DTW
Afstand tot volgend waypoint
SOG
Snelheid over de grond
COG
Koers over de grond
XTE
Koersafwijking (L: links of R: rechts)
Stuurautomaatmodi
De stuurautomaat heeft verschillende stuurmodi. Het aantal modi en functies binnen een
bepaalde modus is afhankelijk van de stuurautomaatcomputer, het boottype en de
beschikbare ingangen, zoals uitgelegd in de beschrijving van de volgende besturingsmodi.
Standby-modus
De modus Standby wordt gebruikt wanneer de boot met de hand aan het roer wordt
bestuurd. U kunt de stuurautomaat op elk moment overschakelen op de standby-modus
door op de knop Standby te drukken in het pop-upvenster Autopilot of door op een fysieke
standby-knop te drukken.
NFU-besturing (Non-Follow-Up)
In de modus NFU kunt u het roer bedienen met de pijlknoppen Bakboord en Stuurboord in
het pop-upvenster van de stuurautomaat. Het roer blijft bewegen zolang u de knop
ingedrukt houdt.
•
Activeer de modus NFU met de pijlknoppen Bakboord en Stuurboord in het pop-
upvenster als de stuurautomaat in de modus Standby of FU staat.
U keert terug naar de standby-modus door op de knop Standby te drukken in het pop-
upvenster van de stuurautomaat of door op de fysieke standby-knop te drukken.
FU-besturing (Follow-Up)
In de modus FU kunt u de roerhoek met de draaiknop bedienen. Druk op de draaiknop en
draai vervolgens om de roerhoek in te stellen. Het roer beweegt naar de ingestelde hoek en
stopt dan.
•
U kunt de modus FU selecteren in het pop-upvenster van de stuurautomaat
Ú Notitie:
Als het pop-upvenster van de stuurautomaat gesloten is of als er een
alarmdialoogvenster actief is op de unit die de stuurautomaat in de FU-modus bedient,
dan schakelt de stuurautomaat automatisch over naar de standby-modus.
Waarschuwing:
In de FU-modus kunt u het stuurwiel niet handmatig
bedienen.
Modus AUTO (autokompas)
In de modus AUTO stuurt de stuurautomaat opdrachten naar het roer om het vaartuig
automatisch op een ingestelde vaarrichting te houden.
•
U kunt de modus AUTO selecteren in de pop-up Autopilot. Wanneer de modus wordt
geactiveerd, selecteert de stuurautomaat de huidige vaarrichting van de boot als
ingestelde vaarrichting.
Ingestelde vaarrichting wijzigen in de modus AUTO
U kunt de ingestelde vaarrichting aanpassen via de draaiknop, de pijlknoppen Bakboord/
Stuurboord in de pop-up Autopilot of door de tegel Vaarrichting te selecteren in de pop-up
Autopilot en vervolgens de gewenste waarde voor de vaarrichting in te voeren.
Er vindt direct een wijziging van de vaarrichting plaats. De nieuwe vaarrichting wordt
aangehouden totdat er een nieuwe vaarrichting wordt ingesteld.
Stuurautomaat
| NSS evo3 Gebruikershandleiding
55