, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen. Productreferenties Navico Deze handleiding kan betrekking hebben op de volgende producten van Navico: Voorwoord | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 5
De handleiding op het scherm weergeven Met de PDF-viewer in de unit kunt u de handleidingen en andere PDF-bestanden op het scherm lezen. U kunt handleidingen downloaden van www.simrad-yachting.com. De handleidingen kunnen gelezen worden vanaf een kaart die in de kaartlezer is geplaatst of u kunt ze kopiëren naar het interne geheugen van de unit.
De cursor gebruiken op het kaartpaneel Waypoints opslaan Routes maken Panelen voor het zoeken van objecten op de kaart 3D-kaarten Kaart-overlay Insight- en C-MAP-kaarten Navionics-kaarten Kaartinstellingen 39 Waypoints, routes en tracks Waypoints Routes Tracks Dialoogvensters Waypoints, routes, en Tracks Inhoud | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 7
Modus AUTO (autokompas) De modus Geen drift De modus NAV WIND-modus Sturen met wendpatroon Gebruik van de NSS evo3 in een AP24/AP28-systeem De stuurautomaat gebruiken in een EVC-systeem Gebruik van de NSS evo3 in een AP70/AP80-systeem Stuurautomaat instellen 67 Radar...
Pagina 9
133 Preventief onderhoud 133 Reinigen van de display-unit 133 De klep van de kaartlezer schoonmaken 133 De toetsen controleren 133 Controleren van de connectoren 133 Registratie van NMEA-gegevens 134 Software-upgrades 135 Back-up maken van uw systeemgegevens Inhoud | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Klepje van de kaartlezer Twee sleuven voor kaartlezers De Home pagina U kunt de Home pagina openen vanuit elk scherm door kort op de knop Home te drukken of op de knop Home linksboven in een paneel. Inleiding | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Selecteer deze knop om een waypoint Man overboord (MOB) op te slaan op de huidige vaartuigpositie. Applicatiepagina's Alle applicaties die met het systeem zijn verbonden worden weergegeven op panelen. De applicatie kan worden weergegeven als een volledige pagina, of in combinatie met andere panelen op meerdere paneelpagina's. Inleiding | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 12
Alle vooraf ingestelde favoriete pagina's kunnen worden aangepast of verwijderd. U kunt ook uw eigen favorieten aanmaken. U kunt in totaal 12 favoriete pagina's opgeven. Ga voor meer informatie naar "Nieuwe favoriete pagina's toevoegen" op pagina 21. Inleiding | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Zie "Video" op pagina 124 voor meer informatie. Integratie BEP CZone De NSS evo3 is geïntegreerd met het BEP CZone-systeem, dat wordt gebruikt voor beheer en controle van een gedistribueerd vermogenssysteem. Het CZone-pictogram is beschikbaar op het paneel Tools op de Home pagina wanneer een CZone-systeem beschikbaar is op het netwerk.
U kunt een externe bedieningsunit verbinden met het netwerk en de unit op afstand bedienen. Om te zien welke externe bedieningsunits gebruikt kunnen worden, raadpleegt u de webpagina van het product op: www.simrad-yachting.com. De externe bedieningsunit wordt geleverd met een afzonderlijke handleiding. Inleiding | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De achtergrondverlichting van het display kan op elk gewenst moment aangepast worden in het dialoogvenster Systeem regelingen. U kunt ook de vooraf ingestelde verlichtingsniveaus doorlopen door telkens kort op de toets Aan/uit te drukken. Bediening, basis | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Op een paneelknop om de beschikbare opties voor gesplitste schermen te bekijken • Op een favorietenknop om de bewerkingsmodus te openen Blader door een lijst met beschikbare opties zonder een van de opties te activeren. Bediening, basis | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt een dialoogvenster sluiten door de invoer op te slaan of te annuleren. U kunt een dialoogvenster ook sluiten door de X te selecteren in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster of door op de toets X te drukken. Bediening, basis | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Tik op de pop-up van het MOB-waypoint of druk op de toets Enter of op de draaiknop om het dialoogvenster MOB-waypoint weer te geven Selecteer de optie Verwijderen in het dialoogvenster. U kunt een MOB-waypoint ook uit het menu verwijderen als het is geactiveerd. Bediening, basis | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt het paneelformaat voor een actieve gesplitste pagina wijzigen. Het paneelformaat kan zowel voor favoriete pagina's als voor vooraf gedefinieerde gesplitste pagina's aangepast worden. Activeer het dialoogvenster Systeem regelingen Selecteer de aanpassingsoptie voor gesplitste pagina's in het dialoogvenster Het systeem aanpassen | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Wijzig desgewenst de paneelindeling (alleen mogelijk voor 2 of 3 panelen) Sla de pagina-layout op. Het systeem toont de nieuwe favoriete pagina en de nieuwe pagina wordt toegevoegd aan de lijst met favoriete pagina's op de Home pagina. Het systeem aanpassen | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Wanneer u een instrumentmeter wilt wijzigen, selecteert u eerst Wijzigen en vervolgens de meter die u wilt wijzigen Selecteer de inhoud die u wilt weergeven in het dialoogvenster Kies gegevens Selecteer Menu en vervolgens Wijzigen beëindigen om uw wijzigingen op te slaan. Het systeem aanpassen | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
