13.11.7
Bodemkettingvoorloop in- en uitschakelen
Afb. 115
Bodemkettingvoorloop inschakelen
•
Om de bodemkettingvoorloop in te schakelen,
Pijl (B) geeft aan dat de functie wordt uitgevoerd.
Snelheid bodemkettingvoorloop instellen
De snelheid van de bodemkettingvoorloop kan door het scrollwieltje, door indrukken van de
waarde (A) of door het indrukken van de afbeeldingen
Via het scrollwieltje
•
Met behulp het scrollwieltje de gewenste selectie (A) selecteren.
Het selectieveld wordt met een kleur geaccentueerd.
•
Het scrollwieltje indrukken.
Het invoermasker wordt geopend.
•
Om de waarde te verhogen resp. te verlagen, het scrollwieltje draaien.
•
Het scrollwieltje indrukken om de waarde op te slaan.
De instelling wordt overgenomen en het selectieveld wordt verlaten.
Via de waarde (A)
•
De waarde (A) aantikken.
Het invoermasker wordt geopend.
•
De waarde verhogen resp. verlagen.
•
Om de waarde op te slaan, OK indrukken.
Via plus/minus
•
Om de waarde te verhogen,
•
Om de waarde te verlagen,
Bodemkettingvoorloop uitschakelen
•
Om de bodemkettingvoorloop uit te schakelen,
Pijl (B) wordt niet meer weergegeven.
A
B
CC000413_2
indrukken.
indrukken.
Terminal – machinefuncties
indrukken.
/
worden ingesteld.
indrukken.
183