In de volgende hoofdstukken vindt u informatie over instellingen die kunnen worden
gewijzigd door de gebruiker. De instellingen worden beschreven per
stuurautomaatcomputer.
Installatie-instellingen zijn beschikbaar in de documentatie in het gedeelte na de
stuurautomaatcomputers.
Kaartkompas
U kunt ervoor kiezen om op het kaartpaneel een kompassymbool rond uw boot te tonen.
Het kompassymbool staat uit als de cursor actief is op het paneel.
De stuurautomaatbediening vanaf een unit vergrendelen
U kunt een unit tijdelijk vergrendelen om te voorkomen dat de stuurautomaat per ongeluk
wordt bediend. Als de unit vergrendeld is, wordt dit aangegeven door een symbooltje en
een tekst in het pop-upvenster. Op een vergrendeld display kunnen geen automatische
modi worden geselecteerd.
Ú Notitie:
De vergrendelingsfunctie is niet beschikbaar voor de unit waarmee de
stuurautomaat wordt bediend!
Als de NSS evo3 deel uitmaakt van een AP24/AP28-systeem, dan kan de stuurautomaat van
alle andere stuurautomaatunits worden vergrendeld door de AP24/AP28-bedieningsunit.
Stuurautomaatcomputer NAC-2/NAC-3
Besturing (NAC-2/NAC-3)
Met deze opties is het mogelijk om de parameters die tijdens de ingebruikname van de
stuurautomaat zijn ingesteld handmatig te wijzigen. Raadpleeg de documentatie van de
stuurautomaatcomputer voor meer informatie.
•
Draaisnelheid: gewenste draaisnelheid in graden per minuut
•
Roerversterking: deze parameter bepaalt de verhouding tussen het opgegeven roer en de
koersfout. Hoe hoger deze waarde, hoe meer roer er wordt gebruikt. Als de waarde te laag
is, duurt het lang om een koersfout te compenseren en kan de stuurautomaat geen
stabiele koers aanhouden. Als de waarde te groot is, neemt de overschrijding toe en
wordt de sturing instabiel.
•
Tegenroer: verhouding tussen wijziging in koersfout en roerkracht. Een hoger tegenroer
zorgt ervoor dat de roerkracht bij het naderen van de ingestelde koers sneller afneemt
•
Autotrim: bepaalt de roerkracht van de stuurautomaat om te compenseren voor een
constante koersafwijking, bijvoorbeeld veroorzaakt door externe krachten, zoals wind of
stroming. Hoe lager de automatische koerscorrectie, hoe sneller een constante
koersafwijking wordt tenietgedaan
Ú Notitie:
In VRF modus regelt deze parameter de tijdconstante van de roerschatting. Bij
een lagere waarde maakt het roer een snellere schatting en wordt het roer sneller
afgestemd op de bewegingen van de boot.
Stuurautomaat
| NSS evo3 Gebruikershandleiding
65