Download Print deze pagina

Advertenties

NSS evo2
Bedieningshandleiding
NEDERLANDS
simrad-yachting.com

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Simrad NSS evo2

  • Pagina 1 NSS evo2 Bedieningshandleiding NEDERLANDS simrad-yachting.com...
  • Pagina 3 Wettelijke verklaringen Deze uitrusting is bedoeld voor gebruik in internationale wateren en kustwateren, onder beheer van landen van de E.U. en de E.E.R. Het NSS evo2 is in overeenstemming met: • CE volgens R&TTE Richtlijn 1999/5/EG • De eisen voor apparaten van niveau 2 van de Radiocommunications (Electromagnetic...
  • Pagina 4 Info over deze handleiding Deze handleiding is bedoeld als naslagwerk voor het gebruik van de NSS evo2. Er wordt in de handleiding van uitgegaan dat alle uitrusting is geïnstalleerd en geconfigureerd en dat het systeem klaar voor gebruik is.
  • Pagina 5 De software Deze handleiding is geschreven voor de NSS evo2 software versie 1.5. De handleiding zal continu worden bijgewerkt ter aanpassing aan nieuwe software releases. De nieuwste handleiding versie kan worden gedownload van simrad-yachting.com. Voorwoord | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 6 Kaart overlay Insight-specifieke kaart opties Insight weergave opties Navionics-specifieke kaart opties Navionics kaart instellingen Navionics weergave opties Jeppesen waterstanden en stromingen Kaart instellingen 34 Waypoints, routes en tracks Waypoints Routes Tracks Waypoints, routes en tracks dialoogvensters Inhoudsopgave | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 7 AUTO modus (auto kompas) Geen drift modus NAV modus WIND modus WIND Nav modus Besturing op wendpatronen Gebruik van de NSS evo2 in een AP24/AP28 systeem De stuurautomaat in een EVC-systeem gebruiken Stuurautomaat instellingen 57 Radar Het Radar paneel Radar overlay...
  • Pagina 8 Het video paneel instellen Een FLIR camera bedienen 99 Tijd plot Het Tijd plot paneel Data selecteren 100 Alarmen 100 Alarmsysteem 100 Type berichten 100 Afzonderlijke alarmen 100 Meerdere alarmen 101 Een bericht bevestigen 101 Alarmen dialoogvenster Inhoudsopgave | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 9 107 De display schoonmaken 107 De klep van de kaartlezer schoonmaken 107 De toetsen controleren 107 Aansluitingen controleren 108 NMEA 0183 data loggen 108 Software upgrades 109 Een backup van alle waypoints, routes en tracks maken Inhoudsopgave | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 10 Ingedrukt houden om het Plot menu weer te geven, dat wordt gebruikt voor het opslaan van nieuwe waypoints, routes en tracks. Klep van kaartlezer Micro-SD kaartlezers Ú Opmerking: De MARK toets is niet beschikbaar op 7" displays. Inleiding | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 11 Houd een favoriet knop ingedrukt om de wijzig modus voor het Favorieten paneel te activeren. Man overboord (MOB) knop Selecteren om een Man overboord (MOB) markering op de huidige positie van de boot op te slaan. Inleiding | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 12 9", 12" en 16" apparaten: 4 panelen pagina met 2 panelen pagina met 3 panelen pagina met 4 panelen De grootte van de panelen op een gesplitste pagina kan worden ingesteld via het dialoogvenster Systeem regelingen. Inleiding | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 13 Mercury VesselView integratie Mercury VesselView 7 SmartCraft data weergave en interactie worden ingeschakeld via de NSS evo2 wanneer er een VesselView 7 gateway apparaat aanwezig is in het NMEA 2000 netwerk. Er verschijnt een Mercury symbool op de Home pagina als het apparaat beschikbaar is.
  • Pagina 14 Het scherm van het draadloze apparaat bevat softkeys voor het bedienen van het NSS evo2 systeem. Afstandsbedieningen U kunt een OP40 met het netwerk verbinden om de NSS evo2 op afstand te bedienen. Bij de afstandsbediening wordt een afzonderlijke handleiding meegeleverd. Inleiding...
