeft een driedimensionale grafische weergave van land- en zeecontouren. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 31
Ú Notitie: Standaard zijn tracks gekleurd volgens de kleurinstelling in het dialoogvenster Track wijzigen. Tracks kleuren op basis van brongegevens heeft voorrang boven de kleuring opgegeven in het dialoogvenster Track wijzigen. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 32
6 knopen), geel (meer dan 1 knoop en minder of gelijk aan 2 knopen) of groen (gelijk aan of minder dan 1 knoop), afhankelijk van de stroming op die locatie. Als er geen stroming is (0 knopen) wordt dit weergegeven als een vierkant wit pictogram. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 33
• Laag - toont het primaire niveau van informatie die niet verwijderd kan worden, en bevat informatie die in alle geografische gebieden vereist is. Het is niet bedoeld als informatie die volstaat voor veilige navigatie. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 34
Geeft verschillende delen van de zeebodem een andere kleurtint, afhankelijk van de gekozen arceringscategorie. Ú Notitie: De arceringsopties Samenstelling en Begroeiing zijn niet van toepassing op C- MAP-kaarten. Diepte 1 en diepte 2 Vooraf ingestelde diepten die de verschillende diepten in verschillende kleuren arceren. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 35
U kunt foto-overlays in 2D of 3D weergeven. Geen foto-overlay Foto-overlay, alleen land Volledige foto-overlay Fototransparantie Met deze optie stelt u de doorzichtigheid van de foto-overlay in. Met minimale transparantie zijn de kaartdetails vrijwel verborgen door de foto. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 36
-informatie die door gebruikers zijn geüpload naar Navionics Community en die op Navionics-kaarten beschikbaar gemaakt worden. Raadpleeg voor meer informatie de Navionics-informatie bij uw kaart of ga naar de website van Navionics: www.navionics.com. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 37
Het systeem maakt een animatie van de pijlen en/of meters om de ontwikkeling van getijden en stromingen over een bepaalde tijdsperiode te laten zien. Dynamische getijdeninformatie Dynamische stromingsinformatie De volgende pictogrammen en symbolen worden gebruikt: Huidige snelheid Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 38
Bepaalt welk pictogram wordt gebruikt op 3D kaarten. Afstandsringen De bereikringen kunnen worden gebruikt om de afstand weer te geven tussen uw vaartuig en andere paneelobjecten. De bereikschaal wordt automatisch door het systeem ingesteld zodat deze overeenkomt met de paneelschaal. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 39
Hiermee schakelt u de weergave van deze items op kaartpanelen in/uit. Ú Notitie: Als u tracks wilt weergeven in het kaartpaneel, moeten de optie Weergeven in het dialoogvenster Tracks en de optie Tracks in het dialoogvenster Kaartinstellingen allebei zijn ingeschakeld. Kaarten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 40
Sla een waypoint op de cursorpositie op als de cursor actief is, of op de positie van het vaartuig als de cursor niet actief is. Een waypoint opslaan: • Druk op de draaiknop Waypoints, routes en tracks | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 41
Een route bestaat uit een serie routepunten die worden ingevoerd in de volgorde waarin u wilt navigeren. Als u ee n route selecteert op het kaartpaneel, wordt de route groen, en wordt de naam van de route getoond. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 42
Als er geen compatibele kaarten zijn, is de menu-optie Dock-to-dock Autorouting of Easy Routing niet beschikbaar. Compatibele kaarten zijn onder meer C- MAP MAX-N+, Navionics+ en Navionics Platinum. Ga naar www.gofreemarine.com, www.c-map.com of www.navionics.com voor de volledige selectie beschikbare kaarten. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 43
Selecteer een routepunt in het dialoogvenster Bewerken om een nieuw routepunt in te voegen of het routepunt te verwijderen. Selecteer de display-opties om de route op de kaart weer te geven. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 44
Ú Notitie: Als u tracks wilt weergeven in het kaartpaneel, moet zowel de optie Weergeven in het dialoogvenster Track als de optie Tracks in het dialoogvenster Kaartinstellingen zijn ingeschakeld. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 45
Gebruik de C-MAP Embark functie om te synchroniseren tussen de unit en C-MAP Embark. Vereisten • Een account voor C-MAP Embark • Als u wilt synchroniseren, moet de unit zijn verbonden met internet. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 46
• Wijzigen: gebruik deze optie om aanmeldingsgegevens te wijzigen • Automatisch synchroniseren: synchronisatie vindt periodiek plaats op de achtergrond wanneer u verbinding hebt met internet • Nu synchroniseren - synchronisatie gebeurt onmiddellijk Waypoints, routes en tracks | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 47
Geeft de afstand tot het routepunt, de naam van het routepunt en de geschatte tijd om het routepunt te bereiken. De positiepanelen U kunt wisselen tussen het weergeven van het navigatiepaneel en het positiepaneel. U kunt het positiepaneel activeren in het menu. Navigeren | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 48
Als u ervoor kiest om de stuurautomaat niet te gebruiken, dan kan deze later met de stuurautomaatcontroller in de navigatiemodus worden gezet. Zie voor meer informatie over de functionaliteit van de stuurautomaat het hoofdstuk over de betreffende stuurautomaat. Navigatie-instellingen Navigeren | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 49
