7.1
Voorwaarden op de tractor
Aanwijzing
Het trekoog voor de kogelkop-trekhaak 80 mag alleen met een goedgekeurde kogelkoppeling
aan de trekkerzijde 80 (kogeldiameter 80 mm) worden vastgekoppeld, die geschikt is voor
een veilige opname en vergrendeling. Aanhanghoogte - zie hoofdstuk "Disselhoogte instellen"
Aanwijzing - bij optie gedwongen besturing:
Het trekoog voor de kogelkop-trekhaak 50 mag alleen met een goedgekeurde kogelkoppeling
met omlaaghouder aan de trekkerzijde 50 (kogeldiameter 50 mm) worden vastgekoppeld, die
geschikt is voor een veilige opname en vergrendeling.
Afb. 18
–
De hefarmen van de trekker zijn gedemonteerd, zie handleiding van de fabrikant van de
trekker.
–
De trekker is in rijrichting links met een goedgekeurde kogelkoppeling 50 (2) met
omlaaghouder uitgerust.
•
De afstand X=250 mm tussen kogelkoppeling 50 (2) en kogelkoppeling 80 (1) instellen, zie
handleiding van de fabrikant van de trekker.
•
De hoogte H=0 mm instellen, zie handleiding van de fabrikant van de trekker.
•
De diepte T=0 mm instellen, zie handleiding van de fabrikant van de trekker.
Eerste ingebruikneming
TX000046_1
65