  • Pagina 15 Deze functie is ook handig wanneer u het scherm wilt schoonmaken terwijl het apparaat ingeschakeld is. Als de touchscreen vergrendeling actief is, kunt u het systeem alleen met behulp van de toetsen bedienen. Het touchscreen wordt vergrendeld via het dialoogvenster Systeem regelingen. Bediening, basis | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 16 Verschuiven om een kaart of beeld op het paneel te positioneren. Knijpen om uit te zoomen op de kaart of een beeld. Spreiden om in te zoomen op de kaart of een beeld. Bediening, basis | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 17 Op een pagina met meerdere panelen kan er altijd maar één paneel actief zijn. Het actieve paneel wordt aangeduid door een rand. U kunt alleen het paginamenu van het actieve paneel openen. U activeert een paneel door erop te tikken. Bediening, basis | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 18 Scherm opname Druk tegelijkertijd de Home en Aan/uit toetsen in om een scherm opname te maken. Standaard worden scherm opnamen in het interne geheugen opgeslagen. Zie "Extra" op pagina 103 voor het bekijken van bestanden. Bediening, basis | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 19 Bevestig de wijzigingen door op een van de panelen te tikken, of door de draaiknop of de Enter toets in te drukken. De wijzigingen worden bij de actieve favoriete of gesplitste pagina opgeslagen. Het systeem aanpassen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 20 Selecteer de optie wijzigen om een of meer instrument velden te wijzigen en daarna het veld dat u wilt wijzigen. Sla de wijzigingen op door de optie wijzigen beëindigen in het menu te kiezen. Het systeem aanpassen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 21 - Zet de displays van links naar rechts in dezelfde fysieke indeling als op uw huidige brug/instrumentenbord/roerpositie. Geef de brug indien nodig een andere naam. Sla de configuratie op. De Brug bediening knop verschijnt op de Home pagina van alle displays die voor een brug zijn geconfigureerd. Het systeem aanpassen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 22 U geeft een overzicht van de beschikbare Brug voorinstellingen weer door de knop Brug bediening op de Home pagina te selecteren. Wanneer u een van de vooraf ingestelde configuraties selecteert, worden alle apparaten die in die brug zijn opgenomen naar de vooraf geconfigureerde pagina's overgeschakeld. Het systeem aanpassen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 23 Track Bereikschaal van kaart Alleen getoond als Bereikcirkel interval bereikcirkels ingeschakeld zijn * Optionele kaart items Ú Opmerking: u kunt de optionele onderdelen individueel aan/uit zetten. Voor meer informatie, zie "Kaart instellingen" op pagina 32. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 24 Selecteer de menuoptie Cursor wissen, of druk op de X toets om de cursor en het cursorvenster uit het paneel te verwijderen. Hiermee wordt ook de kaart op de positie van de boot gecentreerd. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 25 U kunt het dialoogvenster met uitgebreide informatie ook via het menu openen. Ú Opmerking: Pop-up informatie moet in de kaart instellingen ingeschakeld zijn om de beknopte informatie te zien. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 26 - Er verschijnen meetsymbolen, met een lijn getekend tussen het middelpunt van de boot en de cursorpositie en de afstand wordt in het cursor informatievenster getoond. U kunt de meetpunten verplaatsen door de symbolen te slepen zolang de meetfunctie geactiveerd blijft. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 27 Radar, Structuur, AIS en weer informatie kan als overlay op uw kaart paneel worden weergegeven. Ú Opmerking: AIS is standaard ingeschakeld, maar kan worden uitgeschakeld. Wanneer een overlay geselecteerd wordt, wordt het kaartmenu uitgebreid met basisfuncties voor de geselecteerde overlay. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 28 Navionics Community zijn ge-upload door gebruikers en beschikbaar zijn gemaakt in Navionics kaarten. Voor meer informatie raadpleegt u de informatie van Navionics meegeleverd bij de kaart, of de Navionics website: www.navionics.com. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 29 De waterstanden en stromingen data die op Navionics kaarten beschikbaar is, geldt voor een bepaalde datum en tijd. Het systeem voorziet de pijlen en/of waardesymbolen van animatie, zodat ze de ontwikkeling van de waterstanden en stromingen in de tijd weergeven. Dynamische waterstand informatie Dynamische stroming informatie Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 30 Hiermee kunt u een specifiek dieptebereik markeren voor visdoeleinden. Het bereik is zo accuraat als de onderliggende kaart data, dus als de kaart alleen 5 meter intervallen voor contourlijnen heeft, wordt de kleuring afgerond tot op de dichtstbijzijnde beschikbare contourlijn. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 31 (groter dan 6 knopen), geel (2 t/m 6 knopen), of groen (2 knopen of minder), afhankelijk van de stroming op die positie. Als er geen stroming is (0 knopen), wordt dat aangegeven door een wit vierkant symbool. Statische stroming en waterstand symbolen Dynamische stroming symbolen Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 32 AIS systeem wordt ontvangen. 2D/3D kaart synchroniseren Koppelt de positie getoond op de ene kaart aan de positie getoond op de andere kaart als een 2D en 3D kaart naast elkaar worden weergegeven. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 33 Bepaalt of basis informatie voor kaart items wordt weergegeven wanneer u het item selecteert. Rasterlijnen Weergave van lengte- en breedtegraad rasterlijnen op de kaart aan/uit zetten. Waypoints, routes, tracks Weergave van deze items op kaart panelen aan/uit zetten. Kaarten | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 34 Waypoint wijzigen. Ú Opmerking: Het waypoint radius alarm moet in het alarmpaneel AAN worden gezet om een alarm te activeren wanneer uw boot binnen de ingestelde radius komt. Waypoints, routes en tracks | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 35 Ú Opmerking: NSS evo2 apparaten die ontwikkeld zijn voor gebruik in de VS hebben geen Autorouting of Easy Routing functie. De Autorouting en Easy Routing functies worden op alle niet-VS apparaten uitgeschakeld wanneer ze in Amerikaanse territoriale wateren worden gebruikt.
  • Pagina 36 Gehele route optie wordt gebruikt als eerste en laatste routepunt geselecteerd zijn. • Eerste en laatste routepunt Resultaat na automatische routering Selectie optie wordt gebruikt om een deel van een route automatisch te routeren. • Twee routepunten geselecteerd Resultaat na automatische routering Waypoints, routes en tracks | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 37 U kunt dit dialoogvenster ook openen met behulp van het Routes gereedschap op de Home pagina. Waypoints, routes en tracks | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 38 Ú Opmerking: De optie Tracks moet ook AAN gezet zijn in de kaart instellingen om zichtbaar te zijn. Waypoints, routes en tracks | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 39 Waypoints, routes en tracks dialoogvensters De Waypoints, routes en tracks dialoogvensters bieden toegang tot geavanceerde bewerkingsfuncties en instellingen voor deze items. De dialoogvensters zijn toegankelijk via het paneel Extra op de Home pagina. Waypoints, routes en tracks | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 40 Geeft de afstand en peiling t.o.v. de beoogde koers aan. Als de XTE (koersafwijking) de ingestelde XTE limiet overschrijdt, wordt dat aangegeven door een rode pijl die de afstand van de te volgen lijn aangeeft. Zie "XTE limiet" op pagina 43. Navigeren | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 41 U kunt het navigeren naar een cursorpositie starten vanuit elk kaart, radar, of fishfinder paneel. Plaats de cursor op de gewenste bestemming in het paneel en selecteer de optie Ga naar cursor in het menu. Navigeren | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 42 Als u ervoor kiest om de stuurautomaat niet in te schakelen, kan de stuurautomaat later via het stuurautomaat menu worden ingesteld op navigatie modus. Voor meer informatie over de stuurautomaat functionaliteit, zie "Stuurautomaat" op pagina 45. Navigeren | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 43 Aankomst alarm Als het Aankomst alarm ingeschakeld is, wordt er een alarm geactiveerd wanneer de boot het waypoint bereikt, of wanneer het zich binnen de ingestelde aankomst radius bevindt. Navigeren | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 44 Selecteer de handmatige modus wanneer u zelf een lokale magnetische variatie moet invoeren. Datum De meeste papieren kaarten zijn in het WGS84 formaat gemaakt, dat ook door de NSS evo2 wordt gebruikt. Als uw papieren kaarten een ander formaat hebben, kunt u de datum instellingen aan die van uw papieren kaarten aanpassen.
  • Pagina 45 STBY/AUTO toets. Ú Opmerking: Als de NSS evo2 via de SG05 met een EVC-systeem verbonden is, kunt u op handbesturing overgaan ongeacht de stuurautomaat modus. Zie "De stuurautomaat in een EVC- systeem gebruiken" op pagina 54.