Wanneer het aankomstalarm is ingeschakeld, gaat er een alarm af wanneer het vaartuig het waypoint bereikt of zich binnen de opgegeven aankomstradius bevindt. Magnetische variatie Magnetische variatie is het verschil tussen ware peilingen en magnetische peilingen, veroorzaakt door het verschil in locaties tussen de geografische en magnetische Noordpool. Navigeren | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 50
Hier kunt u de Loran-kettingen (GRI) en het station van voorkeur voor de invoer van waypoints, de cursorpositie en het positiepaneel opgeven. Het grafische voorbeeld toont een cursorpositievenster met informatie over de Loran-positie. Raadpleeg voor meer informatie uw Loran systeemdocumentatie. Navigeren | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 51
Tracks en Trips. Opname van trip starten en stoppen Als u in de prompt voor automatische tripdetectie hebt gekozen om geen opname van de trip te starten, kunt u de opname handmatig starten op de pagina TripIntel. TripIntel | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 52
Dit geldt alleen voor de TripIntel-pagina en de zuinigheidsgrafiek. Getankte brandstof vastleggen Selecteer de knop Brandstof om de hoeveelheid getankte brandstof vast te leggen. De brandstofinformatie wordt gebruikt om de hoeveelheid resterende vaartuigbrandstof te berekenen. TripIntel | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 53
Namen van tripopnamen wijzigen Bij het aanmaken van trips worden generieke namen toegekend. U kunt de tripnaam wijzigen in een betekenisvollere naam. Selecteer de naam in de historielijst en selecteer vervolgens de naam in het dialoogvenster Triphistorie details. TripIntel | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 54
Activeer een van de radarpanelen en selecteer vervolgens een van de beschikbare radars in de menuoptie Radar bron. Herhaal het proces voor het tweede radarpaneel en selecteer een andere radar voor dit paneel. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 55
"De radarbron selecteren" op pagina 54. Ú Notitie: Sommige bedieningselementen die verband houden met de fysieke eigenschappen van de radar zelf zijn niet onafhankelijk van de bron. Het gaat daarbij om Fast scan, Antennehoogte en Peilingsuitlijning. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 56
Directionele echo-onderdrukking Deze modus is automatisch actief als GAIN = AUTO en SEA = HARBOR of OFFSHORE. Het doel is om kleinere vaartuigen zichtbaar te maken in de benedenwindse richting van de zee-echo. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 57
Sleep de selectiecirkel zonder uw vinger van het scherm te halen naar de gewenste positie. Als u uw vinger van het scherm haalt, keert de cursor terug naar de gewone cursorfunctie. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 58
Pas de instelling voor Zeeconditie aan de huidige zeecondities aan voor de beste onderdrukking van zee-echo. Doelvergroting De functie Target boost vergroot de pulslengte en verkleint de bandbreedte van de radar, zodat doelen groter lijken in het bereik en de radargevoeligheid wordt vergroot. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 59
VelocityTrack als hulpmiddel om botsingen te vermijden. Hieronder wordt geïllustreerd hoe VelocityTrack zich gedraagt in 2 verschillende navigatiescenario's. De illustraties tonen een doel (A) dat het pad van het eigen schip (B) kruist. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 60
U kunt verschillende kleuren (paletten) gebruiken om details op het radar paneel aan te duiden. Radaroriëntatie De radaroriëntatie wordt aangegeven in de linker bovenhoek van het radarpaneel als VB (Vaarrichting boven), NB (Noord boven) en KB (Koers boven). Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 61
Als Ware beweging is geselecteerd, is de optie True motion resetten beschikbaar in het menu. Hiermee kunt u het radarbeeld handmatig resetten en het vaartuigsymbool terugplaatsen in de beginpositie. Ú Notitie: Ware beweging is alleen beschikbaar als de PPI in de oriëntatiemodus Noord boven of Koers boven staat. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 62
Kies Opslaan om uw instellingen op te slaan EBL/VRM markeringen plaatsen m.b.v. de cursor Plaats de cursor op het het radarbeeld. Activeer het menu. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 63
Aid) gebruikt worden om radardoelen te volgen. U kunt alarmen instellen om te melden wanneer een doel te dichtbij komt. Zie tot "Radarinstellingen" op pagina 65. MARPA is een belangrijk hulpmiddel voor het voorkomen van aanvaringen. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 64
Bepaalt of er een alarm geactiveerd zal worden als een MARPA-doel verloren is. MARPA niet beschikbaar • Bepaalt of er een alarm geactiveerd is als u niet de vereiste invoer hebt om MARPA te laten werken (geldige GPS-positie en koerssensor aangesloten op de radarserver). Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 65
Gevaarlijke vaartuigen. Zie "Definiëren van gevaarlijke vaartuigen" op pagina 70. Installatie De optie Installatie wordt gebruikt voor de radarinstallatie. Dit wordt in de afzonderlijke radar- of -installatiehandleiding van de unit beschreven. Radar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 66
U kunt de weergavevolgorde wijzigen, of alleen een bepaald type doel laten weergeven. Het dialoogvenster Vaartuigen toont ook ontvangen AIS berichten. AIS-vaartuig details Gedetailleerde informatie over een AIS-doel is verkrijgbaar via het dialoogvenster AIS- vaartuigen. | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 67
