Over deze handleiding Deze handleiding is een referentiehandleiding voor de bediening van de IS42. Er wordt vanuit gegaan dat alle apparatuur is geïnstalleerd en geconfigureerd en dat het systeem gereed is voor gebruik. De handleiding gaat ervan uit dat de gebruiker fundamentele kennis heeft van navigatie, nautische terminologie en praktijk.
Pagina 5
Voorwoord | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 6
Voorwoord | IS42 Gebruikershandleiding...
28 Trip log 29 AIS Pagina AIS Symbolen AIS-doelen Doelen selecteren Weergaveopties AIS-pagina Doelinformatie weergeven AIS-berichten AIS SART Vaartuigalarmen AIS-instellingen 36 Stuurautomaat Veilige bediening met de stuurautomaat Stuurautomaatcontroller De stuurautomaatpagina Stuurautomaatmodi Gebruik van de stuurautomaat in een EVC-systeem Inhoud | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 8
73 Onderhoud Preventief onderhoud Reinigen van de display-unit Aansluitingen controleren Software-update 76 Menu-stroomschema Paginamenu's Instellingenmenu 80 Technische specificaties 81 Tekening met afmetingen 82 Termen en afkortingen 84 Ondersteunde gegevens NMEA 2000 PGN (verzenden) NMEA 2000 PGN (ontvangen) Inhoud | IS42 Gebruikershandleiding...
Het apparaat berekent de parameters voor snelheid, wind, reisafstand en tijd, gemiddelde snelheid, vaste koers en drift. Als er een compatibele stuurautomaatcomputer op het netwerk is aangesloten, wordt op de IS42 ook de status van de stuurautomaat weergegeven. Handleidingen De volgende documentatie is beschikbaar voor het IS42-systeem: •...
Druk in om een waarde aan te passen De enterknop Druk in om een optie in het menu te selecteren en het volgende menuniveau te openen. Druk in om een optie in het menu of dialoogvenster te activeren of te deactiveren Inleiding | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 11
Druk één keer in om het paginamenu te openen Druk twee keer in om het menu Instellingen te openen Houd ingedrukt om het dialoogvenster Display instellen weer te geven; hier kunt u de achtergrondverlichting van het display aanpassen. Inleiding | IS42 Gebruikershandleiding...
MENU te drukken. Niet alle pagina's hebben een paginaspecifiek menu, maar alle paginamenu's bieden toegang tot het menu Instellingen. U kunt het menu Instellingen ook openen door twee keer de knop MENU te drukken. Basisbediening | IS42 Gebruikershandleiding...
Gebruik de pijltoetsen om de knop Annuleren of Opslaan te selecteren, en druk dan op de toets Enter om uw selectie te bevestigen en het dialoogvenster te sluiten Geselecteerd veld Veld in bewerkingsmodus Basisbediening | IS42 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Alle wijzigingen in het dialoogvenster Display instellen zijn van toepassing op alle units die deel uitmaken van dezelfde displaygroep. Zie "Netwerkgroepen" op pagina 69 voor meer informatie over netwerkgroepen. Basisbediening | IS42 Gebruikershandleiding...
Display mode De IS42-unit kan worden ingesteld als alleen instrumentdisplay, alleen stuurautomaatdisplay of als combinatie van deze twee. • Alleen instrument display: geeft de actieve gegevenspagina's weer. De pagina Stuurautomaat kan één van deze gegevenspagina's zijn • Alleen autopiloot display: geeft alleen de pagina Stuurautomaat weer •...
Door de ingeschakelde gegevenspagina's bladeren Druk op de knop Pagina's om door de ingeschakelde gegevenspagina's te bladeren. Man overboord (MOB) Ú Notitie: MOB en AIS-SART werken uitsluitend met een Simrad multifunctioneel display (MFD) in het netwerk. Basisbediening | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 17
MOB-gebeurtenis op de positie waar de MOB-functie werd geactiveerd. Als de Man overboord-gebeurtenis wordt geactiveerd via een AIS-SART, wordt de MOB-positie bijgewerkt via het AIS- SART-signaal. Het systeem blijft navigatiegegevens naar het MOB-waypoint weergeven totdat de navigatie in het menu wordt geannuleerd. Basisbediening | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina's De IS42 bevat 14 vooraf gedefinieerde gegevenspagina's. Behalve deze pagina's zijn er 13 sjabloonpagina's voor het maken van door de gebruiker te definiëren pagina's. U kunt maximaal 8 pagina's inschakelen per unit. Deze kunnen bestaan uit een willekeurige combinatie van vooraf gedefinieerde pagina's en door de gebruiker gedefinieerde pagina's.
