Radarstoring onderdrukken
Storing kan veroorzaakt worden door radarsignalalen van andere radarunits die op dezelfde
frequentieband opereren.
Een hoge instelling vermindert de storing door andere radars.
Om geen zwakke doelen te missen, dient de storingsonderdrukking laag gezet te worden als
er geen storing is.
Target separation
(Alleen Broadband 4G- en Halo-radar)
Met de functie Target separation kunt u de doelonderscheiding van de radar regelen
(onderscheid tussen objecten is duidelijker).
Snelle scan
(Alleen voor Broadband- en Halo-radar.)
Stelt de rotatiesnelheid van de antenne in. Met deze optie krijgt u sneller een update van
doelen.
Ú Notitie:
Of de maximale snelheid wordt bereikt is afhankelijk van de instellingen, de
modus en het bereik die voor de radar zijn geselecteerd. De radar draait zo snel als de
huidige bedieningsinstellingen toelaten.
Zeeconditie
Pas de instelling voor Zeeconditie aan de huidige zeecondities aan voor de beste
onderdrukking van zee-echo.
Target boost
(alleen 3G- en 4G-breedband en pulsradar)
De functie Target boost vergroot de pulslengte en verkleint de bandbreedte van de radar,
zodat doelen groter lijken in het bereik en de radargevoeligheid wordt vergroot.
Opties radar weergave
Radar symbolen
Radarsymbolen gedefinieerd in het Radar instellingen paneel kunnen allemaal aan/uit
worden gezet. Zie de afbeelding van het radar paneel met optionele radar items.
Doel sporen
U kunt instellen hoe lang de sporen gegenereerd vanaf elk doel op het radar paneel blijven.
U kunt de doel sporen ook UIT zetten.
Ú Notitie:
Ware beweging wordt aanbevolen bij gebruik van Doel sporen.
Doel sporen uit het paneel verwijderen
Als er doel sporen op het paneel worden weergegeven, wordt het radar menu uitgebreid
met een optie waarmee u de doel sporen op het paneel tijdelijk kunt wissen. De sporen
beginnen daarna weer te verschijnen, tenzij u ze uitschakelt zoals hierboven beschreven.
Het radar palet
U kunt verschillende kleuren (paletten) gebruiken om details op het radar paneel aan te
duiden.
Radar oriëntatie
De radar oriëntatie wordt in de linker bovenhoek van het radarpaneel weergegeven als HU
(vaarrichting boven (UP)), NU (noord boven) of CU (koers boven).
Radar
| NSS evo3 Gebruikershandleiding
73