Als uw AIS-ontvanger compatibel is met AIS SART, gebeurt bij het ontvangen van AIS SART- gegevens het volgende: • Er verschijnt een AIS SART-pictogram op de kaart op de positie die van de AIS SART is ontvangen • Er wordt een alarmmelding getoond | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 68
U kunt verschillende alarmen instellen om u te waarschuwen als er een doel binnen vooraf gedefinieerde limieten komt, of als een eerder gedefinieerd doel verloren is gegaan. Symbolen AIS doelen Veilig AIS-doel met koersverlengingslijn uitgeschakeld. Vet weergegeven lijnen duiden op een gevaarlijk AIS-doel. Bewegend en veilig AIS-doel met koersverlengingslijn. | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 69
Voor uw eigen boot wordt de koersinformatie uitgelezen uit de actieve koerssensor; de COG- informatie wordt ontvangen van de actieve GPS. Voor andere vaartuigen worden de COG- gegevens opgenomen in de meldingen die worden ontvangen van het AIS systeem. | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 70
De verlengingslijn kan worden gebruikt om de snelheid en koers voor doelen aan te geven, als absolute (ware) beweging of relatief ten opzichte van de boot. Richting AIS pictogram Stelt de richting in van het AIS-pictogram, gebaseerd op koers- of COG-informatie. | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 71
Voor meer informatie over het selecteren van de bron voor een paneel raadpleegt u "Bron" op pagina 74. Het beeld zoomen U kunt het beeld zoomen. Het zoomniveau wordt weergegeven in het beeld. Als de cursor actief is, zoomt het systeem in op de cursorpositie. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 72
Wanneer de gegevens worden opgenomen, knippert er in de linkerbovenhoek een rood symbool en verschijnt er regelmatig een bericht onder in het scherm. Geef opname-instellingen in het dialoogvenster Opnemen op. Opname van loggegevens stoppen Gebruik de optie Stop loggen om het opnemen van logboekgegevens te stoppen. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 73
• Lage frequenties, bijvoorbeeld 50 kHz, gaan diep. Hij genereert een brede kegel, maar is gevoeliger voor ruis. Ze zijn geschikt voor bodemonderscheiding en het doorzoeken van een groot gebied. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 74
Ú Notitie: Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. Raadpleeg de installatiehandleiding van de NSS evo3S voor informatie over het instellen van bronnen. Afstand meten De cursor kan worden gebruikt om de afstand te meten tussen de positie van twee waarnemingen op het beeld.
Pagina 75
Standaard staat het zoomniveau op 2x. U kunt maximaal 8x zoomen. De zoom-balken voor het bereik aan de rechterkant van het display tonen het vergrote bereik. Als u de zoomfactor vergroot, wordt het bereik verkleind. U ziet dit als een verkleinde afstand tussen de zoombalken. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 76
Cross-indicator - geeft aan waar in het echosignaal de bodem zich bevindt. Drempelwaarde - indicator van de huidige versterking. Deze vertelt u de amplitude van de retourecho die op het scherm wordt weergegeven. De versterkingsinstelling helpt bij het onderscheiden van retourecho's tussen echodoelen en ruis. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 77
Als de cursor op het scherm wordt geplaatst, toont het amplitudebereik de echosounder op de cursorpositie. Weergave De menuoptie Weergave is beschikbaar wanneer het amplitudebereik is ingesteld op Verbeterd of Horizontaal. Lijn Toont de amplitudes als een enkele lijn. Vullen Illustreert de amplitudes met een grijze vulkleur. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 78
Vissymbolen en diepte-indicatie Ú Notitie: Niet alle vissymbolen zijn ook echt vissen. Kleurmarkering Met deze optie kunt u bepaalde kleuren op het beeld wijzigen. Ú Notitie: Alleen de kleuren boven de zeebodem worden gewijzigd in het beeld. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 79
Wist specifieke kleuren op het beeld zodat in plaats daarvan de achtergrondkleur van het palet wordt weergegeven. Hierdoor worden de geselecteerde kleuren op het beeld verborgen. Ú Notitie: Gebruik deze functie zorgvuldig, sommige kleurveranderingen kunnen obstructies en andere objecten verbergen. Selecteer de menuoptie Kleur wissen Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 80
In de modus Netwerkechosounder kunt u instellen of slechts één echosounderbron of meerdere echosounderbronnen tegelijk kunnen worden geselecteerd. Ú Notitie: Er wordt automatisch één bron geselecteerd als er oudere echosounders in het netwerk aanwezig zijn. U kunt deze instelling niet wijzigen als er zich oudere Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 81
Herstellen van standaardinstellingen van de echosounder Zet de instellingen van de echosounder terug naar de standaardinstellingen van de fabriek. ForwardScan installatie Dit is beschikbaar als de ForwardScan functie aangesloten is. Raadpleeg "ForwardScan installatie-instellingen" op pagina 98 voor informatie over instellingen. Echosounder | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 82
SideScan gegevens opnemen Hiermee wordt het dialoogvenster Log opnemen weergegeven. SideScan gegevens kunnen worden opgenomen door het juiste bestandsformaat (xtf) te selecteren in het dialoogvenster Opnemen. Raadpleeg "Loggegevens opnemen" op pagina 72 voor meer informatie. SideScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 83
Ú Notitie: Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. Raadpleeg de installatiehandleiding van de NSS evo3S voor informatie over het instellen van bronnen. Bereik De bereikinstellingen bepalen de afstand tot de linker- en rechterzijde van het midden.
