28
Indexopgave
A
Aan het einde van het oogstseizoen ................ 359
Aanbrengen van de veiligheids- en
aanwijzingsstickers ......................................... 42
Aandraaimomenten .......................................... 308
Aandraaimomenten voor sluitschroeven en
ontluchtingsventielen aan aandrijvingen ....... 310
Aandrijfketting oliën .......................................... 333
Aanduiding .......................................................... 50
Aankoppelen aan de trekker ............................... 81
Aanpassen van het hydraulisch systeem ........... 77
Aansluiting van de hydraulische leidingen ......... 82
Aanzetpunten van de krik ................................. 323
Achterbediening ................................................ 119
Achterklep openen / sluiten bij uitgeschakelde
opraapautomaat ............................................ 182
Achterklep openen/sluiten ................................ 129
Achteruitrijden ................................................... 155
Actortest ............................................................ 263
Afdekking laadruimte dichtklappen ........... 174, 186
Afdekking laadruimte openklappen .......... 174, 186
Afsluitkraan achterklep ............................... 45, 112
Afstand afstrijker en trommel ............................ 316
Afstand van de messen tot de trommel ............ 315
Afstrijkers .......................................................... 314
Algemene foultmeldingen ................................. 273
Algemene storingen .......................................... 355
Analoge sensor ................................................. 260
Analoge sensor kalibreren ................................ 260
Andere geldende documenten ........................... 11
Auxiliary-functies (AUX) .................................... 191
B
Banden ............................................................. 317
Banden controleren en onderhouden ............... 317
Bandenspanning ............................................... 318
Bediening ............................................................ 99
Bediening van de naloopstuuras ...................... 287
Bedieningseenheid inschakelen ....................... 126
Bedieningseenheid uitschakelen ...................... 126
Bedrijfsstoffen ............................................... 27, 62
Bedrijfsurenteller activeren ............................... 245
Bedrijfsurenteller uitschakelen .......................... 245
Beëindigen van het oprapen ............................. 102
Belading instellen .............................................. 227
Belang van de handleiding ................................. 19
Beveiliging tegen onbevoegd gebruik ................. 99
Bodemketting inkorten ...................................... 313
364
Bodemkettingterugloop inschakelen ................ 184
Bodemkettingvoorloop activeren ..................... 170
Bodemkettingvoorloop in- en uitschakelen ...... 183
Breekbout van de pick-upaandrijving ............... 294
C
Centrale smeerinstallatie ................................. 223
Centrale smering van de aandrijfkettingen voor
transportaggregaat en pick-up ..................... 334
Constructieve wijzigingen aan de machine ....... 21
Contactpersonen ................................................ 42
Controle van de borgrollen van de mesborging 333
Controles voor de ingebruikname ...................... 80
D
De machine voorbereiden voor het rijden op de
weg............................................................... 286
De machine voorbereiden voor het transport .. 292
Detailteller ........................................................ 243
Diagnose analoge actoren ............................... 267
Diagnose Auxiliary ........................................... 249
Diagnose digitale actoren ................................ 267
Diagnose drukknop .......................................... 261
Diagnose rijsnelheidsmeter/richtingwijzer ........ 250
Diagnose voedingsspanningen ........................ 262
Display, touch- ................................................. 150
Dissel heffen/neerlaten ............................ 170, 180
Disselautomaat ................................................ 210
Disselautomaat activeren ................................ 173
Disselautomaat deactiveren ............................ 173
Disselautomaat instellen .................................... 95
Disselhoogte instellen ........................................ 68
Disselvering ....................................................... 95
Doelgroep van dit document .............................. 11
Doseermechanisme ......................................... 314
Doseerwalsen in- of uitschakelen .................... 189
Doseerwalsketting ............................................ 333
Druksensoren ................................................... 259
Drukvat ............................................................. 354
D-uitvoering met comfort-elektronica ............... 108
D-uitvoering met medium-elektronica .............. 105
Dwarsafvoerband ............................................. 113
E
Eerste ingebruikneming ..................................... 64
Elektrische aansluitingen ................................... 86
Elektronisch gestuurde uitloopas ..................... 155
Elektronische gedwongen besturing ................ 175