  • Pagina 46 Stuurautomaat vakje op Instrumentenbalk U kunt selecteren om het stuurautomaat vakje op de Instrumentenbalk weer te geven. Als het stuurautomaat pop-up venster uitgeschakeld is, kunt u het inschakelen door het vakje op de Instrumentenbalk te selecteren. Stuurautomaat | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 47 Alleen beschikbaar als het type boot op Zeilen ingesteld is. Overstag Overstag met een vaste hoek. Geen Automatische besturing, waarbij de boot op een rechte drift peilinglijn wordt gehouden door de drift te compenseren. Uitwijken Terug naar Geen drift modus na een koersverandering. Stuurautomaat | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 48 Voorliggende koers in de stuurautomaat pop-up te selecteren en de gewenste koerswaarde in te voeren. De koers wordt direct gewijzigd. De nieuwe koers wordt gehandhaafd totdat u een nieuwe koers instelt. Stuurautomaat | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 49 De positie informatie van het GPS wordt gebruikt om de te sturen koers te wijzigen om de boot op de te volgen lijn te houden en het bestemming waypoint te bereiken. Stuurautomaat | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 50 Voorbeeld: bij een snelheid van 37 km/h moet u een waypoint radius van 0,09 nm gebruiken. Ú Opmerking: De afstand tussen waypoints in een route mag nooit kleiner dan de aankomst radius zijn bij gebruik van automatisch doorgaan bij waypoints. Stuurautomaat | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 51 Bij afkruisen is de boot moeilijker te besturen, doordat de golven van opzij of van achteren komen. De golven kunnen de boot in een ongewenste gijp gieren. Dit kan zowel voor de bemanning als de mast gevaarlijk zijn. Stuurautomaat | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 52 De Wendsnelheid is gelijk aan de Snelheidslimiet instelling. Deze kan tijdens het wenden niet worden veranderd. Ú Opmerking: Raadpleeg de afzonderlijke NSS evo2 Installatiehandleiding voor informatie over de Snelheidslimiet instellingen. C-bocht Bij een C-bocht vaart de boot in een cirkel.
  • Pagina 53 Is de waarde te hoog, dan schiet de boot door en is de besturing onstabiel. Contour Cross Angle (CCA) De contour dwarshoek CCA is een hoek die bij de ingestelde koers wordt opgeteld of ervan wordt afgetrokken. Stuurautomaat | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 54 U kunt externe stations alleen ontgrendelen vanaf de actieve AP24/AP28 bedieningseenheid. De stuurautomaat in een EVC-systeem gebruiken Als de NSS evo2 via de SG05 met een EVC-systeem verbonden is, kunt u op handbesturing overgaan ongeacht de stuurautomaat modus. De modus indicator in het stuurautomaat pop-up venster wordt vervangen door een liggend streepje om de EVC overname aan te geven.
  • Pagina 55 Ú Opmerking: De vergrendelfunctie is niet beschikbaar op een apparaat dat de stuurautomaat momenteel bedient! Als de NSS evo2 deel uitmaakt van een AP24/AP28 systeem, kunnen alle andere stuurautomaat bedieningseenheden vanaf de AP24/ AP28 bedieningseenheid worden vergrendeld voor stuurautomaat bediening.
  • Pagina 56 Automatisch sturen Deze optie toont een overzicht van alle stuurparameters van de stuurautomaat en u kunt desgewenst parameters instellen. Voor meer informatie raadpleegt u de afzonderlijke NSS evo2 Installatiehandleiding. Installatie Gebruikt voor stuurautomaat installatie en inbedrijfstelling. Raadpleeg de afzonderlijke NSS evo2 Installatiehandleiding.
  • Pagina 57 Als radar overlay geselecteerd is, zijn de basisfuncties voor bediening van de radar beschikbaar in het menu van het kaart paneel. Radar | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 58 Radar werkstanden De werkstanden van de radar worden bediend vanaf het NSS evo2 apparaat. De volgende werkstanden zijn beschikbaar: De stroomtoevoer naar de radar scanner is uitgeschakeld. Standby De stroomtoevoer naar de radar scanner is ingeschakeld, maar de radar is niet aan het zenden.