Pagina 84
(xtf) te selecteren in het dialoogvenster Opnemen. Raadpleeg "Loggegevens opnemen" op pagina 72 voor meer informatie. Echosounderinstellingen Gebruik het dialoogvenster Echosounder-instellingen om instellingen voor uw echosoundersysteem in te voeren. Zie "Echosounderinstellingen" op pagina 80. SideScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 85
Hiermee geeft u de bron voor het beeld in het geselecteerde paneel op. U kunt meerdere bronnen tegelijk weergeven met behulp van een gesplitst paneel. De menu-opties voor elk paneel werken onafhankelijk van elkaar. Ú Notitie: Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. DownScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 86
Raadpleeg de installatiehandleiding van de NSS evo3S voor informatie over het instellen van bronnen. Bereik De bereikinstelling bepaalt de waterdiepte die zichtbaar is op het scherm. Ú Notitie: Als u een bereik voor diep water instelt in ondiep water kan het systeem mogelijk de diepte niet goed bijhouden.
Pagina 87
(xtf) te selecteren in het dialoogvenster Opnemen. Raadpleeg "Loggegevens opnemen" op pagina 72 voor meer informatie. Echosounderinstellingen Gebruik het dialoogvenster Echosounder-instellingen om instellingen voor uw echosoundersysteem in te voeren. Zie "Echosounderinstellingen" op pagina 80. DownScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 88
De geschiedenisbalk wordt gebruikt om terug te gaan naar opgeslagen gegevens. Het gemarkeerde deel van de geschiedenisbalk toont het beeld dat u op dat moment bekijkt ten 3D sonar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 89
Beeldgeschiedenis weergeven Het gemarkeerde deel van de geschiedenisbalk toont het beeld dat u op dat moment bekijkt ten opzichte van de gehele opgeslagen beeldgeschiedenis. 3D sonar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 90
Ú Notitie: Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. Raadpleeg de installatiehandleiding van de NSS evo3S voor informatie over het instellen van bronnen. Bereik De bereikinstellingen bepalen de afstand tot de linker- en rechterzijde van het midden.
Pagina 91
Markeert (A) het gespecificeerde dieptebereik. De ondergrens stelt de kleinste diepte van het te markeren bereik in (B). De bovengrens stelt de grootste diepte van het te markeren bereik in (C). De markeerkleur is afhankelijk van de kleur van het geselecteerde palet. 3D sonar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 92
Echosounderinstellingen Gebruik het dialoogvenster Echosounder-instellingen om instellingen voor uw echosoundersysteem in te voeren. Zie "Echosounderinstellingen" op pagina 80. 3D sonar | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 93
Als de kaartschaal groot is, wordt het StructureMap gebied afgebakend aangegeven totdat het bereik groot genoeg is om structuurgegevens weer te geven. Ú Notitie: Als opgeslagen bestanden worden gebruikt als bron, worden alle StructureMap bestanden weergegeven die zich op het opslagapparaat en in het interne StructureMap | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 94
455 kHz kan worden gebruikt in diepere wateren, of voor een groter bereik. Live historie wissen Hiermee worden de bestaande live historiegegevens van het scherm gewist en worden alleen de meest recent gegevens getoond. StructureMap | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 95
Sonargegevens loggen Geeft het dialoogvenster Sonar loggen weer. Zie "Loggegevens opnemen" op pagina 72. Bron Bepaalt de StructureMap bron die wordt weergegeven op de kaart-overlay. Zie "StructureMap bronnen" op pagina 93. StructureMap | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 96
Waarschuwing: Gebruik deze apparatuur niet om diepte of andere omstandigheden voor zwemmen of duiken te meten. Het ForwardScan beeld Diepteschaal en vaartuigpositie Schaal vooruitafstand Puntdata Bodem Dieptehistorie ForwardScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 97
Ú Notitie: Het gebruik van meerdere transducers op hetzelfde frequentiebereik kan interferentie veroorzaken. Raadpleeg de installatiehandleiding van de NSS evo3S voor informatie over het instellen van bronnen. Diepte Regelt het dieptebereik. Het dieptebereik is standaard ingesteld op automodus.