één brug gegroepeerd. Elke display kan maar voor één brug worden geconfigureerd. Als de displays in een brug zijn opgenomen, kunt u twaalf pagina configuraties configureren (voorinstellingen) voor elke brug. Het systeem aanpassen | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Herhaal stap 3 en 4 tot er een pagina is geconfigureerd voor alle displays in alle Voorinstellingen brug Druk nogmaals op het bewerkingspictogram om de bewerkingsmodus te verlaten en de configuratie op te slaan Het systeem aanpassen | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt een overzicht van beschikbare Brugvoorinstellingen weergeven door omlaag te vegen in Brug bediening op de Home pagina. Wanneer u een van de vooraf ingestelde configuraties selecteert, schakelen alle apparaten in die brug over naar de vooraf geconfigureerde pagina's. Het systeem aanpassen | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Als de elektronische kaart verwijderd wordt, schakelt het systeem niet automatisch over op de ingebouwde cartografie. Er wordt een lage-resolutiekaart getoond tot u de elektronische kaart weer invoert of handmatig terugschakelt naar de ingebouwde cartografie. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Er zijn verschillende opties beschikbaar om de kaart op het paneel te roteren. Het kaartoriëntatiesymbool in de rechterbovenhoek van het paneel geeft het noorden aan. Noord boven Vaarrichting boven Koers boven Noord boven Toont de kaart met het noorden naar boven. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Activeer de cursor op het paneel en houd uw vinger vervolgens ingedrukt op het scherm om het cursorsymbool te veranderen in een selectiecirkel, die boven uw vinger verschijnt. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Hier kunt u in een kaartpaneel zoeken naar andere vaartuigen en verschillende items op de kaart. Activeer de cursor in het paneel om vanaf de cursorpositie te zoeken. Als de cursor niet actief is, zoekt het systeem naar items vanaf de positie van het vaartuig. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
34. Insight- en C-MAP-kaarten Hieronder worden alle mogelijk menuopties van Insight- en C-MAP-kaarten beschreven. De beschikbare functies en menuopties kunnen per gebruikte kaart verschillen. In dit hoofdstuk ziet u de menu's van een Insight-kaart. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 31
Kaartopties voor Insight en C-MAP Oriëntatie, Kijk vooruit, 3D en Kaartbron (eerder in dit hoofdstuk beschreven) komen veel voor bij alle typen kaarten. Presentatie De kaarten kunnen in verschillende stijlen getoond worden. Schaduwreliëf Geen contouren Rasterkaarten Hoge res. bathymetrie Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Met deze optie kunt u satellietfoto's van een gebied als overlay weergeven op de kaart. De beschikbaarheid van dergelijke foto's is beperkt tot bepaalde gebieden en kaartversies. U kunt foto-overlays in 2D of 3D weergeven. Geen foto-overlay Foto-overlay, alleen land Volledige foto-overlay Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Navionics-kaart(en) of het juiste kaartgeheugen zijn geplaatst. Voor meer informatie over de vereisten voor deze functies raadpleegt u www.navionics.com Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Het systeem maakt een animatie van de pijlen en/of meters om de ontwikkeling van getijden en stromingen over een bepaalde tijdsperiode te laten zien. Dynamische getijdeninformatie Dynamische stromingsinformatie De volgende pictogrammen en symbolen worden gebruikt: Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 35
Selecteer het bereik van de diepten die Navionics met een andere kleur moet vullen. Zo kunt u een bepaald dieptebereik markeren als u wilt vissen. Dit bereik is net zo nauwkeurig als de gegevens op de onderliggende kaart. Dat betekent dat als de kaart een Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De ingebouwde Navionics-database bevat gegevens tot een diepte van 20 m. Daarna is alles wit. Contourdiepte Bepaalt welke contouren u op de kaart ziet, tot aan de geselecteerde dieptewaarde. Rotsfilter Hiermee wordt rotsherkenning beneden een bepaalde diepte verborgen op de kaart. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De koers van uw vaartuig wordt gebaseerd op informatie van de actieve koerssensor, en de COG wordt gebaseerd op informatie van de actieve GPS-sensor. Voor andere vaartuigen worden de COG-gegevens opgenomen in de meldingen die worden ontvangen van het AIS-systeem. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Schakelt de weergave van rasterlijnen voor lengte- en breedtegraad op de kaart in of uit. Waypoints, Routes, Tracks Hiermee schakelt u de weergave van deze items op kaartpanelen in/uit. Hiermee opent u ook de dialoogvensters Waypoints, Routes en Tracks waarmee u de items kunt beheren. Kaarten | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Dit dialoogvenster is ook toegankelijk vanuit het hulpprogramma voor Waypoints op de Home pagina. Waypoint alarminstellingen U kunt voor elk individueel waypoint een alarmradius inestellen. U kunt het alarm instellen in het dialoogvenster Waypoint wijzigen. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
