60
Tijdens het draaien kunt u de hoofdkoers, de koerswijziging en draairadius aanpassen in het
dialoogvenster Richting.
Dieptecontour volgen, DCT
Als het systeem input krijgt van een Echosounder, kan de stuurautomaat zo worden
ingesteld dat een dieptecontour wordt gevolgd.
Waarschuwing:
Gebruik deze functie alleen bij een daarvoor geschikte
zeebodem. Gebruik de functie niet in onrustig water waarbij de diepte
binnen een klein gebied sterk verschilt.
Gebruik de volgende procedure om DCT te starten:
1.
Zorg dat de diepte-indicatie op het paneel of op een afzonderlijk diepte-instrument
wordt weergegeven.
2.
Stuur de boot naar de diepte die u wilt volgen, in de richting van de dieptecontour.
3.
Activeer de modus AUTO, selecteer DCT en volg de diepte-indicatie.
4.
Selecteer Bakboord of Stuurboord in het dialoogvenster Draai om DCT te starten en de
helling op de bodem aan stuurboordzijde of bakboordzijde te volgen:
Bakboordoptie
(diepte neemt af aan bakboordzijde)
De volgende parameters zijn beschikbaar voor DCT:
Depth gain
Deze parameter bepaalt de ratio tussen ingesteld roer en de afwijking van de geselecteerde
dieptecontour. Hoe hoger de Depth gain-waarde, hoe meer roer er gegeven wordt.
Als de waarde te klein is , duurt hetlang voordat het afdrijven van de ingestelde
dieptecontour gecompenseerd wordt en kan de stuurautomaat de boot niet op de
geselecteerde diepte houden.
Als de waarde te hoog is, neemt de oversturing toe en is het sturen instabiel.
Contour Cross Angle (CCA)
De CCA is hoek die wordt opgeteld bij of afgetrokken van de ingestelde koers.
Met deze parameter kunt u de boot met langzame S-bewegingen rond de referentiediepte
laten gieren.
Hoe groter de CCA, hoer meer er gegierd mag worden. Als u de CCA instelt op nul, zijn er
geen langzame S-bewegingen.
Stuurautomaat
| NSS evo3 Gebruikershandleiding
TM
(diepte neemt af aan stuurboordzijde)
Stuurboordoptie