  • Pagina 59 Bij een hoge instelling wordt storing afkomstig van andere radars verminderd. Om geen zwakke doelen te missen, moet de storingsonderdrukking op Laag worden gezet wanneer er geen storing is. De optie Storingsonderdrukking voor radar is beschikbaar via het menu. Radar | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 60 De radar oriëntatie wordt in de linker bovenhoek van het radarpaneel weergegeven als HU (vaarrichting boven (UP)), NU (noord boven) of CU (koers boven). Vaarrichting boven Draait het radarbeeld zo dat de vaarrichting recht omhoog op het radarbeeld wordt weergegeven. Radar | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 61 Na plaatsing kunt u de EBL/VRM aan/uit zetten door de desbetreffende markeringen op de databalk te selecteren, of door de markering in het menu uit te schakelen. Radar | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 62 Er wordt een alarm geactiveerd wanneer een radar doel de grens van het veiligheidsgebied overschrijdt. U kunt selecteren of het alarm wordt geactiveerd wanneer het doel de zone binnengaat of verlaat. Gevoeligheid De gevoeligheid van de veiligheidszone kan worden ingesteld, om alarmen voor kleine doelen te voorkomen. Radar | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 63 U kunt alarmen instellen om u te waarschuwen als een doel te dicht bij komt. Zie "Radar instellingen" op pagina 64. De MARPA volgfunctie is een belangrijk hulpmiddel om aanvaringen te voorkomen. Ú Opmerking: MARPA vereist koersdata voor de radar en de NSS evo2. MARPA doel symbolen Het systeem gebruikt de hieronder getoonde doel symbolen. Symboo Beschrijving MARPA doel verkrijgen.
  • Pagina 64 Radar data opnemen U kunt radar data opnemen en het bestand in de NSS evo2 opslaan, of op een SD-kaart die u in de kaartlezer van het apparaat hebt geplaatst. Een opgenomen radarbestand kan worden gebruikt om een gebeurtenis of bedieningsfout te documenteren.
  • Pagina 65 Zie "Gevaarlijke vaartuigen definiëren" op pagina 85. Er wordt een alarm geactiveerd wanneer een vaartuig uw veiligheidszone binnenkomt. Installatie De Installatie optie wordt gebruikt voor het installeren van de radar, beschreven in de afzonderlijke NSS evo2 Installatiehandleiding. Radar | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 66 Alle NSS evo2 apparaten - behalve kaartplotters - hebben een ingebouwde CHIRP fishfinder en StructureScan. NSS evo2 kaartplotters hebben een compatibele externe fishfinder module nodig, of een andere NSS evo2 met ingebouwde CHIRP fishfinder en StructureScan, die via het netwerk beschikbaar is om fishfinder functionaliteit te kunnen gebruiken.
  • Pagina 67 U kunt het menu gebruiken om het beginpunt en eindpunt opnieuw te plaatsen zolang de meetfunctie actief is. Wanneer u Meten stoppen selecteert, of op de X toets drukt, gaat het beeld weer op de normale manier verschuiven. Fishfinder | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 68 Echo frequentie De NSS evo2 ondersteunt diverse transducer frequenties. Welke frequenties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de sonar module en het aangesloten transducer model. U kunt twee frequenties tegelijk bekijken, door twee fishfinder panelen in te stellen.
  • Pagina 69 Fishfinder data opnemen U kunt fishfinder data en StructureScan data opnemen en het bestand intern in de NSS evo2 opslaan, of op een SD kaart die u in de kaartlezer van het apparaat hebt geplaatst.
  • Pagina 70 A-Scope De A-Scope is een weergave van real-time echo's die op het paneel verschijnen. De sterkte van de feitelijke echo wordt aangegeven door de breedte en kleurintensiteit. Fishfinder | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 71 NSS evo2 apparaat is. Netwerk fishfinder U kunt de fishfinder die met dit NSS evo2 apparaat in het netwerk verbonden is delen. Voor meer informatie over het instellen van fishfinders raadpleegt u de afzonderlijke NSS evo2 Installatiehandleiding.
  • Pagina 72 Ruis kan ertoe leiden dat de fishfinder naar onrealistische diepten gaat zoeken. Door de zoekdiepte handmatig in te stellen, geeft het systeem alleen echo's weer van objecten binnen het ingestelde dieptebereik. Installatie Gebruikt voor fishfinder installatie en instelling. Raadpleeg de afzonderlijke NSS evo2 Installatiehandleiding. Fishfinder | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 73 DownScan™ foto-achtige beelden van structuren en vissen direct onder uw boot tot op 90 m diep geeft. Alle NSS evo2 apparaten - behalve kaartplotters - hebben StructureScan ingebouwd. NSS evo2 kaartplotters moeten een compatibele externe StructureScan module via het netwerk beschikbaar hebben om de StructureScan functies te gebruiken.