Pagina 98
Als het alarm is ingeschakeld en u in water vaart dat ondiep genoeg is om in de kritieke zone te belanden, wordt het alarm Kritieke zone geactiveerd. ForwardScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 99
Alle transducers meten de waterdiepte van de transducer tot de bodem. Daardoor zijn de gemeten waterdiepten exclusief de afstand tussen de transducer en het laagste punt van de boot in het water of de afstand van de transducer tot het wateroppervlak. ForwardScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 100
Om de diepte vanaf het wateroppervlak tot de bodem weer te geven stelt u de offset in als de verticale afstand tussen de transducer en het wateroppervlak B (positieve waarde) • Zet de offset op 0 voor de diepte onder de transducer. ForwardScan | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 101
Knoppen voor beide stuurautomaten worden weergegeven in de systeembalk. Activeer een stuurautomaat door de betreffende knop te selecteren op de menubalk en selecteer vervolgens de schakelknop in de stuurautomaatcontroller. De stuurautomaatcontroller Bedieningsbalk Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 102
Follow-Up-besturing (FU) In deze modus beweegt het roer naar een ingestelde roerhoek. De roerpositie wordt in de ingestelde hoek gehouden. De huidige roerhoek aanpassen • Selecteer de bakboord- of stuurboordknop Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 103
Voordat u de modus NAV inschakelt, moet u een route navigeren of in de richting van een waypoint navigeren. In de NAV-modus kunt u het vaartuig met de stuurautomaat automatisch naar een bepaalde waypoint-locatie of langs een vooraf gedefinieerde route sturen. De positie-informatie wordt Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 104
De ingestelde windreferentiehoek wijzigen • Selecteer een bakboord- of stuurboordknop • Draai aan de draaiknop terwijl de stuurautomaat actief is Er vindt een direct een verandering van de windreferentiehoek plaats. Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 105
Zigzag Met deze optie zorgt u ervoor dat de boot in een zigzagpatroon gaat varen. Wendvariabelen: • Koerswijziging • Etappeafstand Vierkant Stuurt het vaartuig in een vierkant patroon, waarbij koerswendingen van 90° worden gemaakt. Wendvariabele: Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 106
• Selecteer Bakboord of Stuurboord om het DCT-patroon te starten en de helling van de bodem aan stuurboordzijde of bakboordzijde te volgen Bakboordoptie Stuurboordoptie (diepte neemt af aan bakboordzijde) (diepte neemt af aan stuurboordzijde) Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 107
Als er Nee is geselecteerd, wordt de vraag niet opnieuw gesteld. U kunt deze instelling wijzigen door Professionele stuurautomaat compatibiliteit te selecteren in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen. De stuurautomaatcontroller voor de professionele stuurautomaten De controller voor de professionele stuurautomaat beschikt over extra knoppen en velden. Indicatie voor thruster Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 108
• Verlaag de snelheid van het vaartuig om de thruster in te schakelen Een werkprofiel selecteren De AP70/AP80 ondersteunt meerdere werkprofielen met verschillende stuurautomaatinstellingen. In het MFD wordt het actieve werkprofiel weergegeven in de stuurautomaatcontroller. Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 109
Met deze opties is het mogelijk om de parameters voor lage en hoge snelheid die tijdens de ingebruikname van de stuurautomaat zijn ingesteld, handmatig te wijzigen. Raadpleeg de documentatie van de stuurautomaatcomputer voor meer informatie. Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 110
Overstaghoek: Regelt de hoek van de draai tussen 50º - 150º in de modus Koers vasthouden. • Windfunctie: Selecteer welke windfunctie door de stuurautomaat in de modus Wind wordt gebruikt. - Auto: Als TWA is <70º: Wind-modus gebruikt AWA. Als TWA is ≥ 70º: Wind-modus gebruikt TWA. - Schijnbaar Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 111
AC70/AC80 specifieke gebruikersinstellingen De AC70-/AC80-computers hebben geen specifieke gebruikersinstellingen op het MFD. Ú Notitie: U kunt met het MFD geen AP70-/AP80-systeem configureren of activeren. Raadpleeg de documentatie van de stuurautomaatcomputer voor meer informatie. Stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 112
Knoppen voor beide stuurautomaten worden weergegeven in de systeembalk. Activeer een stuurautomaat door de betreffende knop te selecteren op de menubalk en selecteer vervolgens de schakelknop in de stuurautomaatcontroller. De stuurautomaatcontroller voor de trollingmotor Bedieningsbalk Stuurautomaatcontroller, uitgeschakeld Stuurautomaat trollingmotor | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 113
De volgende ankeropties zijn beschikbaar: Cursor Navigeert naar de cursorpositie en houdt het vaartuig op die positie. Waypoint Navigeert naar het geselecteerde waypoint en houdt het vaartuig op die positie. Hier Houdt het vaartuig op de huidige positie. Stuurautomaat trollingmotor | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 114
Het actieve waypoint wordt overgeslagen en er wordt koers gezet naar het volgende waypoint. Deze optie is alleen beschikbaar tijdens het navigeren van een route met meer dan één waypoint tussen de positie van het vaartuig en het einde van de route. Stuurautomaat trollingmotor | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 115
Wendvariabelen: • Initiële radius • Radiusverandering per lus • Aantal lussen Zigzag Met deze optie zorgt u ervoor dat de boot in een zigzagpatroon gaat varen. Wendvariabelen: • Koersverandering per etappe • Etappeafstand Stuurautomaat trollingmotor | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 116
Actieve stuurautomaat selecteren Hiermee selecteert u of de stuurautomaatcontroller de trollingmotor of de buitenboordmotor(en) bedient. Stuurautomaatbalk automatisch verbergen Bepaalt of de gegevensbalk van de stuurautomaat wordt getoond wanneer de stuurautomaat is ingesteld op Standby. Stuurautomaat trollingmotor | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 117