Pagina 20
Statuspagina stuurautomaat Status stuurautomaat. Zie "Stuurautomaat" op pagina 36. Routepagina Navigatie-informatie, inclusief een 3D-weergave van de positie van de boot op de route. Pagina Getijde Getijdeninformatie ten opzichte van de boeg van de boot. Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina met historische dieptegegevens Actuele diepte en histogram van vastgelegde dieptegegevens. De tijdsduur van het dieptehistogram kan worden ingesteld op 5, 10, 30 of 60 minuten. U kunt de tijdsduur wijzigen via het menu of met de pijltoetsen. Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Basisgegevens voor snelheid en diepte. Het veld Snelheid bevat een acceleratiestaafdiagram. Pagina Windhoek/-snelheid Schijnbare windhoek (AWA) en ware windsnelheid (TWS). De windhoekindicator (1) is rood voor bakboord en groen voor stuurboord. Het veld voor de ware windsnelheid bevat een Beaufort-schaalindicator (2). Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 23
Composiet wind Overzichtelijke visualisatie van de windgegevens. Indicator schijnbare windhoek (1) en indicator ware windhoek (2). AIS-pagina Met deze optie worden de AIS-doelen binnen een geselecteerd bereik weergegeven. Zie "AIS" op pagina 29. Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Met de kleur van de naald wordt de positie van de motor weergegeven: wit voor midden, rood voor bakboord en groen voor stuurboord. De pagina Motorgegevens kan worden ingesteld voor een of twee motoren. Zie "Engine setup" op pagina 72. Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 25
Wanneer er twee meters zijn geselecteerd, worden de gegevens die in de dynamische velden staan niet voor de tweede meter herhaald. Sturen De navigatiegegevens, inclusief een eenvoudige visualisatie van de kompaskoers. Eén tijdplot Eenvoudige visualisatie van zowel huidige als historische gegevens voor een bepaald tijdvak. Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Een pagina vervangen Alle ingeschakelde pagina's kunnen worden vervangen door een andere vooraf gedefinieerde pagina, of door een sjabloonpagina, als u een aangepaste pagina wilt maken. Aangepaste pagina's maken/bewerken Een aangepaste pagina wordt gemaakt in twee stappen: Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Als gegevens van een bepaald type ontbreken of als deze buiten een bepaald bereik vallen, worden deze niet op het display weergegeven. In het voorbeeld ziet u de basispagina voor diepte/snelheid, waarop de gegevens voor snelheid ontbreken. Pagina's | IS42 Gebruikershandleiding...
Trip 2 vereist dat er een compatibel GPS-systeem op het netwerk is aangesloten. U kunt het actieve trip log vanuit het menu starten, stoppen en resetten. U activeert het trip log door op de knop MENU te drukken. Trip log | IS42 Gebruikershandleiding...
Slapend AIS-doel (niet bewegend of voor anker). Bewegend en veilig AIS-doel met koersverlengingslijn. Gevaarlijk AIS-doel, aangegeven met vette lijn. Een doel wordt gedefinieerd als gevaarlijk op basis van de CPA en TCPA afstandsinstellingen. Raadpleeg "Gevaarlijke vaartuigen definiëren" op pagina 34. | IS42 Gebruikershandleiding...
Definieert de lengte van de koers over de grond en de koersverlengingslijnen voor uw eigen boot en andere boten. De lengte van de verlengingsijnen wordt ingesteld om de afstand aan te geven die de boot in de geselecteerde periode zal afleggen. | IS42 Gebruikershandleiding...
AIS-berichten Een bericht ontvangen Een bericht afkomstig van een AIS-vaartuig wordt onmiddellijk weergegeven op alle pagina's indien de optie Vaartuigmelding in het dialoogvenster Alarminstellingen is ingeschakeld. Zie "Vaartuigalarmen" op pagina 33. | IS42 Gebruikershandleiding...