  • Pagina 74 Afhankelijk van de geselecteerde weergave bevindt de verschuifbalk zich helemaal rechts (DownScan) of onder aan het scherm (SideScan). U kunt de beeldhistorie verschuiven door omhoog/omlaag te slepen (SideScan), of naar links/rechts (DownScan). Om het normale StructureScan verschuiven te hervatten, drukt u op Cursor wissen. StructureScan™ | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 75 Desgewenst kunnen de linker en rechter SideScanning beelden worden omgewisseld, zodat ze overeenkomen met de juiste zijden van de boot. Bereiklijnen Bereiklijnen kunnen aan het beeld worden toegevoegd om het schatten van diepte (Downscan) en afstand (SideScan) te vergemakkelijken. StructureScan™ | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 76 StructureScan data opnemen U kunt StructureScan data opnemen en het bestand intern in de NSS evo2 opslaan, of op een SD kaart, zoals beschreven in "Fishfinder data opnemen" op pagina 69. StructureScan™ | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 77 Wanneer het geheugen vol raakt, wordt de oudste data automatisch verwijderd wanneer er nieuwe data wordt toegevoegd. Wanneer het zoekbereik wordt vergroot, wordt de pingsnelheid van de StructureScan transducer verlaagd, maar worden de breedte en lengte van de beeldhistorie vergroot. StructureMap | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 78 Wanneer u StructureMap in combinatie met cartografie kaarten (cards) gebruikt, kopieert u de StructureMap (.smf) bestanden naar het interne geheugen van het apparaat. Wij adviseren kopieën van de StructureMap bestanden op afzonderlijke cartografie kaarten te bewaren. StructureMap | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 79 Filtert signaalstoringen uit en vermindert storingen op het scherm. Live historie Verwijdert aanwezige live historie data van het scherm en begint alleen wissen de meest recente data weer te geven. Data opnemen StructureScan data opnemen. Bron De StructureMap bron selecteren. StructureMap | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 80 Als er een NAIS400, een AI50 of een NMEA 2000 marifoon uitgerust met AIS (Automatisch Identificatie Systeem) met de NSS evo2 verbonden is, kunnen doelen die door deze apparaten worden gedetecteerd worden weergegeven en gevolgd. U kunt ook berichten en posities bekijken van apparaten binnen bereik die DSC informatie uitzenden.
  • Pagina 81 AIS informatie op radar panelen De radar databalk kan informatie over max. 3 AIS doelen weergeven. De doelen worden getoond met het dichtstbijzijnde bovenaan en hebben een kleur die de status van het doel aangeeft. | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 82 - Het waypoint wordt in uw waypoint lijst opgeslagen. De naam van dit waypoint krijgt het voorvoegsel MOB AIS SART - gevolgd door het unieke MMSI-nummer van het SART. Bijvoorbeeld: MOB AIS SART - 12345678. De MOB functie activeren | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 83 CPA en TCPA bepalen wanneer een vaartuig gevaarlijk is, ongeacht de status in-/ uitgeschakeld. Vaartuig bericht Bepaalt of er een alarm wordt geactiveerd als een bericht van een AIS doel is ontvangen. | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 84 Dit vaartuig ingeschakeld zijn, worden er geen verlengingslijnen voor uw boot weergegeven. De vaarrichting van uw boot wordt afgelezen van de actieve koerssensor en COG informatie wordt ontvangen van het actieve GPS. | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 85 AIS vaartuigen getoond met absolute beweging AIS vaartuigen getoond met relatieve beweging AIS symbool oriëntatie Hiermee stelt u de oriëntatie van het AIS symbool in - gebaseerd op vaarrichting of COG informatie. | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 86 Selecteer de meter die u wilt wijzigen. Een geselecteerde meter krijgt een blauwe achtergrond. Selecteer de informatie die u wilt weergeven, configureer limieten en wijzig desgewenst de bron van de informatie. Sla de wijzigingen op door de optie Opslaan in het menu te kiezen. Instrumentenpanelen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 87 Audio Als er een SonicHub server of een FUSION entertainment systeem met het NMEA 2000 netwerk verbonden is, kunt u de NSS evo2 gebruiken om het audiosysteem op uw boot te bedienen en in te stellen. Wanneer er een WM-2 of WM-3 Satellite module verbonden is, kunt u Sirius™ audio in uw systeem opnemen.
