Waypoints opslaan
U kunt een waypoint op een geselecteerde locatie opslaan door de cursor op het paneel te
positioneren en vervolgens een van de volgende handelingen uit te voeren:
•
Druk op de draaiknop
Druk op de knop Markeren
•
•
Gebruik de optie Nieuwe waypoint in het menu
Historie weergeven
Als de cursor op het paneel Echosounder wordt getoond, wordt de schuifbalk boven aan het
paneel getoond. De schuifbalk toont het beeld dat u op dat moment bekijkt ten opzichte
van de gehele opgeslagen Echosounder-beeldhistorie.
Als de schuifbalk helemaal rechts staat, geeft dat aan dat u de meest recente echo's bekijkt.
Als u de cursor naar de linkerkant van het scherm verplaatst, schuift de historiebalk naar links.
Het automatisch scrollen als er nieuwe echo's worden ontvangen, wordt uitgeschakeld.
U kunt de echosounderhistorie weergeven door het beeld te pannen.
Om terug te gaan naar normaal scrollen, selecteert u Cursor wissen of drukt u op de toets
X.
Het beeld instellen
Gebruik de menu-opties van Echosounder om het beeld in te stellen. Als de cursor actief is,
worden sommige opties in het Echosounder-menu vervangen door functies in de
cursormodus. Selecteer Cursor wissen om terug te gaan naar het normale Echosounder-
menu.
Bereik
De bereikinstelling bepaalt de waterdiepte die zichtbaar is op het scherm.
Frequentie
De unit ondersteunt meerdere transducerfrequenties. Beschikbare frequenties hangen af van
het model van de aangesloten transducer.
U kunt twee frequenties tegelijk bekijken door op de Home pagina te kiezen voor dubbele
Echosounder-panelen.
De frequentie is de 'toon' die de transducer uitzendt. De transducers zijn ontworpen om met
meerdere frequenties te werken, omdat deze frequenties hun eigen voordelen hebben.
•
Lage frequenties, bijvoorbeeld 50 kHz, gaan diep. Ze genereren een brede kegel, maar zijn
iets gevoeliger voor ruis. Ze zijn geschikt voor bodemonderscheiding en het doorzoeken
van een groot gebied.
Echosounder
| NSS evo3 Gebruikershandleiding
81