De knoppen van het voetpedaal van de Ghost trollingmotor configureren U kunt drie van de actieknoppen (A, B en C) op het voetpedaal van de Ghost trollingmotor configureren. Selecteer een actie in de vervolgkeuzelijst voor elk van de knoppen die u wilt configureren. Stuurautomaat trollingmotor | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 118
Stuurautomaat trollingmotor | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 119
Knoppen voor beide stuurautomaten worden weergegeven in de systeembalk. Activeer een stuurautomaat door de betreffende knop te selecteren op de menubalk en selecteer vervolgens de schakelknop in de stuurautomaatcontroller. Buitenboord stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 120
De stuurautomaat wordt ingeschakeld in de geselecteerde modus en de stuurautomaatcontroller geeft de opties voor de actieve modus weer. De stuurautomaat uitschakelen. • Selecteer de knop Standby Wanneer de stuurautomaat in standby staat, moet u de boot handmatig sturen. Buitenboord stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 121
Draai aan de draaiknop terwijl de stuurautomaat actief is De modus NAV Waarschuwing: De NAV-modus mag alleen in open water gebruikt worden. De navigatiemodus mag niet gebruikt worden tijdens het zeilen; koerswijzigingen kunnen dan resulteren in een ongewenste overstag of gijp. Buitenboord stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 122
Het aantal wendpatronen hangt af van stuurautomaatcomputer. Ú Notitie: Wendpatronen zijn niet beschikbaar als het boottype is ingesteld op Zeilboot. Een wending starten • Selecteer de bakboord- of stuurboordknop Buitenboord stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 123
Met deze optie giert het vaartuig langs de hoofdkoers. Wanneer de stuurautomaat is geactiveerd, wordt deze in de modus S-bocht gezet. Wendvariabelen: • Koerswijziging • Wendradius De hoofdkoers kan tijdens de bocht worden gewijzigd door de draaiknop te draaien. Buitenboord stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 124
• CCA: de CCA is de hoek die wordt opgeteld bij of afgetrokken van de ingestelde koers. Met deze parameter kunt u de boot met S-bewegingen rond de referentiediepte laten Buitenboord stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 125
Hiermee verhoogt of verlaagt u de stuurgevoeligheid. Een laag reactieniveau zorgt voor minder roerbewegingen en een iets lossere besturing. Een hoog reactieniveau zorgt voor meer roerbewegingen en een iets strakkere besturing. Een te hoog reactieniveau zorgt dat de boot S-bewegingen gaat maken. Buitenboord stuurautomaat | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 126
Selecteer een vooraf gedefinieerde sjabloon om een dashboard te maken. De sjabloondashboards zijn afgestemd op uw vaartuigconfiguratie. Gebruik de menuopties om het dashboard een naam te geven en de meters op het dashboard te beheren. Instrumenten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 127
Een dashboard selecteren U kunt als volgt schakelen tussen de dashboards: • naar links of rechts vegen op het paneel • het dashboard in het menu selecteren Instrumenten | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 128
De periode kan worden ingesteld van 5 tot 120 seconden. Extra opties De beschikbare opties in het menu kunnen variëren en zijn afhankelijk van de geselecteerde videobron. De instellingen worden afzonderlijk aangepast voor elke videobron. Video | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 129
Als er meerdere audiobronnen zijn verbonden met hetzelfde netwerk, moet een van de apparaten worden geselecteerd als de audioserver. Als slechts één apparaat aanwezig is, is dit standaard de geselecteerde audioserver. De luidsprekers instellen Ú Notitie: Het aantal mixeropties hangt af van de actieve audioserver. Audio | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 130
Audio. Sirius service bestrijkt de binnenwateren en kuststreken van de VS in de Atlantische en Stille Oceaan, de Golf van Mexico en de Caraïbische Zee. De SiriusXM producten die u ontvangt Audio | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 131
Als uw Audioserver het afspelen van DVD's ondersteunt, kunt u de DVD-speler vanaf de audiocontroller bedienen als de audiobron op DVD is ingesteld. Videostandaard Selecteer het videoformaat voor de Audioserver, zodat het overeenkomt met het beeldscherm dat op de Audioserver is aangesloten. Audio | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 132
U kunt de gedetailleerde informatie ook weergeven in het menu wanneer het weerpictogram is geselecteerd. GRIB weer Een GRIB bestand bevat weervoorspellingen voor een ingesteld aantal dagen. De weerdata kan van animaties worden voorzien, die aangeven hoe de weersystemen zich ontwikkelen. Weer | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 133
Wanneer de GRIB-weeroverlay is geselecteerd, wordt het kaartmenu uitgebreid met GRIB weeropties. In dit menu selecteert u de weersymbolen die u wilt tonen. Bovendien kunt u hier de afstand tussen de windveren instellen en de doorzichtigheid van de weersymbolen aanpassen. Windveren Drukcontouren GRIB informatievenster Weer | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 134
(voorkeur). Hierin staan ook de antennestatus, het serviceniveau en het elektronische serienummer voor de weermodule. Sirius weerpaneel Het Sirius weerdisplay kan als overlay op uw kaartpaneel worden weergegeven. Als de weer-overlay geselecteerd is, wordt het kaartmenu uitgebreid met de beschikbare weeropties. Weer | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 135
U bepaalt hoe de kleurcodes worden gebruikt om de oppervlaktetemperatuur van de zee weer te geven. Zie "Kleurcodes aanpassen" op pagina 137. Voorspelling verwachte golfhoogte U kunt kleuren gebruiken om de verwachte golfhoogte aan te geven. De hoogste golven zijn donkerrood en de laagste zijn blauw. Weer | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 136