  • Pagina 88 Selecteren om vorige/volgende n.v.t. n.v.t. favoriete zender te kiezen n.v.t. n.v.t. Selecteren om te starten Selecteren om afspelen te n.v.t. n.v.t. pauzeren Selecteren om de volume schuifbalk te tonen Audio | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 89 De luidsprekers Luidsprekerzones De NSS evo2 kan worden ingesteld voor het regelen van meerdere audiozones. Het aantal zones wordt bepaald door de audioserver die op uw systeem aangesloten is. U kunt balans, volume en volumelimieten individueel voor elke zone instellen. Instellingen van lage en hoge tonen gelden voor alle zones.
  • Pagina 90 Als de vergrendelfunctie geactiveerd is, moet er een code van 4 cijfers worden ingevoerd om een kanaal te vergrendelen. Dezelfde code moet worden ingevoerd om een vergrendeld kanaal te ontgrendelen. Audio | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 91 Weer De NSS evo2 is uitgerust met weer functionaliteit, waarmee de gebruiker voorspellingen op de kaart kan projecteren. Hierdoor krijgt u een duidelijk beeld van de weersomstandigheden die zich naar verwachting zullen voordoen. Het systeem ondersteunt weerdata in GRIB formaat, die van diverse weerservice leveranciers kan worden gedownload.
  • Pagina 92 Ú Opmerking: GRIB data die vanaf een SD kaart is geïmporteerd, wordt niet opgeslagen in de NSS evo2. De data gaat verloren als er nieuwe GRIB data wordt geïmporteerd. Selecteer het GRIB bestand om de data te importeren. GRIB weer weergave Geïmporteerde GRIB weerdata kan als overlay op uw kaart paneel worden weergegeven.
  • Pagina 93 Weergave van Sirius weer Sirius weer kan als overlay op uw kaart paneel worden weergegeven. Als de weer overlay geselecteerd wordt, wordt het kaart menu uitgebreid met de beschikbare weer opties. Weer | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 94 U kunt instellen hoe de kleurcodes worden gebruikt om de goflhoogte aan te geven. Zie "Sirius weer - Kleurcodering" op pagina 95. Weersymbolen Er zijn diverse weersymbolen beschikbaar om de huidige of voorspelde weersomstandigheden aan te duiden. U kunt een symbool selecteren om gedetailleerde weerinformatie te bekijken. Weer | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 95 Animatie van Sirius™ weer De NSS evo2 legt de weerinformatie vast die u hebt ingeschakeld en deze informatie kan worden gebruikt voor animaties van weer in het verleden of de toekomst. Hoeveel informatie in het systeem beschikbaar is, hangt af van de hoeveelheid weeractiviteit. Hoe complexer het weer, des te minder tijd voor animaties beschikbaar is.
  • Pagina 96 Een watchbox wordt door de Amerikaanse National Weather Service ingesteld. Als het alarm voor watchbox ingeschakeld is, wordt het alarm geactiveerd wanneer uw boot een watchbox binnengaat of zich daarin bevindt. Weer | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 97 U kunt de camera bediening overnemen vanaf elke NSS evo2 die met het ethernet netwerk verbonden is. Verbinden met de FLIR videocamera Als er een video paneel actief is, herkent de NSS evo2 automatisch een FLIR camera als die in het netwerk aanwezig is. Ú Opmerking:...
  • Pagina 98 Zodra de verbinding tot stand is gekomen, bevat het menu opties voor bediening van de FLIR camera. Ú Opmerking: U kunt de camera bediening overnemen vanaf elke NSS evo2 die met het ethernet netwerk verbonden is. De FLIR camera draaien en kantelen Als de verbinding met de FLIR camera tot stand is gebracht, verschijnen er draai- en kantelknoppen op het video paneel.
  • Pagina 99 Tijd plot De NSS evo2 kan datahistorie in een of meer plots weergeven. De plots kunnen op een volledige pagina worden weergegeven, of gecombineerd met andere panelen. Het Tijd plot paneel Het Tijd plot paneel heeft twee vooraf ingestelde indelingen. U wisselt tussen deze twee indelingen door de linker of rechter paneelpijl te selecteren.