MAP MAX-N+, Navionics+ en Navionics Platinum. Ga naar www.gofreemarine.com, www.c-map.com of www.navionics.com voor de volledige selectie beschikbare kaarten. Plaats ten minste twee routepunten op een nieuwe route of open een bestaande route en pas deze aan. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt een nieuwe route maken door bestaande waypoints te combineren in het dialoogvenster Routes. U opent het dialoogvenster met de tool Waypoints op de Home pagina. Vervolgens drukt u op de tab Routes. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt zelf trackpunten positioneren op basis van tijd of afstand, of automatisch een waypoint door het systeem laten positioneren als er een koerswijziging geregistreerd wordt. Ú Notitie: Ook moet de optie Tracks zijn ingeschakeld in de kaartinstellingen om zichtbaar te zijn. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De dialoogvensters Waypoints, Routes, en Tracks bieden toegang tot geavanceerde bewerkingsfuncties en instellingen voor deze items. U opent de dialoogvensters door op de knop Waypoints te drukken op het paneel Tools op de Home pagina. Waypoints, routes en tracks | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Raadpleeg "XTE-limiet" op pagina 48. Informatie over routepunten Positiepanelen U kunt wisselen tussen weergave van het navigatiepaneel en het positiepaneel. U kunt het positiepaneel activeren in het menu. Navigeren | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt de navigatie starten in het dialoogvenster Route dat u activeert door: De tool Waypoint te selecteren op de Home pagina en vervolgens het tabblad Routes • te kiezen • De routedetails te selecteren in het menu Navigeren | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Loxodromen zijn tracks met een constante vaarrichting. Het is mogelijk tussen twee locaties te reizen met behulp van loxodroomberekening, maar de afstand is gewoonlijk groter dan wanneer grootcirkel wordt gebruikt. Navigeren | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Selecteer de handmatige modus wanneer u zelf een lokale magnetische variatie moet invoeren. Referentievlak De meeste papieren kaarten worden gemaakt in het WGS84-formaat, dat ook door NSS evo3 gebruikt wordt. Als uw papieren kaarten een ander formaat hebben, kunt u de instellingen voor het referentievlak zo wijzigen dat deze overeenkomen met uw papieren kaarten.
U kunt de opname later handmatig starten vanaf de pagina TripIntel. U kunt de functie voor automatische tripdetectie uitschakelen in het instellingenvenster voor Tracks en Trips. TripIntel | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De brandstofmeter is zichtbaar op de TripIntel-pagina en op de verbruiksmeter wanneer dit is ingesteld op de pagina Vaartuiginstellingen. Selecteer de meetmethode Resterende brandstof. • Brandstof verbruikt door de motor(en) • Sensor(en) brandstoftankniveau Ú Notitie: Dit geldt alleen voor de TripIntel-pagina en de zuinigheidsgrafiek. TripIntel | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Als u geen getij-station kiest, wordt de getij-informatie van het dichtstbijzijnde getij-station gebruikt. Tripopnamen weergeven Opgenomen trips staan op het tabblad Historie op de pagina TripIntel. Om uitgebreide tripinformatie weer te geven, selecteert u een trip in de lijst. TripIntel | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 52
Bij het aanmaken van trips worden generieke namen toegekend. U kunt de tripnaam wijzigen in een betekenisvollere naam. Selecteer de naam in de historielijst en selecteer vervolgens de naam in het gedetailleerde dialoogvenster Triphistorie. Hiermee opent u het dialoogvenster Tripnaam, waar u de tripnaam kunt wijzigen. TripIntel | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Indicatie stuurautomaat op de pagina's Indicatie stuurautomaat in statusbalk Pop-up Autopilot Tegel Autopilot in instrumentenbalk Indicatie van stuurautomaat modus op de Statusbalk De Statusbalk toont stuurautomaat informatie zolang er een stuurautomaat computer op het netwerk aangesloten is. Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Het aantal datavelden dat in het stuurautomaatpaneel is opgenomen, hangt af het beschikbare paneelformaat. Datavelden De volgende afkortingen worden gebruikt op het stuurautomaatpaneel: Te sturen koers Afstand tot bestemming Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Stuurboord in de pop-up Autopilot of door de tegel Vaarrichting te selecteren in de pop-up Autopilot en vervolgens de gewenste waarde voor de vaarrichting in te voeren. Er vindt direct een wijziging van de vaarrichting plaats. De nieuwe vaarrichting wordt aangehouden totdat er een nieuwe vaarrichting wordt ingesteld. Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De modus NAV mag alleen in open water gebruikt Waarschuwing: worden. U kunt de boot met de stuurautomaat automatisch naar een bepaalde waypoint-locatie of langs een vooraf gedefinieerde route sturen. De positie-informatie van het GPS wordt Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Voor een juiste navigatie moet de NSS evo3 beschikken over geldige positie- invoer. De automatische besturing moet worden getest en goedgekeurd voordat u de navigatiemodus gaat gebruiken.