Als het systeem over een VHF-radio beschikt met ondersteuning voor DSC-oproepen (Digital Select Calling) via NMEA 2000 kunt u een DSC-oproep doen aan andere boten van de IS42. Via het dialoogvenster Oproepen kunt u een ander kanaal kiezen of de oproep annuleren. Het dialoogvenster Oproepen wordt gesloten zodra de verbinding tot stand is gekomen.
Ú Notitie: Via het selectievakje kunt u aangeven of het alarmpop- upbericht wordt weergegeven en of de sirene afgaat. De CPA en TCPA bepalen wanneer een vaartuig gevaarlijk is, ongeacht de geactiveerde/gedeactiveerde status. | IS42 Gebruikershandleiding...
Snelheid- en koersindicatie De verlengingslijn kan worden gebruikt om de snelheid en koers voor doelen aan te geven, als absolute (ware) beweging of relatief ten opzichte van de boot. | IS42 Gebruikershandleiding...
COG informatie. MMSI-nummer van uw boot Gebruik deze optie voor het invoeren van uw eigen MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity) in het systeem. Dit nummer moet ingevoerd zijn om gericht meldingen van AIS- en DSC-vaartuigen te kunnen ontvangen. | IS42 Gebruikershandleiding...
Bij druk verkeer of in smalle wateren • Bij slecht zicht of extreme zeecondities • Wanneer in het gebied een verbod op het gebruik van stuurautomaten van kracht is Bij gebruik van een stuurautomaat: • Laat het roer niet onbeheerd achter Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Druk in om de windhoek met 1° of 10° naar bakboord of stuurboord te wijzigen • Druk op beide 1°-knoppen om overstag te gaan of te gijpen De knop AUTO Druk in om de AUTO-modus te activeren. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
De inhoud van de stuurautomaatpagina varieert afhankelijk van de actieve modus. Alle modi bevatten: • Reactiemodus (AC12N/AC42N/SG05) / Profielmodus (NAC-2/ NAC-3) (A) • Koersindicator, analoog en digitaal (B) • Indicator voor de stuurautomaatmodus (C) • Roerindicator, analoog en digitaal (D) Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Bakboord en Stuurboord op de controller. Het roer blijft bewegen zo lang u de knop ingedrukt houdt. • Selecteer de modus NFU door op de knop Bakboord of Stuurboord te drukken wanneer de stuurautomaat zich in de modus Standby bevindt. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
De overstagparameters worden ingesteld via Instelling/ Zeilparameters: de Overstag hoek bepaalt de overstaghoek en de Overstag tijd bepaalt de draaisnelheid tijdens overstag/gijpen. Zie "Instellen stuurautomaat" op pagina 47. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 41
In beide gevallen moet de ware windhoek kleiner dan 90 graden (overstag) en groter dan 120° (gijpen) zijn. De functie Overstag/gijpen spiegelt de ingestelde windhoek in de tegenovergestelde wendhoek. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
• Bevestig de overstag/gijp in het dialoogvenster door op de knop AUTO op de stuurautomaatcontroller te drukken of op de toets Enter op de IS42. Ú Notitie: De stuurautomaat laat op de nieuwe overstag tijdelijk 5 graden afvallen zodat het vaartuig tempo kan maken. Na korte tijd gaat de windhoek terug naar de ingestelde windhoek.
AUTO drukt, wordt de functie voor het vastleggen van de vaarrichting geactiveerd. Hiermee wordt het draaien automatisch geannuleerd. Zodra u op de knop AUTO drukt, gaat het vaartuig verder in de vaarrichting die van het kompas wordt gelezen. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 44
NAV opnieuw selecteren. Voordat u de modus NAV inschakelt, moet het stuurautomaatsysteem in de modus AUTO staan. De kaartplotter moet een route weergeven of in de richting van een waypoint wijzen. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 45
Als de vereiste koerswijziging naar het volgende waypoint groter is dan de ingestelde limiet, wordt u gevraagd te controleren of de nieuwe koerswijziging acceptabel is. Als de draai niet wordt geaccepteerd, blijft het vaartuig de ingestelde vaarrichting volgen. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
(AC12N/AC42N)" op pagina 52 Gebruik van de stuurautomaat in een EVC- systeem Als de IS42 via de SG05 is aangesloten op een EVC-systeem, kunt u handmatig sturen, ongeacht de modus waarin de stuurautomaat zich bevindt. De modusaanduiding wordt vervangen door een streepje om de overname door het EVC-systeem aan te geven.
