Nr./symbool
Mogelijke oorzaak
–
12
De aftakassensor is niet correct
ingesteld of defect.
–
De doseerwalsen draaien, de
aftakassensor geeft echter geen
impulsen.
–
14
De achterklep is open.
–
De achterklep is opengegaan,
hoewel de toets voor "Achterklep
openen" niet werd bediend.
–
15
De as is niet geblokkeerd.
–
De as is niet geblokkeerd, hoewel
de toets voor "As blokkeren" werd
bediend.
–
16
De handhendel
doseerwalskoppeling is niet
bediend.
–
De bediening van de achterkant is
ingeschakeld maar de
handhendel doseerwalskoppeling
werd niet in de nulstand gezet.
–
17
De omschakelkraan voor het
vrijschakelen van de
dwarsafvoerband werd niet
bediend.
–
De bediening van de achterkant is
ingeschakeld maar de
omschakelkraan voor het
vrijschakelen van de
dwarstransportband werd niet
bediend.
–
18
De achterklep sluit niet snel
genoeg.
–
De sluittijd is overschreden.
–
20
De laadruimteafdekking is niet
opengeklapt.
–
22
De laadpositie is te ver naar
achteren gekozen.
–
23
De voorwand beweegt niet,
tijdfout.
Terminal – menu's
Oplossing
–
De instelling van de
aftakassensor controleren
–
De achterklep sluiten.
–
Het hydraulische systeem
controleren.
–
De drukschakelaar controleren.
–
De handhendel bedienen.
–
De omschakelkraan bedienen.
–
Het mechanische systeem
controleren.
–
Het oogstgoed verwijderen.
–
De bedrijfstemperatuur van de
hydraulische olie is nog niet
bereikt.
–
De laadruimteafdekking
openklappen.
–
De voorwand naar voren
zwenken.
–
De opraapautomaat activeren.
–
Het mechanische systeem
controleren.
–
Het oogstgoed van de uitwerper
verwijderen.
275