De tijd om te gijpen wordt bepaald door de snelheid van de boot, om het zo snel mogelijk gecontroleerd uit te voeren. Sturen met wendpatroon De stuurautomaat beschikt over een aantal automatische draaifuncties wanneer de stuurautomaat in de modus AUTO staat. Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 59
De draaisnelheid is gelijk aan de instellingen voor de snelheidslimiet. Deze kan tijdens het draaien niet worden gewijzigd. Ú Notitie: Raadpleeg de afzonderlijke installatiehandleiding van NSS evo3 voor informatie over de instellingen voor de snelheidslimiet. C-turn Met deze optie gaat de boot in een cirkel varen.
Pagina 60
Met deze parameter kunt u de boot met langzame S-bewegingen rond de referentiediepte laten gieren. Hoe groter de CCA, hoer meer er gegierd mag worden. Als u de CCA instelt op nul, zijn er geen langzame S-bewegingen. Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt de andere stations alleen ontgrendelen vanaf de besturende AP24/AP28-unit. De stuurautomaat gebruiken in een EVC-systeem Als de NSS evo3 via de SG05 is verbonden op een EVC-systeem, kunt u handmatig sturen, ongeacht de modus waarin de stuurautomaat zich bevindt.
Passief: MFD heeft niet de controle over de stuurautomaat. Als alleen het pictogram voor passief wordt weergegeven, betekent dit dat het een open en niet-vergrendeld systeem is en dat u met de modusknop de controle over de stuurautomaat overneemt. Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
MFD goedkeuring vragen om de controle over de stuurautomaat over te nemen. Wanneer een andere bedieningsunit vraagt om de controle over de stuurautomaat over te nemen, wordt in u het MFD gevraagd de overdracht te accepteren of te weigeren. Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
• Installatie-instellingen worden opgegeven tijdens de inbedrijfstelling van het stuurautomaatsysteem. Deze instellingen mogen niet meer worden gewijzigd Zowel de gebruikersinstellingen als de installatie-instellingen zijn afhankelijk van welke stuurautomaat-computer op het systeem is aangesloten. Stuurautomaat | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: De vergrendelingsfunctie is niet beschikbaar voor de unit waarmee de stuurautomaat wordt bediend! Als de NSS evo3 deel uitmaakt van een AP24/AP28-systeem, dan kan de stuurautomaat van alle andere stuurautomaatunits worden vergrendeld door de AP24/AP28-bedieningsunit. Stuurautomaatcomputer NAC-2/NAC-3 Besturing (NAC-2/NAC-3) Met deze opties is het mogelijk om de parameters die tijdens de ingebruikname van de stuurautomaat zijn ingesteld handmatig te wijzigen.
Bij een te hoog responsniveau zal de boot S- vormige bewegingen gaan maken. Installatie Deze optie wordt gebruikt voor de installatie en ingebruikname van de stuurautomaat. Raadpleeg de afzonderlijke installatiehandleiding van de NSS evo3. Inbedrijfstelling Ú Notitie: Alleen beschikbaar voor NAC-1-stuurautomaatcomputers.
Racons te activeren. U selecteert de optie voor dubbele radarpanelen door de knop van de radarapplicatie ingedrukt te houden op de Home pagina, of door onder favorieten een pagina met twee radarpanelen aan te maken. Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De scanner is aan en zendt. Ontdekte doelen worden op de PPI (Plan Position Indicator) van de radar getekend. Ú Notitie: U kunt de radar ook in de verzendmodus zetten vanuit het dialoogvenster Systeem regelingen. Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Hiertoe doet u het volgende: • Druk op de draaiknop Druk op de knop Markeren • • Gebruik de optie Nieuwe waypoint in het menu Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Vogel - in deze modus worden de radarinstellingen geoptimaliseerd voor de beste • detectie van vogels. De radar is ingesteld op maximale gevoeligheid. Het gebruik van deze modus wordt afgeraden in drukke havenomgevingen. Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De GAIN (versterking) van de radarontvanger wordt dynamische in benedenwindse richting vergroot tijdens de sweep, voor verhoogde doelgevoeligheid in zwaardere zeecondities. Als GAIN of SEA = MANUAL, staat de modus Directionele echo-onderdrukking UIT (niet- directioneel). Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
30% voor minder ruis op het scherm. Als UIT is geselecteerd, is het bereik van de NSS evo3 ongeveer gelijk aan dat van 3G-radar. In sommige gebieden met ongewoon veel interferentie levert UIT mogelijk het beste radarbeeld op.
U kunt verschillende kleuren (paletten) gebruiken om details op het radar paneel aan te duiden. Radar oriëntatie De radar oriëntatie wordt in de linker bovenhoek van het radarpaneel weergegeven als HU (vaarrichting boven (UP)), NU (noord boven) of CU (koers boven). Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Op het radarbeeld kunnen twee verschillende EBL/VRM's geplaatst worden. De EBL/VRM's worden standaard gepositioneerd vanuit het midden van het vaartuig. Het is echter mogelijk het referentiepunt te verschuiven naar een andere geselecteerde positie op het radarbeeld. Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
- C: Bereik, relatief ten opzichte van het midden van het vaartuig - D: Breedte Kies Opslaan om uw instellingen op te slaan. Na plaatsing kunt u de veiligheidszones in-/uitschakelen doorde relevante sectie op de gegevensbalk te selecteren. Vorm: sector Vorm: cirkel Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
77. De MARPA volgfunctie is een belangrijk hulpmiddel om aanvaringen te voorkomen. Ú Notitie: MARPA vereist koersdata voor de radar en de NSS evo3. MARPA-doelsymbolen Het systeem maakt gebruik van de volgende symbolen voor doelen: Verkrijgen MARPA-doel. In het algemeen duurt het maximaal 10 volledige rotaties van de scanner.