In de volgende hoofdstukken vindt u informatie over instellingen die kunnen worden gewijzigd door de gebruiker. De instellingen worden beschreven per stuurautomaatcomputer. Installatie-instellingen zijn beschikbaar in de documentatie in het gedeelte na de stuurautomaatcomputers. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 48
Ú Notitie: In de VRF-modus regelt deze parameter de tijdconstante van de geschatte roerkracht. Een lagere waarde maakt het geschatte roer sneller, wat betekent dat het roer de bewegingen van de boot sneller kan volgen. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 49
• Wind functie: selecteer welke windmodus door de stuurautomaat in de modus Wind wordt gebruikt - Auto: Als TWA is <70º: Wind-modus gebruikt AWA Als TWA is ≥ 70º: Wind-modus gebruikt TWA - Schijnbaar - Waar Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 50
Niveau 4 is standaard met parameterwaarden die zijn ingesteld door de functie Autotune. Als er geen autotune plaatsvindt (niet aanbevolen) zijn de waarden van niveau 4 de standaard fabriekswaarden. • Een laag reactieniveau vermindert de roerbewegingen en geeft een wat "lossere" sturing Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 51
Dit kan gebruikt worden om handmatig de beste combinatie te vinden van koers houden en kleine roeractiviteit in een zware maar gelijkmatige zeeconditie. Zeilen (AC12N/AC42N) Ú Notitie: De parameterinstellingen voor Zeilen zijn alleen beschikbaar als het boottype is ingesteld op Zeilen. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 52
3-4 knopen om de beste respons bij een overstag te krijgen • Hoog/laag - Roerversterking: deze parameter bepaalt de verhouding tussen het opgegeven roer en de koersfout. Hoe hoger deze waarde, hoe meer roer er wordt gebruikt. Als de waarde te laag is, duurt Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 53
(DTT). • Navigatiewijzigingslimiet: bepaalt de limieten voor de koerswijziging naar het volgende waypoint in een route. Als de koerswijziging groter is dan deze ingestelde limiet, wordt u gevraagd te bevestigen dat de aankomende koerswijziging acceptabel is Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 54
SG05-stuurautomaatcomputer De SG05-stuurautomaatcomputer biedt dezelfde instellingen als de AC12N/AC42N-stuurautomaatcomputers. Zie "Stuurautomaatcomputer AC12N/AC42N" op pagina 50. Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding...
Lichte waarschuwing Alarmen bevestigen Het meest recente alarm bevestigt u door op de toets Enter te drukken. Hierdoor wordt het alarmmelding verwijderd en schakelt u het alarm van alle eenheden die tot dezelfde alarmgroep behoren uit. Alarmen | IS42 Gebruikershandleiding...
U kunt het enkele alarm in- en uitschakelen en de alarmlimieten instellen via het dialoogvenster Alarminstellingen. • Druk op de toets Enter om het alarm in- of uit te schakelen Druk op de knop MENU om het menu met alarmlimieten te • openen Alarmen | IS42 Gebruikershandleiding...
(TWS) en diepte worden de hoge en lage alarmlimietinstellingen als rood gebied aangegeven. Zo hebt u een visueel overzicht van de alarmgebieden. Pagina Ware windsnelheid met Pagina Diepte met hoge en lage ware windsnelheidslimieten ondiepe en diepe waterlimieten Alarmen | IS42 Gebruikershandleiding...
Software installeren Voordat de IS42 in gebruik kan worden genomen, moet u een aantal instellingen configureren om het systeem te laten werken zoals verwacht. Toegang tot de vereiste opties krijgt u via het menu Instellingen, bereikbaar vanuit het paginamenu of door tweemaal op de knop MENU te drukken.
Externe schermen Elk compatibel B&G HV-display dat op het netwerk is aangesloten, kan worden geconfigureerd om de gewenste gegevens via de IS42 weer te geven. In het dialoogvenster Externe displays worden alle HV-displays vermeld. Displays die niet in het netwerk aanwezig zijn, worden grijs weergegeven.