U kunt een zeegebied selecteren en vervolgens de weersverwachting bekijken. U kunt ook een zeegebied selecteren als uw huidige favoriete zone. U wordt dan geïnformeerd over weerswaarschuwingen in dat gebied. Weer | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 137
De National Weather Service heeft een watchbox gedefinieerd. Wanneer het alarm voor watchbox is ingeschakeld, gaat er een alarm af wanneer uw vaartuig een watchbox binnengaat of zich hierin bevindt. Weer | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 138
Weer | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 139
Bluetooth Schakelt de ingebouwde Bluetooth-functie in. Bluetooth-apparaten Geeft het dialoogvenster Bluetooth weer. Gebruik dit dialoogvenster om Bluetooth- apparaten te koppelen of te ontkoppelen. Selecteer een apparaat om: • details van het apparaat weer te geven Internetverbinding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 140
Iperf is een veelgebruikt hulpprogramma voor netwerkprestaties. Het wordt meegeleverd om de prestaties van het draadloze netwerk rondom het vaartuig te testen, zodat zwakke plekken of probleemgebieden kunnen worden geïdentificeerd. De applicatie moet worden geïnstalleerd en uitgevoerd op een tablet. Internetverbinding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 141
Er moet een Iperf-server worden uitgevoerd op de unit voordat de test vanaf de tablet wordt gestart. Na het verlaten van de pagina wordt Iperf automatisch gestopt. Internetverbinding | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 142
MFD's in hetzelfde netwerk te bedienen. Verbinden met een MFD die fungeert als access point Als u geen toegang hebt tot een WiFi-netwerk, kunt u uw telefoon/tablet direct met de MFD verbinden. Afstandsbediening van de MFD | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 143
Selecteer de MFD die u wilt bedienen. Als de MFD niet verbonden is, volgt u de instructies op de MFD en de tablet of telefoon om verbinding te maken. Beheer van via Wi-Fi verbonden externe bedieningsunits U kunt het toegangsniveau wijzigen en de via Wi-Fi verbonden externe bedieningsunits verwijderen. Afstandsbediening van de MFD | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 144
Inkomende berichten en telefoonmeldingen zullen nu in een pop-upvenster op de MFD verschijnen. Telefoonmeldingen Nadat de telefoon en de unit zijn gekoppeld en verbonden, gebruikt u het telefoonpictogram om de lijst met berichten en de belgeschiedenis weer te geven. Uw telefoon gebruiken met de MFD | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 145
MFD en de telefoon • controleer of de telefoon niet verbonden is met andere Bluetooth-apparaten • stel de iPhone handmatig in om meldingen van de MFD te ontvangen: Uw telefoon gebruiken met de MFD | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 146
Tekstberichten verschijnen op de iPhone, maar niet op de MFD Controleer of de berichten-app niet open en actief is op de iPhone. Bluetooth-apparaten beheren Bluetooth-apparaten binnen bereik worden getoond in het dialoogvenster Bluetooth- apparaten. Zie "Bluetooth-apparaten" op pagina 139. Uw telefoon gebruiken met de MFD | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 147
U kunt selecteren welke databestanden de simulator gebruikt. Dit kunnen vooraf opgenomen gegevensbestanden van uw apparaat zijn, uw eigen opgenomen logbestanden, of logbestanden op een op de unit aangesloten opslagapparaat. Geavanceerde simulatorinstellingen Via de instellingen voor de geavanceerde simulator kunt u de simulator handmatig bedienen. Simulator | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 148
Ú Notitie: Het apparaat moet verbonden zijn met internet om deze functie te gebruiken. Zie "Internetverbinding" op pagina 139. Tools en instellingen | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 149
Als u wachtwoordbeveiliging instelt, moet de pincode worden ingevoerd wanneer een van de volgende opties wordt geselecteerd. Als de juiste pincode is ingevoerd, zijn deze allemaal toegankelijk zonder de pincode opnieuw te hoeven invoeren. • Instellingen, geactiveerd vanaf de startpagina of het dialoogvenster Systeembesturingen Tools en instellingen | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 150
Hier worden de copyrightgegevens, de softwareversie en de technische informatie van dit apparaat weergegeven. Via de optie Support hebt u toegang tot de ingebouwde Service Assistant. Raadpleeg "Servicerapport" op pagina 155. Services Voor toegang tot websites die functies voor services leveren. Tools en instellingen | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 151
Alarminstellingen. Er geldt geen time-out voor een bericht of de sirene. Deze blijven actief tot u ze bevestigt of tot de reden voor het bericht is verwijderd. Alarmen Menu Alarms (Alarmen) | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 152
Overzicht van de alarmgeschiedenis met tijdstempel. De alarmen blijven in de lijst totdat ze handmatig worden gewist. Instellingen Overzicht van beschikbare alarmopties in het systeem, met huidige instellingen. In deze lijst kunt u alarmlimieten activeren, deactiveren en wijzigen. Menu Alarms (Alarmen) | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 153
Zie "Back-up maken van uw systeemgegevens" op pagina 155. Geïnstalleerde software en software-updates Het dialoogvenster toont de softwareversie die op dit moment is geïnstalleerd op deze unit (A). Als de unit is verbonden met internet toont het dialoogvenster tevens beschikbare software- updates (B). Onderhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 154
U ontvangt een bericht wanneer er nieuwe software-updates beschikbaar zijn. U kunt handmatig de update(s) starten vanuit het dialoogvenster Updates. De software updaten vanaf een opslagapparaat U kunt de software-update downloaden van www.simrad-yachting.com. Breng de update-bestanden over naar een compatibel opslagapparaat en plaats het opslagapparaat in de unit.