(geldige GPS-positie en koerssensor aangesloten op de radarserver). Radargegevens opnemen U kunt radargegevens opnemen en het bestand intern opslaan in de NSS evo3-unit of op een geheugenkaart die in kaartlezer van de unit is geplaatst. Een opgenomen radarbestand kan gebruikt worden om een voorval of een operationele fout te documenteren.
Gevaarlijke vaartuigen. Raadpleeg "Gevaarlijke vaartuigen definiëren" op pagina 108. Als een vaartuig uw veilige zone binnengaat, gaat er een alarm af. Installatie De optie Installatie wordt gebruikt voor de radarinstallatie. Dit wordt in de afzonderlijke radar- of NSS evo3-installatiehandleiding beschreven. Radar | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt de bron van de Echosounder voor het beeld opgeven in het Echosounder-paneel. U kunt twee bronnen tegelijkertijd weergeven middels een gesplitst paneel. Voor meer informatie over het selecteren van de bron voor een paneel raadpleegt u "Bron" op pagina Echosounder | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Zolang de meetfunctie actief is, kunt u het start- en eindpunt steeds opnieuw bepalen via het menu. Selecteer Meten beëindigen of druk op de X-knop om het beeld weer op de normale manier te laten scrollen. Echosounder | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
• Lage frequenties, bijvoorbeeld 50 kHz, gaan diep. Ze genereren een brede kegel, maar zijn iets gevoeliger voor ruis. Ze zijn geschikt voor bodemonderscheiding en het doorzoeken van een groot gebied. Echosounder | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De bron kan de interne Echosounder, een ander MFD in het Ethernet- netwerk of een module van Echosounder zijn. Raadpleeg de installatiehandleiding van NSS evo3 voor meer informatie over het definiëren van bronnen.
Bestandsnaam Geef de opname (log) een naam. Bestandsformaat Selecteer een bestandsindeling in de vervolgkeuzelijst: slg (alleen Echosounder), xtf (alleen Structure*), sl2 (Echosounder en Structure) of sl3 (inclusief StructureScan 3D). Echosounder | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt zowel intern als extern opgeslagen echogegevens bekijken als de optie Sonarlog weergeven is geselecteerd in het dialoogvenster Echo-instellingen. Raadpleeg "Echosounderinstellingen" op pagina 86. Het logbestand wordt getoond als een gepauzeerd beeld. U regelt het scrollen en de weergave vanuit de menu-optie Nogmaals afspelen. Echosounder | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Als u de zoomfactor vergroot, wordt het bereik verkleind. U ziet dit als een verkleinde afstand tussen de zoombalken. U kunt de zoombalken aan de rechterkant omhoog of omlaag bewegen, zodat het beeld aan de linkerkant verschillende diepten van de waterkolom toont. Echosounder | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt de Echosounder-beelden van deze unit delen met andere units die zijn verbonden met het Ethernet-netwerk. Raadpleeg voor informatie over het instellen van Echosounder de aparte Installatiehandleiding van NSS evo3. Overlay DownScan Wanneer een DownScan-bron is aangesloten op uw systeem, kunt u DownScan-beelden weergeven als overlay op het normale Echosounder-beeld.
Pagina 87
Wordt gebruikt om te definiëren welke Echosounder-bronnen beschikbaar zijn om te selecteren in de menu-optie Bron. Raadpleeg voor informatie over het definiëren van bronnen de afzonderlijke installatiehandleiding van NSS evo3. Voor informatie over het selecteren van de bron raadpleegt u "Bron" op pagina 82.
• de zoompictogrammen op het paneel te gebruiken • uw vingers samen te knijpen of te spreiden op het scherm Het zoomniveau wordt linksboven op het paneel getoond. StructureScan | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt een waypoint op een geselecteerde locatie opslaan door de cursor op het paneel te positioneren en vervolgens een van de volgende handelingen uit te voeren: • Druk op de draaiknop Druk op de knop Markeren • • Gebruik de optie Nieuwe waypoint in het menu StructureScan | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt de StructureScan-pagina instellen als DownScan-beeld, alleen links, alleen rechts of als links/rechts-scanner. Het StructureScan beeld pauzeren U kunt het StructureScan beeld pauzeren, zodat u structuren en andere beelden diepgaander en gedetailleerder kunt bestuderen. StructureScan | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Bereiklijnen kunnen aan het beeld worden toegevoegd om het schatten van diepte (Downscan) en afstand (SideScan) te vergemakkelijken. StructureScan-gegevens opnemen U kunt StructureScan-gegevens opnemen en het bestand intern opslaan in de NSS evo3-unit of op een geheugenkaart, zoals beschreven in "Opname van echosoundergegevens starten" op pagina StructureScan...