Voor nauwkeurige snelheids- en loggegevens is het cruciaal dat het schoepenwiel is gekalibreerd. SOG-referentie Dit is een automatische kalibratieoptie waarbij gebruik wordt gemaakt van de grondsnelheid (SOG) van uw GPS. Tijdens de duur Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 61
Zodra de boot op de vooraf gedefinieerde startpositie van de referentie-afstandsberekening komt, start u de kalibratietimer Laat het systeem, telkens als de boot tijdens een ronde langs A • en B vaart, starten en stoppen. Selecteer OK om de kalibratie te beëindigen. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 62
Daardoor tellen de waterdieptewaarden voor de afstand tussen de transducer en het laagste punt van de boot (bijvoorbeeld: de onderkant van de kiel, het roer of de schroef) in het water of vanaf de transducer tot het wateroppervlak niet mee. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
De kalibratie moet worden uitgevoerd op het actieve kompas. Om goede resultaten te verkrijgen, moet de kalibratie op kalme zee, met weinig wind en minimale stroming worden uitgevoerd. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 64
Ú Notitie: In bepaalde gebieden en bij hogere breedtegraden wordt de lokale magnetische interferentie groter en kan het zijn dat u koersfouten van ± 3°moet accepteren. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 65
Roer Start de automatische kalibratie van de roerstandterugmelding. Met deze procedure wordt de juiste verhouding ingesteld tussen de fysieke beweging van het roer en de opgegeven hoek van het roer. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Advanced Deze optie wordt gebruikt voor het handmatig toepassen van offsets op de weergegeven gegevens van sensoren die niet via de IS42 kunnen worden gekalibreerd. Demping Indien gegevens onjuist of te gevoelig zijn, kan demping worden toegepast om de informatie stabieler te maken. Wanneer demping niet is ingeschakeld, worden de gegevens in ruwe vorm gepresenteerd, zonder demping.
Pagina 67
De gegevensoptie toont alle gegevens die door het apparaat worden uitgevoerd. Sommige apparaten tonen extra opties die specifiek zijn voor het apparaat. Ú Notitie: Een exemplaarnummer instellen voor een product van derden is meestal niet mogelijk. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 68
Bij een normale werking moeten deze op 0 staan. Waarden rond de 96 en hoger wijzen op een uitermate storingsgevoelig netwerk. Als deze waarden voor een bepaald apparaat te hoog worden, wordt dit apparaat automatisch ontkoppeld. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Eenheden voor verschillende soorten data instellen. Decimalen Definieert het aantal decimalen dat voor snelheid en temperatuur van het zeewater wordt gebruikt. Toetstonen Hiermee bepaalt u het volume van de toon die klinkt wanneer er een toets wordt ingedrukt. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 70
Nchtmodus kleur: hiermee stelt u het kleurenpalet van de nachtmodus in • Omvormen dagkleur: verandert de achtergrondkleur van de pagina's van zwart naar wit • Sleep: schakelt de achtergrondverlichting voor het scherm en de toetsen uit om energie te besparen Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 71
Display mode De IS42-unit kan worden ingesteld als alleen instrumentdisplay, alleen stuurautomaatdisplay of als combinatie van deze twee. • Alleen instrument display: geeft de actieve gegevenspagina's weer. De pagina Stuurautomaat kan één van deze gegevenspagina's zijn • Alleen autopiloot display: geeft alleen de pagina Stuurautomaat weer •...
Deze limieten zijn een visuele richtlijn op de gegevenspagina's. Ze activeren geen alarmen. Algemene reset Hiermee wordt de bronselectie op alle displays in het netwerk gereset. Info over Hier worden de copyrightgegevens, de softwareversie en de technische informatie van dit apparaat weergegeven. Software installeren | IS42 Gebruikershandleiding...
Aansluitingen controleren De aansluitingen moeten alleen visueel worden gecontroleerd. Druk de stekker in de aansluiting. Als de stekker een vergrendeling heeft, moet u controleren of die in de juiste stand staat. Onderhoud | IS42 Gebruikershandleiding...