Pagina 155
Het wordt aanbevolen gebruikersgegevens en uw instellingendatabase regelmatig te kopiëren, als onderdeel van uw back-upprocedure. Waypoints Met de optie Waypoints in het dialoogvenster Opslag kunt u gebruikersgegevens opslaan. Exportindeling De volgende indelingen zijn beschikbaar om waypoints te exporteren: Onderhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 156
Ú Notitie: Gebruikersgegevens die uit het geheugen zijn gewist of verwijderd, kunnen niet worden hersteld. De instellingendatabase exporteren Met de optie Instellingendatabase in het dialoogvenster Opslag exporteert u uw gebruikersinstellingen. Onderhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 157
Systeeminstellingen importeren Waarschuwing: Bij het importeren van systeeminstellingen worden alle bestaande systeeminstellingen overschreven. Sluit een opslagapparaat aan op de unit Blader door het geheugen en selecteer het gewenste back-upbestand om het importeren te starten Onderhoud | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 158
Verbroken verbindingen worden aangegeven op het paneel. Selecteer de indicatie om de verbinding opnieuw tot stand te brengen. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, biedt het menu weer toegang tot de FLIR camera om deze te bedienen. Integratie van apparaten van derden | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 159
Als het Yamaha systeem Troll Control ondersteunt, is een Troll-knop toegevoegd aan de bedieningsbalk. Selecteer deze knop om Troll Control in of uit te schakelen en de trollingsnelheid te regelen. Raadpleeg voor meer informatie de motorhandleiding of de motorleverancier. Integratie van apparaten van derden | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 160
Druk één keer op de AUTO-knoppen om de Power-Poles automatisch helemaal omhoog en omlaag te bewegen. Met de handmatige knoppen Omhoog en Omlaag kunt u de poles zo ver omhoog of omlaag brengen als u wilt. Integratie van apparaten van derden | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 161
Raadpleeg voor informatie over installatie, bedrading en instelling de Power-Pole documentatie die bij de oplaadmodule is geleverd. Accu('s) van de motor Accu-aansluitingen Power-Pole oplaadmodule Hulpaccu('s) Aansluiting voor AC-voedingsbron van oplaadmodule Accupictogrammen Kleur Geeft aan Groen Goed niveau Integratie van apparaten van derden | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 162
Als dit toestel zich op hetzelfde NMEA 2000-netwerk bevindt als een Naviop Loop-systeem, kan dit apparaat worden gebruikt om het Naviop Loop-systeem te bedienen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van het Naviop-systeem. Integratie van apparaten van derden | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 163
Schuif de schuifregelaar op een schuifbalk omhoog of omlaag. Veeg om snel door een lijst te scrollen, bijvoorbeeld door de lijst met waypoints. Tik op het scherm om te stoppen met scrollen. Pan om een kaart of sonarbeeld op het paneel te positioneren. Bijlage | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 164
Geeft het paneel Favoriet weer als pop-upvenster op de actieve Ctrl + ; pagina Ctrl + \ Schermafbeelding maken PrintScn Annuleert wijzigingen en keert terug naar het vorige menuniveau Sluit een geopend menu Enter Activeert/bevestigt huidige selectie Bijlage | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 165
Bestanden downloaden, zoals een software-update, logbestanden van C-MAP Genesis, GRIB weerbestanden, PredictWind routes, etc. De unit is verbonden met internet. De unit kan worden gebruikt voor het downloaden van bestanden van of het uploaden van bestanden naar internet. Bijlage | NSS evo3S Gebruikershandleiding...
Pagina 166
Het systeem synchroniseert gegevens tijdens het opstarten. Probleem met bestandsoverdracht, veroorzaakt door een onderbreking van de internetcommunicatie. Tripopname. Open voor meer informatie de optie TripIntel tool. Bestanden uploaden, bijv.: servicerapport, C-MAP genesis, routebestanden naar PredictWind, etc. Bijlage | NSS evo3S Gebruikershandleiding...