Als het geheugen vol raakt, worden de oudste gegevens automatisch verwijderd en nieuwe gegevens toegevoegd. Als u het zoekbereik vergroot, wordt de pingsnelheid van de StructureScan-transducer verlaagd, maar worden de breedte en lengte van de beeldhistorie verhoogd. StructureMap | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Wanneer u StructureMap in combinatie met cartografie kaarten (cards) gebruikt, kopieert u de StructureMap (.smf ) bestanden naar het interne geheugen van het apparaat. Wij adviseren kopieën van de StructureMap bestanden op afzonderlijke cartografie kaarten te bewaren. StructureMap | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Live historie wissen Hiermee worden de bestaande live historiegegevens van het scherm gewist en worden alleen de meest recent gegevens getoond. Gegevens opnemen Hiermee worden StructureScan-gegevens opgenomen. Bron Selecteert de StructureMap-bron. StructureMap | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De ForwardScan-transducer kan worden verbonden met een SonarHub en gedeeld via het ethernetnetwerk. U kunt de ForwardScan-transducer ook aansluiten op de Sonar2-poort van uw NSS evo3-unit, waardoor de sonarpoort beschikbaar blijft voor een CHIRP-transducer. Ú Notitie: Wanneer een ForwardScan-transducer in gebruik is die is verbonden met de NSS evo3, worden transducers die zijn verbonden met de Sonar1-poort onderbroken.
Toont lijnen op het scherm, waardoor het makkelijker is om snel de diepte en onderwaterobjecten in te schatten. Voorl. koers verlenging Met koersverlenging kunt u ForwardScan weergeven op het kaartpaneel. De kleuren van de koersverlenging zijn gebaseerd op de alarmwaarden van ForwardScan. ForwardScan | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Rood - kritiek Geel - waarschuwing Groen - veilig Selecteer ForwardScan in het dialoogvenster Kaartinstellingen om de koersverlenging van ForwardScan op het kaartpaneel te bekijken. Installatie ForwardScan Geef de instellingen op in het dialoogvenster Installatie ForwardScan . ForwardScan | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Meet voorafgaand aan het instellen van de offset de afstand van de transducer naar het laagste punt van de boot in het water, of van de transducer naar het wateroppervlak. ForwardScan | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 99
Voor de offset van de diepte onder het wateroppervlak (de waterlijn): stel de afstand van de transducer naar het wateroppervlak in. Dit moet worden ingesteld als een positieve waarde. Bijvoorbeeld +0,5 m (+1,77 ft). Zet de offset op 0 voor de diepte onder de transducer. ForwardScan | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
GoFree Link-apps die u kunt downloaden in de betreffende applicatie-store. Als bediening op afstand is geaccepteerd, wordt de actieve pagina ook weergegeven op het draadloze apparaat. Draadloze verbinding | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
De display van de MFD wordt getoond op de smartphone. Gebruik de MFD om de display van de MFD te wijzigen als u een andere MFD-display op uw smartphone wilt. De wijziging van de display van de MFD wordt overgenomen op de smartphone. Draadloze verbinding | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Raadpleeg voor meer informatie "Opname van loggegevens starten" op pagina 83. Draadloze instellingen Biedt configuratie- en instellingsopties voor de draadloze functionaliteit. Raadpleeg voor meer informatie de installatiehandleiding van de NSS evo3. Verbinden met draadloze hotspot Toont het dialoogvenster Draadloos apparaat, waar u de draadloze functionaliteit kunt verbinden met een draadloze hotspot.
Iperf en DHCP Probe zijn hulpmiddelen voor diagnostische doeleinden, bedoeld voor gebruikers die bekend zijn met de terminologie en configuratie van netwerken. Navico is niet de ontwikkelaar van deze hulpmiddelen en biedt geen ondersteuning bij het gebruik. Draadloze verbinding | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt op een kaartpaneel zoeken naar AIS-doelen met behulp van de optie Zoeken in het menu. Als de cursor actief is, zoekt het systeem naar vaartuigen nabij de cursorpositie. Als de cursor niet actief is, zoekt het systeem naar vaartuigen nabij de positie van uw vaartuig. | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Als uw AIS ontvanger niet geschikt is voor AIS SART, kan het de ontvangen AIS SART informatie als een signaal van een standaard AIS zender interpreteren. Er wordt dan wel een symbool op de kaart geplaatst, maar dit is een AIS vaartuig symbool. | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Als de AIS stopt met het ontvangen van het AIS SART-bericht blijft de AIS SART nog 10 minuten nadat het laatste signaal is ontvangen in de lijst met vaartuigen staan. Als u het AIS SART-pictogram op het kaartpaneel selecteert, kunt u de details van de AIS MOB zien. | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U moet uw eigen MMSI (Maritime Mobile Service Identity) nummer in het systeem invoeren om geadresseerde berichten van AIS en DSC vaartuigen te ontvangen. Het is ook belangrijk dat u het MMSI nummer invoert om te voorkomen dat uw eigen boot als AIS doel op de kaart wordt weergegeven. | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Definiëren van gevaarlijke vaartuigen U kunt een onzichtbare veiligheidszone rond uw vaartuig definiëren. Wanneer een doel binnen de ingestelde limieten komt, verandert het symbool in het symbool Gevaarlijk doel. Indien geactiveerd in het alarmpaneel, gaat er een alarm af. | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Voor de verlengingslijnen wordt een andere lijnstijl gebruikt om beweging aan te geven, zoals hieronder getoond. AIS-vaartuigen, getoond met absolute beweging AIS-vaartuigen, getoond met relatieve beweging AIS symbool oriëntatie Hiermee stelt u de oriëntatie van het AIS symbool in - gebaseerd op vaarrichting of COG informatie. | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Selecteer de meter die u wilt wijzigen. De geselecteerde meter wordt weergegeven met een gekleurde achtergrond Selecteer de informatie die moet worden weergegeven, configureer limieten,, en verander eventueel de bron van de informatie Sla de wijzigingen op door Opslaan te kiezen in het menu Instrumentpanelen| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 111
Instrumentpanelen| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Audio Als een SonicHub- server, een FUSION Marine Entertainment System of NMEA 2000- audiosysteem is verbonden met het NMEA 2000-netwerk, kunt u NSS evo3 gebruiken om het audiosysteem op uw vaartuig te bedienen en aan te passen. Als u bent verbonden met een WM-3-satellietmodule met een actief abonnement, kunt u SiriusXM-producten op uw systeem gebruiken.