Software-update De IS42 beschikt over een USB-poort achterop. Deze poort kunt u voor software-updates gebruiken. U kunt software-updates uitveren voor de IS42 zelf en voor de NMEA 2000-sensoren die op het netwerk van de IS42 zijn aangesloten. De softwareversie van de unit kunt u controleren via het dialoogvenster Info.
Sluit het USB-apparaat aan op de IS42-unit en start de IS42-unit opnieuw op - De upgradeprocedure voor alle units wordt nu automatisch uitgevoerd Verwijder het USB-apparaat als de update is voltooid. Waarschuwing: Verwijder het USB-apparaat pas nadat de update is voltooid. Als het USB-apparaat wordt verwijderd voordat de update is voltooid, kan de unit beschadigd raken.
Elke pagina bevat een paginamenu dat kan worden geopend door op de knop MENU te drukken. Indien van toepassing bevat het paginamenu de basisfuncties voor het betreffende paneel. Alle paginamenu's bieden toegang tot het dialoogvenster Instellingen. Instellingenmenu Niveau 1 Niveau 2 Pagina's Pagina's... AutoScroll AutoScroll-tijd Menu-stroomschema | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 78
Installatie * * Raadpleeg de handleiding voor ingebruikname NAC-2/ NAC-3 (988-11233-00n) Stuurautomaat, AC12N/ Reactie AC42N Zeeconditiefilter Zeilen ** Raadpleeg de installatiehandleiding AC12N/ Automatisch sturen AC42N (988-10276-00n) Installatie ** Gevaarlijke vaartuigen... Snelheid en koers Richting AIS-pictogram MMSI... Menu-stroomschema | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 79
Niveau 1 Niveau 2 Systeem Netwerk Units Decimalen Toetstonen Taal Tijd... Display instellen... Display-mode... Files Simulatie Terug naar standaardinstellingen... Engine setup Algemene reset... Info over Menu-stroomschema | IS42 Gebruikershandleiding...
Tekening met afmetingen 36.5 mm (1.43") 8 mm 28.5 mm 118 mm (4.64") (0.31") (1.12") 97.5 mm (3.83") Tekening met afmetingen | IS42 Gebruikershandleiding...
Termen en afkortingen In deze lijst worden termen en afkortingen weergegeven die op de pagina's en de dialoogvensters van het IS42-systeem worden gebruikt. AIR TEMP Luchttemperatuur Automatisch identificatiesysteem AVG SPD Gemiddelde snelheid Schijnbare windhoek Schijnbare windsnelheid BSPD Vaartuigsnelheid Peiling tot waypoint...
Pagina 83
Ware beweging Track TRK CRS Koers volgen tot volgende waypoint Ware windhoek Ware windrichting Ware windsnelheid Wheel Over Line Wheel Over Point Waypoint-naam WPT BRG Peiling tot waypoint WPT DIST Afstand tot waypoint Koersafwijking Termen en afkortingen | IS42 Gebruikershandleiding...
127245 Roer 127250 Voorliggende koers van vaartuig 127251 Draaisnelheid 127257 Attitude 127258 Magnetische variatie 127488 Motorparameters, snelle update 127489 Motorparameters, dynamisch 127493 Transmissieparameters, dynamisch 127505 Vloeistofniveau 127508 Batterijstatus 128259 Snelheid, door het water 128267 Waterdiepte Ondersteunde gegevens | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 85
129810 AIS, klasse B, “CS”, rapport met vaste gegevens, deel B 130074 Route en WP-service - WP-lijst - WP-naam en -positie 130306 Windgegevens 130310 Omgevingsparameters 130311 Omgevingsparameters 130312 Temperatuur 130313 Vochtigheid 130314 Werkelijke druk 130576 Status van kleine vaartuigen 130577 Richtinggegevens Ondersteunde gegevens | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 86
Ondersteunde gegevens | IS42 Gebruikershandleiding...
Pagina 87
Index Systeem instellingen Taal 70 Tijd 70 Doelsymbolen 29 Toetstonen 69 Symbool oriëntatie 35 Alarmen Type berichten 55 Taal 70 Apparatenlijst 67 Tijd 70 Toetstonen 69 Demping 66 Diagnostiek 68 Garantie 4 Gevaarlijke vaartuigen 34 Handleiding Info over 4 Handmatig Versie 4 Instellingen Maateenheden 69...