9.13
Trap omlaag/omhoog klappen
WAARSCHUWING! – Gevaar voor ongevallen door overmatige breedte
Als de trap bij rijden op de weg resp. werken op het veld niet omhoog geklapt is, heeft de
machine
overmatige breedte. Daardoor kunnen ongevallen ontstaan en kunnen personen ernstig
gewond raken of
de dood vinden.
•
Bij rijden op de weg resp. werken op het veld altijd de trap omhoog klappen en met de
vergrendeling borgen.
WAARSCHUWING! – Onverwacht inschakelen van de bodemketting / van de
doseerwalsen!
Bij het inschakelen van de bodemketting / van de doseerwalsen bestaat verhoogd gevaar
voor letsel. Betreedt het laadvlak niet als de trekkermotor loopt en de aftakas is ingeschakeld.
•
De aandrijvingen uitschakelen en afwachten tot uitlopende delen tot stilstand zijn
gekomen.
•
De trekkermotor uitschakelen, contactsleutel eruit trekken en meenemen.
•
De machine beveiligen tegen wegrollen.
Bij de uitvoering "D"
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in de laadruimte, kan het laadvlak door het
instapluik (1) via de trap (2) betreden worden. Het instapluik bevindt zich aan de
rechter machinezijde.
Afb. 54
–
De machine is stopgezet en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheid, "Machine stopzetten en
beveiligen".
Trap omlaag klappen
•
De vergrendelingshendel (4) uit de geleiding (5) lostrekken.
•
De trap (2) omlaag klappen.
•
Het instapluik (1) 180 graden openen en de vergrendelingshendel (4) in de geleiding (3)
schuiven.
•
De laadruimte via de trap en het instapluik (1) betreden.
Trap omhoog klappen
•
De laadruimte via de trap (2) en het instapluik (1) verlaten.
•
De vergrendelingshendel (4) uit de geleiding (3) lostrekken.
•
Het instapluik (1) sluiten.
•
De trap (2) omhoog klappen.
•
De vergrendelingshendel (4) in de geleiding (5) schuiven.
•
Erop letten dat de vergrendelingshendel (4) in de geleiding (5) is geschoven.
•
Erop letten dat de vergrendelingshendel (6) voor de trap ligt en in de geleiding is
geschoven.
Bediening
AX400112
111