Pagina 113
U kunt de verbinding tussen de SonicHub 2 en gekoppelde apparaten handmatig verbreken en tot stand brengen. Om de verbinding met een gekoppeld apparaat te verbreken, selecteert u het gekoppelde apparaat in de lijst met apparaten en selecteert u vervolgens Disconnect. Audio| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Het audiopaneel U kunt het audiopaneel activeren door de audiotegel in de instrumentenbalk te activeren. De besturingsknoppen, tools en opties verschille n per audiobron, zoals verderop in dit hoofdstuk staat beschreven. Audiobron Afstelknoppen audio Audiotegel Audiotools Audio| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Selecteren om optionele instellingen voor de actieve bron weer te geven. Het audio systeem instellen De luidsprekers Luidsprekerzones De NSS evo3 kan worden ingesteld voor het regelen van verschillende audiozones. Het aantal zones hangt af van de audioserver die met uw systeem is verbonden. Audio| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Kanalen vergrendelen U kunt geselecteerde Sirius kanalen vergrendelen, zodat die niet worden uitgezonden. U moet een code van 4 cijfers invoeren om kanalen te vergrendelen en dezelfde code gebruiken om die kanalen weer te ontgrendelen. Audio| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: De in het geheugen aanwezige GRIB-gegevens worden door de geïmporteerde GRIB-gegevens overschreven. U kunt een weerbestand importeren vanuit het bestandsbeheer, vanuit het paneel Tools of via de menu-optie Voorspelling in het paneel Kaart. Weer| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 118
Selecteer de menuoptie Forecast om een nieuw GRIB-bestand in het geheugen te importeren. Door het importeren van een nieuw bestand worden de GRIB-gegevens in het geheugen overschreven. Weer| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Als de weermodule op het systeem is aangesloten, krijgt u toegang tot het Sirius- statuspaneel. Op het statuspaneel wordt de signaalsterkte aangeduid met 1/3 (zwak), 2/3 (goed) of 3/3 (voorkeur). Hierin staan ook de antennestatus, het serviceniveau en het elektronische serienummer voor de weermodule. Weer| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Er worden kleuren gebruikt om de voorspelde golfhoogten aan te duiden. De hoogste golven zijn donkerrood en de laagste zijn blauw. U kunt instellen hoe de kleurcodes worden gebruikt om de goflhoogte aan te geven. Zie "Kleurcodes instellen" op pagina 122. Weer| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Druk op de menu-optie Lokaal weer om het dialoogvenster Lokaal weer te openen. In dit dialoogvenster worden de weersvoorspelling en weerswaarschuwingen voor dit gebied weergegeven. Selecteer een tab voor een tijdsperiode om de voorspelling hiervoor weer te geven. Weer| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Sirius weer animaties De NSS evo3 legt de weerinformatie vast die u hebt ingeschakeld en deze informatie kan worden gebruikt voor animaties van weer in het verleden of de toekomst. Hoeveel informatie in het systeem beschikbaar is, hangt af van de hoeveelheid weeractiviteit. Hoe complexer het weer, des te minder tijd voor animaties beschikbaar is.
Pagina 123
Door de National Weather Service is een watchbox gedefinieerd. Wanneer het alarm voor watchbox is ingeschakeld, gaat er een alarm af wanneer uw vaartuig een watchbox binnengaat of zich hierin bevindt. Weer| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt de camerabesturing overnemen van elke NSS evo3 die is aangesloten op het Ethernet-netwerk. Verbinden met de FLIR videocamera Als er een video paneel actief is, herkent de NSS evo3 automatisch een FLIR camera als die in het netwerk aanwezig is. Ú Notitie:...