  • Pagina 100 Als er meer dan één alarm tegelijkertijd is geactiveerd, toont het alarmbericht een lijst van maximaal 3 alarmen. De alarmen worden weergegeven in de volgorde waarin ze opgetreden zijn, met het eerst geactiveerde alarm bovenaan. De overige alarmen zijn beschikbaar via het dialoogvenster Alarmen. Alarmen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 101 Alarmen dialoogvenster Alle alarmen worden ingesteld via het dialoogvenster Alarm Instellingen. De alarm dialoogvensters kunnen worden opgeroepen vanuit het paneel Extra. De alarm dialoogvensters tonen informatie over actieve alarmen en alarm historie. Alarmen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 102 Alarmen | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 103 Het paneel Extra bevat standaard symbolen die worden gebruikt om opties en functies op te roepen die niet specifiek bij een bepaald paneel horen. Als er externe uitrusting met de NSS evo2 is geïntegreerd, kunnen er nieuwe symbolen aan het paneel Extra toegevoegd zijn. Deze symbolen worden dan gebruikt om de functies van de externe uitrusting te activeren.
  • Pagina 104 Zoeken Zoekfunctie voor kaart items (waypoints, routes, tracks, enz.). Extra | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 105 Er is een reeks bestanden bij het systeem meegeleverd en u kunt ook bestanden importeren vanaf een SD kaart die in de kaartlezer van het apparaat is geplaatst. U kunt ook door u zelf opgenomen bestanden voor de simulator gebruiken. Simulator | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 106 Gesimuleerde route ingesteld is. Anders is GPS data zoals snelheid en koers afkomstig van het geselecteerde bronbestand. Startpositie instellen Verplaatst het vaartuig naar de huidige cursorpositie. Ú Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als GPS bron op Gesimuleerde koers is gezet. Simulator | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 107 Onderhoud Preventief onderhoud De NSS evo2 bevat geen onderdelen waaraan in het veld onderhoud kan worden verricht. Daarom dient de gebruiker maar een zeer beperkte hoeveelheid preventief onderhoud uit te voeren. Aanbevolen wordt altijd de meegeleverde beschermende zonnekap aan te brengen als het apparaat niet wordt gebruikt.
  • Pagina 108 Als die geaccepteerd zijn, wordt het logbestand naar de gekozen locatie geschreven. Software upgrades De nieuwste software voor de NSS evo2 is beschikbaar om te downloaden op onze website: simrad-yachting.com. Gedetailleerde instructies voor het installeren van de software worden bij de upgrade bestanden meegeleverd.
  • Pagina 109 Een backup van alle waypoints, routes en tracks maken Gebruik de optie Exporteren wanneer u een reservekopie van alle waypoints, routes en tracks op uw systeem wilt maken. Onderhoud | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 110 Home positie 98 pagina's 22 Integratie 13 Displays toevoegen 21 Opties voor bron 98 Pagina configuraties 21 Optische zoom 98 Verbinding tot stand brengen 97 Zoomen 98 Coördinatensysteem 44 Frontpaneel 10 Cursor hulp 26, 58, 67, 74 Trefwoordenregister | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 111 Methodes 43 Kaart details 28 Grootcirkel 43 Vergroting 28 Loxodromen 43 Instellingen 32 Naar cursorpositie 41 Jeppesen Nav paneel 41 Waterstanden en stromingen 31 Nav paneel datavelden 41 Kaart data 24 Op een route navigeren 42 Trefwoordenregister | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 112 Positie van radar midden 61 Aangepast bereik 75 PPI 61 Auto bereik 75 Radar paneel 57 Beeld 73 Rain clutter 59 Bereik 75 Sea clutter 59 Bereiklijnen 75 Snelscan 60 Contrast 75 STC curve 60 Trefwoordenregister | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 113 Wisselen naar handbesturing 45 Zeilparameters 55 Zigzag wendingen 53 sw versie 5 Tijd plot 99 Tijd plot paneel 99 Ontbrekende data 99 Tijd plots Data selecteren 99 Touchscreen bediening 16 Touchscreen vergrendelen 15 Touchscreen Vergrendelen 15 Trefwoordenregister | NSS evo2 Bedieningshandleiding...
  • Pagina 114 0980...