Brandstofzuinigheidsmeter
U kunt de brandstofzuinigheidsmeter weergeven in de instrumentenbalk op
applicatiepagina's (Kaart, Radar, Echo, Nav, enzovoort). Selecteer de vooraf gedefinieerde
Brandstofactiviteitbalk, of wijzig de meterbron naar Brandstofzuinigheid. Ga naar "Instellen van de
instrumentenbalk" op pagina 22 om de meterbron te wijzigen.
1
Digitaal aflezen van het huidige verbruik
2
Eenheden waarin brandstofzuinigheid wordt gemeten
3
100% efficiëntie, dit komt neer op het 'nominale verbruik'
4
120% efficiëntie
5
Gemiddelde brandstofzuinigheid
6
Verbruik op dit moment
7
Huidig brandstofniveau
De brandstofzuinigheidsmeter laat het huidige en het historisch gemiddelde
brandstofverbruik zien. Het begin van de groene zone stelt de 'nominale
brandstofzuinigheid' voor, en er is nog een extra gebied van 20% zichtbaar. Hierin wordt uw
brandstofefficiëntie weergegeven als deze hoger dan nominaal is.
Hoe efficiënter uw brandstofverbruik, hoe verder de buitenste blauwe ring opschuift in de
richting van het groene deel van de schaal. Wanneer u met uw vaartuig nominale efficiëntie
bereikt, bevindt u zich in de groene zone. Als het u lukt om een hogere efficiëntie te bereiken
dan uw nominale efficiëntie, dan bevindt u zich ergens in het bovenste deel van de groene
zone.
De nominale brandstofzuinigheid kan worden ingevoerd in het dialoogvenster
Vaartuiginstellingen dat toegankelijk is vanuit het dialoogvenster Brandstofinstellingen.
U kunt uw gemiddelde brandstofzuinigheid resetten met de knop Reset brandstofzuinigheid
in het dialoogvenster Brandstofinstellingen. Wanneer u deze instelling reset begint het
systeem opnieuw met het berekenen van het gemiddelde.
De eenheden voor de brandstofzuinigheidsmeter kunt u instellen in het veld Zuinigheid in
het dialoogvenster Eenheden.
Brug bediening
De functie Brug bediening biedt de mogelijkheid te bepalen welke pagina's op meerdere
displays tegelijkertijd worden weergegeven. Deze functie wordt gebruikt op vaartuigen met
meerdere displays op dezelfde plaats gemonteerd, om snel te configureren welke informatie
wordt weergegeven.
Er kunnen maximaal vier verschillende bruggen in uw systeem aanwezig zijn en maximaal
vier displays in één brug gegroepeerd. Elke display kan maar voor één brug worden
geconfigureerd.
Als de displays in een brug zijn opgenomen, kunt u twaalf pagina configuraties configureren
(voorinstellingen) voor elke brug.
Het systeem aanpassen
| NSS evo3 Gebruikershandleiding
23