Zodra de verbinding tot stand is gekomen, bevat het menu opties voor bediening van de FLIR camera. Ú Notitie: U kunt de camera bediening overnemen vanaf elke NSS evo3 die met het ethernet netwerk verbonden is. De FLIR camera draaien en kantelen Als de verbinding met de FLIR camera tot stand is gebracht, verschijnen er draai- en kantelknoppen op het video paneel.
Tijd plot De NSS evo3 kan datahistorie in een of meer plots weergeven. De plots kunnen op een volledige pagina worden weergegeven, of gecombineerd met andere panelen. Het paneel Tij dplot Het paneel Tijdplot bestaat uit twee vooraf gedefinieerde layouts. U kunt tussen de layouts schakelen door de linker- en rechter paneelpijlen te selecteren.
Er is geen time-out voor de alarmmelding of sirene. Deze blijven actief totdat u het alarm bevestigt of totdat de reden voor het alarm is verdwenen. Dialoogvenster Alarmen Alle alarmen worden ingesteld in het dialoogvenster Alarmen. Alarmen| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 128
Het dialoogvenster Alarmen kan ook worden geactiveerd vanuit het paneel Tools. Dit dialoogvenster bevat informatie over actieve alarmen en de alarmgeschiedenis. Alarmen| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Bestanden Via het bestandsbeheersysteem kunt u het interne geheugen van de unit en de geplaatste SD-kaart bekijken. Bestanden weergeven Selecteer een bestand op het paneel Bestanden en vervolgens de optie voor bestandsweergave in het dialoogvenster Details. Tools| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Als een nieuwe update beschikbaar is, kunt u deze downloaden naar een kaartlezer. U kunt het downloaden ook tot een later moment uitstellen. Tools| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
U kunt in de simulator ook uw eigen bestanden met opgenomen loggegevens gebruiken. Geavanceerde simulatorinstellingen Via de instellingen voor de geavanceerde simulator kunt u de simulator handmatig bedienen. Simulator| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Simulated course of Simulated route. Anders worden GPS-gegevens, waaronder snelheid en koers, opgehaald uit het geselecteerde bronbestand. Startpositie instellen Hiermee verplaatst u het vaartuig naar de huidige cursorpositie. Ú Notitie: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de GPS-bron is ingesteld op Gesimuleerde koers. Simulator| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
(bestanden met opnamen, muziek, foto's, PDF-bestanden), kan hierdoor de maximale bestandsgrootte van het logbestand kleiner zijn. Het systeem registreert zo veel mogelijk gegevens tot de maximale bestandsgrootte is bereikt, en gaat vervolgens de oudste gegevens overschrijven. Onderhoud| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
PPI wordt RSD weergeven om aan te geven dat deze functie is ingeschakeld. Software-upgrades De nieuwste software kunt u downloaden van onze website www.simrad-yachting.com. Zorg dat u eerst een back-up maakt van mogelijk waardevolle gebruikersgegevens voordat u een update op de unit uitvoert. Zie "Back-up maken van uw systeemgegevens" op pagina 135.
Als uw MFD is verbonden met internet, kunt u de software-update vanuit het dialoogvenster Updates downloaden naar een geheugenkaart. U kunt de software- update ook vanaf www.simrad-yachting.com downloaden naar een geheugenkaart die is geplaatst in een smart apparaat of een pc die verbonden is met internet.
Ethernet-netwerk met elkaar te kunnen synchroniseren. Als u talloze verwijderde, niet-gewiste waypoints hebt, kunt u de systeemprestaties verbeteren door deze te wissen. Ú Notitie: Gebruikersgegevens die uit het geheugen zijn gewist, kunnen niet meer hersteld worden. Onderhoud| NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 137
Beeld 79 Diepte-offset 98 Back-up maken van uw Gebruik van de cursor 80 systeemgegevens 135 Gesplitst scherm 85 Bediening Touch 16 Historie weergeven 81 Bereik 81 Opgenomen gegevens weergeven 85 Bestanden naar een kaart, kopiëren 130 Index | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 138
Navionics-kaartopties 34 Echosounder 85 Noord boven 27 Gesplitste pagina's 12 Objecten zoeken op de kaart 29 Vooraf geconfigureerd 12 Oriëntatie 27 Gevaarlijke vaartuigen 108 Overlay 30 GoFree Routes maken 29 Draadloze verbinding 100 Twee kaarten 27 Index | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 139
Opname van echosoundergegevens Storing 73 starten 83 Target boost 73 Opname van loggegevens starten 83 Vaarrichting boven 74 Overlay DownScan 86 Veiligheidszone 75 Ware beweging 74 Zee-echo 72 Pagina's Zeeconditie 73 Een pagina selecteren 18 Referentievlak 48 Index | NSS evo3 Gebruikershandleiding...
Pagina 141
Het paneel instellen 124 Standaard 124 Video Videopaneel 124 Voor de eerste keer opstarten Setup wizard 15 Wachtwoordbeveiliging 21 Wallpaper, aanpassen 20 Waypoints opslaan 29, 39, 69 Waypoints, routes en tracks Wissen 136 Waypoints, routes, trails en trips Index | NSS evo3 Gebruikershandleiding...