62
Als u Ja kiest, wordt het MFD opnieuw gestart en worden dezelfde brongroepen gebruikt als
die het AP70-/AP80-systeem gebruikt. Als u Nee kiest, wordt de vraag niet nogmaals gesteld
en kunt u het MFD niet gebruiken voor het bedienen van het AP70-/AP80-systeem.
U kunt deze instelling wijzigen door Professionele stuurautomaat compatibiliteit te
selecteren in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen.
Symbolen voor actieve schroef
Wanneer schroeven in bedrijf zijn in een AP70-/AP80-systeem, worden schroefsymbolen
weergegeven in het pop-upvenster Stuurautomaatcontroller van het MFD.
Schroef draait met de klok mee.
Schroef draait tegen de klok in.
Overdracht van besturing
Een AP70-/AP80-systeem kan worden opgezet als een mastersysteem of open systeem.
Bij een masterconfiguratie geeft de mastercontroller de controle over aan andere
bedieningsunits. Een MFD kan niet de mastercontroller in een masterconfiguratie zijn. In een
masterconfiguratie kan het MFD verzoeken de stuurautomaat te bedienen en moet het MFD
de controle door de mastercontroller accepteren nadat de mastercontroller de overdracht
van de controle aan het MFD heeft goedgekeurd. Nadat de controle is geaccepteerd, is het
MFD actief en kan het worden gebruikt voor het bedienen van de stuurautomaat.
Bij een open systeem kan het MFD de controle krijgen over de stuurautomaat wanneer u op
de modusknop drukt in het pop-upvenster Stuurautomaatcontroller en vervolgens Neem
Cmd selecteert in het dialoogvenster CMD overdracht. Wanneer dit gebeurt, wordt het MFD
actief en worden de andere bedieningsunits passief.
In een open systeem kunnen bedieningsstations tijdelijk worden vergrendeld om
abusievelijke bediening vanaf een andere bedieningsunit te voorkomen. Wanneer het MFD
de controle heeft over een open systeem, kan het MFD alle passieve bedieningsunits
vergrendelen en ontgrendelen. Als het MFD passief en vergrendeld is, kan het de controle
over de stuurautomaat vragen aan de actieve bedieningsunit. Het MFD moet de controle van
de actieve controller accepteren nadat de actieve controller de overdracht van de controle
aan het MFD heeft goedgekeurd.
De volgende indicatoren worden weergegeven in de modusknop van het pop-upvenster
Stuurautomaatcontroller:
Passief: MFD heeft niet de controle over de stuurautomaat. Als alleen het
pictogram voor passief wordt weergegeven, betekent dit dat het een
open en niet-vergrendeld systeem is en dat u met de modusknop de
controle over de stuurautomaat overneemt.
Stuurautomaat
| NSS evo3 Gebruikershandleiding