Onderhoud - elektrische installatie
21
Onderhoud - elektrische installatie
21.1
Plaats van de sensoren
Voor informatie over de positie van de sensoren, zie het elektrisch schema.
21.2
Sensoren instellen
Namur-sensor d = 12 mm
Afb. 218
De maat tussen de signaalgever (2) en de sensor (1) moet "a" = 2 mmbedragen.
Instelling
•
Draai de moeren aan beide kanten van de sensor los.
•
Moeren verdraaien tot de maat "a" = 2 mm bereikt is.
•
Moeren weer vastdraaien.
Namur-sensor d = 30 mm
Afb. 219
De maat tussen de signaalgever (2) en de sensor (1) moet "a" = 5 mm bedragen.
Instelling
•
Draai de moeren aan beide kanten van de sensor los.
•
Moeren verdraaien tot de maat "a" = 5 mm bereikt is.
•
Draai de moeren weer vast.
Het aanhaalmoment van alle Namur-sensoren bedraagt 10 Nm.
344